Treasurystatuut gemeente Eersel 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Eersel 2016

de gemeenteraad van de gemeente Eersel

gelet op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Treasurystatuut gemeente Eersel 2016

Inleiding

Treasury vindt plaats met inachtneming van de bepalingen in artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (HOF), de wet Verplicht Schatkistbankieren, de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden en Financiële verordening van de gemeente Eersel;

De wet Verplicht Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige middelen aan te houden bij het Rijk. De belangrijkste uitzonderingen zijn hierop het drempelbedrag dat mag worden aangehouden op de eigen rekening-courant en het onderling lenen door decentrale overheden indien er tussen beide partijen geen toezichtsrelatie is. Voor gemeenten met een begrotingstotaal kleiner dan of gelijk aan 500 miljoen euro is het drempelbedrag gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 250.000,--.

De treasuryfunctie kan als volgt worden gedefinieerd:

het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:

de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en

de hieraan verbonden risico’s

De treasuryfunctie die uit de bovenstaande definitie ontstaat bestaat uit twee componenten: treasurybeleid en treasurybeheer.

Het treasurybeleid is vastgelegd in dit treasurystatuut.

In de begroting en de jaarrekening wordt jaarlijks een treasuryparagraaf opgenomen. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury uiteengezet.

Treasurybeleid

Doelstellingen

Artikel 1

Het doel van treasury is:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beheersen van de financiële risico’s verbonden aan de treasuryfunctie;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten bij het beheer van de geldstromen en het aantrekken en uitzetten van gelden binnen de kaders van de wet FIDO en de wet Verplicht Schatkistbankieren.

Uitgangspunten, limieten, begrippen, indeling

Artikel 2

  • 1.

    De gemeente kan uitsluitend leningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van haar publieke taak. De gemeenteraad bepaalt het kader van de publieke taak, de begroting bepaalt hierbij het budgettaire kader voor de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Treasury heeft een prudent karakter. Dit betekent in het kader van de publieke taak dat te allen tijde sprake moet zijn van risicomijdend gedrag.

  • 3.

    Door middel van de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan de korte financiering waardoor het renterisico wordt beperkt. De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal mag niet meer bedragen dan een bepaald percentage van het totaal van de jaarbegroting. Het percentage wordt vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden.

  • 4.

    Door de renterisiconorm wordt het renterisico op de vaste schuld beperkt. Deze bedraagt een bepaald percentage van het begrotingstotaal. Het percentage wordt vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden.

  • 5.

    Voor de begrippen in het kader van treasury wordt verwezen naar de “Handreiking Treasury 2015” (www.rijksoverheid.nl)

  • 6.

    Binnen treasury kunnen drie deelgebieden worden onderscheiden:

Risicobeheer:

  • renterisicobeheer

  • koers- en kredietrisicobeheer

  • valutarisicobeheer

Gemeentefinanciering:

  • financiering (vanaf 1 jaar)

  • uitzettingen (vanaf 1 jaar)

  • relatiebeheer

Kasbeheer:

  • geldstromenbeheer

  • saldobeheer

  • liquiditeitenbeheer (tot 1 jaar)

Risicobeheer

Algemene uitgangspunten bij uitvoering van de “publieke” taak

Artikel 3.

  • 1.

    De gemeente verstrekt uitsluitend garanties aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vóóraf advies bij de comptabele wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    De gemeente verstrekt géén leningen aan derden, anders dan bij separaat raadsbesluit en vóórafgaand advies door de comptabele over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is niet toegestaan;

Renterisicobeheer

Artikel 4.

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden;

  • 3.

    Het aantrekken en uitzetten van gelden vindt uitsluitend plaats op basis van de actuele financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand, waarbij tevens spreiding van de rentetypische looptijd wordt nagestreefd.

Koers- en kredietrisicobeheer

Artikel 5.

Uitzettingen in het kader van treasury geschieden uitsluitend:

  • 1.

    in rekening-courant en/of deposito’s bij het Rijk.

  • 2.

    In de vorm van geldleningen aan andere decentrale overheden, voor zover hierbij geen toezichtrelatie bestaat;

Koers- en kredietrisico’s zijn als gevolg hiervan te verwaarlozen.

