Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Geldend van 19-01-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

De raad van de gemeente Eemsdelta,

gezien het voorstel van de Stuurgroep Herindeling Eemsdelta d.d. 3 december 2020;

gelet op:

artikel 8b van de Participatiewet;

artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet;

artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

overwegende dat het verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet

besluit

vast te stellen, de volgende verordening:

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      de wet: de Participatiewet, de Ioaw, of Ioaz;

    • d.

      belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de Participatiewet, de Ioaw of de Ioaz

    • e.

      handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen, gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een uitkering;

    • f.

      fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen (dan) waarop men (geen) recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking;

    • g.

      misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond;

    • h.

      aangiftegrens: de grens als bedoeld in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en de Algemene Wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Handhaving

Artikel 2. Opdracht aan het College van burgemeester en wethouders

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik en stelt hiertoe periodiek, doch in ieder geval eens per vier jaar een beleidsplan op.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen gericht op het voorkomen van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college belanghebbenden en burgers vroegtijdig voorlicht over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand verbonden zijn alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 3.

    Het College van burgemeester en wethouders neemt repressieve maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig geconstateerd en afgehandeld wordt.

Artikel 3. Informatieverzameling

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders voert bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 3.

    Het College van burgemeester en wethouders onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de Ioaw of Ioaz uitkering.

Artikel 4. Afstemming

Als belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijkt geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het College van burgemeester en wethouders de uitkering of de inkomensvoorziening conform de afstemmingsverordening, onverminderd de plicht van het College van burgemeester en wethouders om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.

Artikel 5. Aangifte bij Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het College van burgemeester en wethouders onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 3 Terugvordering en verhaal

Artikel 6. Terugvordering

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders vordert de kosten van bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in artikel 58 en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en met 31 van de Ioaw en Ioaz zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 7. Verhaal

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders verhaalt de kosten van bijstand en de kosten van inkomensvoorziening boven een nader door het College van burgemeester en wethouders te bepalen bedrag, en overeenkomstig het bepaalde in artikel 61 en de artikelen 62 tot en met 62i van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2.

    Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3.

    Het College van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in lid 1 en 2.

Artikel 8. Invordering

  • 1.

    Het College van burgemeester en wethouders streeft er naar om de teruggevorderde en de op derden verhaalde kosten optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Hoofdstuk 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9. Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Het College van burgemeester en wethouders kan in bijzondere individuele situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Intrekking oude verordeningen

De Handhavingsverordeningen Participatiewet, IOAW en IOAZ van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum worden ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking en werkt terug

tot 1 januari 2021.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Eemsdelta".

Ondertekening

Eemsdelta, 4 januari 2021

De raad voornoemd,

T.G.C. Kramer-Klein G.Beukema

Griffier Voorzitter