Regeling vervallen per 01-04-2016

Verordening winkeltijden Eemsmond

Geldend van 14-06-2014 t/m 31-03-2016

Intitulé

Verordening winkeltijden Eemsmond

De raad van de gemeente Eemsmond;

Gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders d.d. 24 april 2014;

besluit :

de Verordening winkeltijden Eemsmond vast te stellen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet

  • b.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • c.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • d.

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders

Artikel 2. Algemene vrijstelling bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak, tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels, waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment;

  • d.

    winkels die zich specifiek richten op de verkoop van één van de volgende artikelen: kunst, antiek en curiosa.

Artikel 3 Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen;

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 4 Straatverkoop van bepaalde goederen

  • 1. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie ge-schikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

  • 2. Het college kan bepalen dat de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestda-gen, wel gelden voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcohol vrije dranken.

Artikel 5 Vrijstelling voor bepaalde zon- en feestdagen

  • 1. Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een vrijstelling op de door het college aangewezen zon- of feestdagen, met uitzondering

    van Eerste Kerstdag, eerste Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste Pinksterdag. Per kalenderjaar kunnen ten hoogste zestien dagen worden aangewezen.

  • 2. Het college kan de vrijstelling beperken tot een bepaalde tijdsruimte of winkels behorende tot een bepaalde branche of categorie. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende delen van de gemeente

Artikel 6 Individuele ontheffingen

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen of werkdagen.

  • 2. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beschikt op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 9 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze veror-dening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezicht-houders.

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Verordening winkeltijden gemeente Eemsmond van 14 juni 1996 wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de in lid 1 genoemde verordening verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening winkeltijdenwet gemeente Eemsmond van 14 juni 1996 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Eemsmond.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Eemsmond,
gehouden op 8 mei 2014.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,

Toelichting

Algemene toelichting

 

De Winkeltijdenwet

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet (Wtw). Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden. Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of, en in hoeverre, zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden.

De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de nu nog geldende Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling (supermarkt), komen namelijk te vervallen. De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    • a.

      op zondag;

    • b.

      op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    • c.

      op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

 

Artikel 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

 

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten.

De beperkingen voor het gemeentelijk beleid voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

 

Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

Bij de inwerkingtreding van de initiatiefwet is een deel van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. De vervallen bepalingen kunnen echter desgewenst overgeheveld worden naar de gemeentelijke verordening.

Voor de volledigheid; in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn uitzonderingen opgenomen voor bepaalde winkels, zodat die, ongeacht of er in de betreffende gemeente koopzondagen zijn toegestaan, op zon- en feestdagen open mogen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om videotheken en winkels in musea.

 

Op grond van de wijzigingswet komt de grondslag voor o.a. de artikelen 10 en verder van het

Vrijstellingenbesluit te vervallen. Dit betekent dat winkels die voorheen op basis van deze

vrijstellingen open mochten zijn, dit na de inwerkingtreding van de wijzigingswet niet meer mogen, tenzij er op dat moment op gemeentelijk niveau een vrijstelling voor hen geldt. Dit kan door de vrijstellingen “over te hevelen” naar de gemeentelijke verordening, of door daarin een ruime vrijstellingsregeling op te nemen waar in ieder geval ook die winkels onder vallen.

 

Soorten winkels die nog steeds zijn vrijgesteld door het vrijstellingsbesluit zijn:

  • -

    Apotheken en winkels op terreinen van ziekenhuizen en verpleeghuizen

  • -

    Stationswinkels zoals genoemd in de Spoorwegwet

  • -

    Winkels bij luchthavens, benzinepompen, wegrestaurants en scheepvaart

  • -

    Verkoop van dagbladen en tijdschriften.

Hierop heeft de gemeente middels de winkeltijdenverordening geen beleidsruimte. Wel via

instrumenten van de ruimtelijke ordening, openbare orde e.d.

 

De soorten winkels die voorheen in het vrijstellingsbesluit vielen en die nu overgeheveld kunnen worden naar de verordening zijn o.a.:

  • a.

    Musea,

  • b.

    Snackbars

  • c.

    Videotheken,

  • d.

    Winkels waarin een lunchroom is gevestigd

  • e.

    Fietswinkels

  • f.

    Straatverkoop

  • g.

    Winkels bij sportcomplexen, bejaardenhuizen, begraafplaatsen en bedevaartplaatsen

  • h.

    Winkels met een directe relatie tot de Ramadan, E.H. Communie, Allerheiligen en Allerzielen, Kermis en Carnaval.

 

De winkels genoemd onder g en h zijn in onze gemeente niet van toepassing, derhalve zijn deze niet overgeheveld in de verordening.

 

Totstandkoming en beleidsproces

Bij de totstandkoming van de winkeltijdenverordening zijn verschillende belangen afgewogen, te weten:

 

  • 1.

    1.Werkgelegenheid en economie

  • 2.

    2.Positie kleine winkels met weinig of geen personeel

  • 3.