Valutarisicobeheer

Artikel 6.

  • 1.

    Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend leningen aan te gaan/uit te zetten of te garanderen in Euro.

  • 2.

    Eventuele valutarisico’s die voortvloeien uit operationele transacties worden direct ingedekt, voor zover de tegenwaarde hoger is dan 50.000 Euro.

Gemeentefinanciering

Financiering

Artikel 7.

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de

volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Interne financieringsmiddelen worden primair als financieringsmiddel ingezet;

  • 2.

    Bij het aantrekken van externe financieringen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van onderhandse leningen;

  • 3.

    De gemeente vraagt offertes op bij tenminste 2 ondernemingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Telefonische offertes worden intern schriftelijk vastgelegd.

Uitzettingen

Artikel 8.

Zie onder artikel 5.

Relatiebeheer

Artikel 9.

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te

nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De onderneming dient onder Nederlands of anderszins EER-toezicht1 te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en/of de Verzekeringskamer.

  • 2.

    De onderneming dient in Nederland te zijn gevestigd en te beschikken over tenminste een A-rating.

  • 3.

    De onderneming dient zelf aan te tonen dat zij over de juiste rating beschikt.

1 Europese Economische Ruimte (Europese Unie + Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)

Kasbeheer

Geldstromenbeheer

Artikel 10.

Teneinde de kosten te beperken worden:

  • 1.

    Geldstromen op elkaar afgestemd;

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd.

Saldo- en liquiditeitenbeheer

Artikel 11.

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    Concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rente-compensatiecircuit bij de onderneming met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aan-trekken. Toegestane instrumenten hierbij zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Verantwoordelijkheden

Artikel 12.

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie zijn:

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • Vaststellen, toezicht houden op uitvoering, evalueren en bijstellen van het treasurybeleid.

College van B&W

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

  • Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

Portefeuillehouder Financiën

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

Controller

  • Het toezicht op en bewaking van de treasuryprocessen.

Afdelingshoofd Bedrijfsvoering

  • De autorisatie van door de Comptabele uitgevoerde treasury-activiteiten.

Comptabele

  • Het opzetten van de treasuryprocessen;

  • Het uitvoeren van de treasury-activiteiten;

  • Opstellen van liquiditeitenplanning;

  • Het beheren van de geldstromen;

  • Opstellen van de rentevisie;

  • Het doen van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

  • Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer.

Kredietbeheerders/budget-beheerders

  • Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen.

Kassier

  • Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

De externe accountant

  • Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Bevoegdheden

Artikel 13.

De bevoegdheden met betrekking tot de treasury-activiteiten zijn:

Bevoegd

functionaris

(eerste

handtekening cq

advies)

Autorisatie door

(tweede handtekening cq

besluit)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

Het aantrekken en uitzetten van gelden

Kassier

Comptabele

Doen van betalingen

Kassier

Comptabele

Bankrelatiebeheer

Bankrekeningen

openen/sluiten/wijzigen

Comptabele

Afdelingshoofd

Bedrijfsvoering

Informatievoorziening

Informatievoorziening

Artikel 14.

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie-

verstrekker

Informatie-

ontvanger

Gegevens t.b.v. de liquiditeitenplanning

Jaarlijks /

Incidenteel

Kredietbeheerder / Budgethouder

Comptabele

Beleidsplannen treasury (in treasuryparagraaf van begroting)

Jaarlijks

Comptabele

Gemeenteraad

(via College

van B&W)

Evaluatie treasuryactiviteiten (in treasuryparagraaf van de jaarrekening)

Jaarlijks

Comptabele

Gemeenteraad

(via College

van B&W)

Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

Jaarlijks

Comptabele

Derden

Inwerkingtreding

Inwerkingtreding

Artikel 15.

Dit treasurystatuut zal worden aangehaald als “Treasurystatuut gemeente Eersel 2016” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Het treedt in de plaats van het “Treasurystatuut gemeente Eersel”, vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2001.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Eersel van 15 december 2015

De raad voornoemd

de griffier, de heer H.J. Broekman

de voorzitter, mevrouw J.A.M. Thijs-Rademakers