Beleidsregel eigen vermogen en bestemmingsreserves subsidieontvanger gemeente Eersel

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Eigen vermogen: het vermogen van een organisatie, vermeld op de balans van een organisatie, niet zijnde vreemd vermogen, onder aftrek van bestemmingsreserves.

• b.

  Bestemmingsreserve: reserve ter dekking van en vooraf vastgestelde bestemming, passende bij de doelstelling van de organisatie.

Artikel 2 Reikwijdte

De beleidsregel heeft betrekking op het eigen vermogen en de bestemmingsreserves van de subsidieontvanger.

Artikel 3 Doelstelling

De beleidsregel dient ervoor om aan te geven:

• a.

  Op welke wijze wordt omgegaan met de afweging van belangen bij het nemen van beslissingen over eigen vermogen en bestemmingsreserves.

• b.

  Welke grens wordt geaccepteerd bij de vermogensvorming door een organisatie.

Artikel 4 Omvang eigen vermogen en bestemmingsreserves

Eigen vermogen

• 1.

  Het hebben van voldoende eigen middelen is een reden om de subsidie te weigeren.

• 2.

  Bij de beoordeling daarvan speelt de omvang van het eigen vermogen en bestemmingsreserves een belangrijke rol.

• 3.

  Er is vorming van eigen vermogen toegestaan tot de hoogte van de volgende bedragen: € 10.000,-- of maximaal anderhalve keer de omvang van de geraamde uitgaven in het jaar volgend op het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt gedaan.

• 4.

  Als sprake is van een eenmalig subsidieverzoek wordt uitgegaan van de geraamde uitgaven in het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt gedaan.

• 5.

  Als de omvang van het eigen vermogen hoger is dan onder 3 genoemd dan wijst het college conform artikel 15 lid 4 van voornoemde verordening het subsidieverzoek af.

Bestemmingsreserve

Het is een organisatie toegestaan om met instemming van de gemeente bestemmingsreserves te vormen, voor zover dit bij de aanvraag om subsidie wordt aangegeven en door de aanvrager wordt onderbouwd.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van deze beleidsregel afwijken dan wel deze buiten beschouwing laten, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, dan wel de maatschappelijke meerwaarde zeer gewenst is, ter beoordeling aan het college.

Artikel 6 Werking

Deze beleidsregel geldt voor subsidieaanvragen voor eenmalige en structurele activiteiten op het terrein van maatschappelijk welzijn.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel op 16 mei 2017.

Burgemeester en wethouders van Eersel,

Secretaris , de heer ing. H.M.L. Offermans

Burgemeester, mevrouw J.A.M. Thijs-Rademakers