    3.Toeristische aantrekkingskracht

  • 4.

    4.De zondagsrust

  • 5.

    5.De leefbaarheid (openbare orde en veiligheid)

  • 6.

    6.Behoefte bij het MKB

  • 7.

    7.De situatie in naburige gemeenten

  • 8.

    8.Vermindering van de regeldruk

Deze belangen zijn afgezet tegen een aantal mogelijke varianten:

  • 1.

    1.het volledig aan de middenstand overlaten.

  • 2.

    2.supermarkten alle zondagen, 12 dagen voor andere branches.

  • 3.

    3.de huidige regeling verruimen van 8 naar 16 zondagen.

  • 4.

    4.handhaven van de huidige regeling (8 zondagen per jaar)

  • 5.

    5.geen openstelling meer op zondagen.

 

Variant 3, waarbij de het college, in plaats van 8 zon- en feestdagen, 16 zon- en feestdagen kan aanwijzen, waarop het verbod niet geldt, komt naar ons oordeel het meest tegemoet aan de afgewogen belangen. Deze variant is uiteindelijk uitgewerkt in de winkeltijdenverordening.

 

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepaling

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet.

 

Artikel 2 Algemene vrijstelling bepaalde winkels

Het betreft hier, voor zover de winkels genoemd onder a t/m c, een exacte kopie van artikel 10 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Het gaat bij deze vrijstelling om vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij gaat het onder meer om snackbars, videotheken en winkels in musea.

De categorie genoemd onder sub d heeft betrekking op winkels die zich speciaal richten op de verkoop van kunst, antiek of curiosa. Het gaat bij kunst (schilderijen, beelden e.d.) om de verkoop in kunstateliers of galeries. Bij antiek of curiosa dient het niet in hoofdzaak te gaan om de verkoop van 'goederen'. De commercie is derhalve van ondergeschikte aard. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een antiek- en curiosaroute, waarbij overwegend sprake is van een toeristisch en recreatief karakter. Het betreft hier nadrukkelijk geen vrijstelling voor tweedehandswinkels.

 

Artikel 3 Openstelling anders dan voor verkoop Het betreft hier een exacte kopie van artikel 11 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Het gaat hierbij om winkels die toegang geven tot respectievelijk een restaurant of lunchroom dan wel (brom)fietsverhuur. Het gaat nadrukkelijk niet om de verkoop van goederen.

 

Artikel 4 Straatverkoop van bepaalde goederen

Het betreft hier een exacte kopie van artikel 12 uit het oude Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

Ingevolge artikel 2, tweede lid, Winkeltijdenwet geldt een verbod voor markt- en straathandel en handel te water op bepaalde dagen of gedurende bepaalde tijstippen. Het voormalig artikel 12 van het vrijstellingenbesluit gaf hiervoor een vrijstelling. Deze vrijstelling is in deze verordening weer opgenomen, zodat standplaatshouders (mits dat past in de standplaatsvergunning) ook op zon- en feestdagen handel kunnen drijven.

In het tweede lid is, evenals in de vorige winkeltijdenverordening, de mogelijkheid voor het college geboden om deze vrijstelling te beperken of op te heffen.

 

Artikel 5. Vrijstelling voor bepaalde zon- en feestdagen

Dit artikel is in feite de bestaande “zon- en feestdagenregeling” maar met een verdubbeling van het aantal aan te wijzen zon- en feestdagen. Het maximale aantal zon- of feestdagen bedraagt 16 per kalenderjaar. De overweging is dat er dan gemiddeld elke maand een extra verkoopdag kan zijn met daarnaast nog vier extra mogelijkheden. Het college kan eerste Kerstdag, eerste Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste Pinksterdag niet aanwijzen.

In Eemsmond verwachten  we niet dat de zondagopenstelling de zondagsrust dermate verstoord dat sprake is van een onaanvaardbare aantasting van deze zondagsrust. Wel is de gemeente van mening dat de zondagsrust enigszins beschermd dient te worden. Daarom geldt er geen algemene vrijstelling van de zondagen en is een aantal feestdagen uitgezonderd.

 

Artikel 6. Individuele ontheffingen

In bijzondere omstandigheden biedt dit artikel de mogelijkheid om op aanvraag een ontheffing te verlenen aan een enkele winkel. Deze ontheffing kan betrekking hebben op zondagen, feestdagen of werkdagen van 22.00 tot 06.00 uur.

Het gaat hier om incidentele uitzonderingsgevallen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat hiermee een structurele of substantiële uitbreiding van het bepaalde in artikel 5 van deze verordening wordt bewerkstelligd. Dit omdat deze vrijstellingen zorgvuldig zijn gekozen en vastgesteld ter bescherming van de zondagsrust.

Afgezien van het criterium dat het dient te gaan om een incidenteel en bijzondere omstandigheid, kan deze ontheffing daarnaast worden geweigerd als de woon- en leefbaarheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloedt door openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

 

Artikel 7, 8, 9 en 10 en 11

Standaard artikelen.