Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018

Geldend van 20-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018

De gemeenteraad,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 november 2017;

Gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018 (Verordening afvalstoffenheffing 2018) vast te stellen.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder 'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15:33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 7, eerste lid, bedoelde belasting worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan, meer is dan € 120,- doch minder dan € 15.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende een maand later.

  • 3. De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening reinigingsheffingen 2017' van 8 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening reinigingsheffingen 2018'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Eemsmond

in de openbare vergadering van 14 december 2017

Voorzitter,

Griffier,

TARIEVENTABEL

Behorende bij de Verordening Afvalstoffenheffing 2018

 

 

HOOFDSTUK 1

MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING

 

1.1

Maatstaven en tarieven jaarlijkse afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

1.1.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

82,00

1.1.2

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen

154,00

1.1.3

De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):

 

1.1.3.1

container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container

20,60

1.1.3.2

container van 240 liter bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container

308,00

 

 

 

1.2

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor:

 

1.2.1

het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen, per kubieke meter

92,09

1.2.2

Vervallen

 

1.2.3

het op aanvraag inzamelen van grof tuinafval bij huishoudens tot maximaal 5 kubieke meter, per aanvraag

86,70