Regeling vervallen per 26-11-2015

Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Gemeente Eersel 2008

Geldend van 27-02-2008 t/m 25-11-2015

Intitulé

Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers Gemeente Eersel 2008

Deel 1 Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers

Leden van het dagelijks bestuur (de burgemeester en de wethouders) en van het algemeen bestuur van de gemeente (de leden en de flexleden van de gemeenteraad) stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.?Verantwoording wordt in de eerste plaats afgelegd aan de inwoners van de gemeente Eersel en de gekozen vertegenwoordigers van die inwoners (gemeenteraad als controlerend orgaan). Daarnaast wordt intern verantwoording afgelegd aan collega-bestuurders. Hiermee kan echter slechts worden volstaan voor zover het algemeen belang dat de gemeente namens haar inwoners dient geen verdergaande openbaarheid vergt. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief :

Dienstbaarheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel 2 Gedragscode politieke ambtsdragers

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1 Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers van de gemeente (college en raadsleden.

  • 1.2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college van burgemeester en wethouders of in (de agendacommissie van) de gemeenteraad.

  • 1.3 De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

  • 1.4 Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5 Politieke ambtsdragers spreken elkaar aan in het geval dat er een vermoeden bestaat dat gedragingen en/of handelingen niet stroken met deze gedragscode of anderszins als niet integer worden ervaren.

  • 1.6 Een politiek ambtsdrager kan de onder 1.5 bedoelde gedragingen en/of handelingen ter toetsing op integriteit voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders c.q. aan de Agendacommissie van de gemeenteraad.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 2.1 Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen.

  • 2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3 Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, waaraan hij verbonden was.

  • 2.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.5 Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 2.7 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 2.8 Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn neven-functies en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn. Wanneer zich een wijziging voordoet meldt de politiek ambtsdrager dit terstond aan de griffier, zodat de lijst geactualiseerd kan worden.

  • 2.9 Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente.

  • 2.10 Een politieke ambtsdrager voorkomt (de schijn van) belangenverstrengeling, onder meer door niet in eigen persoon namens een burger of organisatie :

    • a.

      in te spreken in een vergadering van de raad of raadscommissie;

    • b.

      een zienswijze, verzoekschrift of aanvraag in te dienen bij het bestuursorgaan, waarvan hij zelf deel uitmaakt of hieromtrent op te treden als vertegenwoordiger;

    • c.

      een aanbieding te doen aan de gemeente of hieromtrent op te treden als vertegenwoordiger.

  • 2.11 Een politieke ambtsdrager dient in overleg te treden met de voorzitter van de raad wanneer aan de orde is dat een bloed- of aanverwant in eerste en tweede graad, dan wel bloed- of aanverwant van zijn of haar echtgenoot in de eerste of tweede graad, dan wel zijn of haar echtgenoot, geregistreerde partner of feitelijke partner toetreedt tot de raad of het college. De voorzitter van de raad treedt in overleg met de fractievoorzitters en doet voorstellen voor werkafspraken en doet in overleg met de fractievoorzitters zo nodig mededelingen aan de raad.

Artikel 3 Informatie

  • 1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2 Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3 Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 4 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5 Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 4.1 Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 4.2 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

  • 4.3 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

  • 4.4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.5 Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet geaccepteerd.

  • 4.6 Een politieke ambtsdrager maakt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

Artikel 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen

  • 5.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 5.2 Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 5.3 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het dagelijks bestuur voorgelegd. Er worden geen gemeentelijke creditcards in gebruik genomen, zoals ook in de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Eersel 2006’ is vastgelegd.

  • 5.4 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis[1] te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt het algemeen bestuur van de besluitvorming in het dagelijks bestuur op de hoogte gesteld.

  • 5.5 Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 5.6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.9 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of - voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een mobiele telefoon en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt. Op grond van de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Eersel 2006’, krijgen raadsleden geen mobiele telefoon of computer in bruikleen en krijgen politieke ambtsdragers geen beschikking over een dienstauto.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 6.1 Deze gedragscode treedt in werking op de dag na vaststelling.

  • 6.2 Met ingang van de inwerkingtreding van deze gedragscode vervalt de op 10 september 2002 vastgestelde ‘Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeente Eersel’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Eersel
van 26 februari 2008 (voortzetting raadsvergadering van 19 februari 2008)
DE RAAD VOORNOEMD
de griffier, drs C.P.M. Haumann
de wnd. voorzitter, H.J. van de Klundert
[1] Onder een buitenlandse reis wordt verstaan een reis naar het buitenland (inclusief de Nederlandse Antillen en Aruba), niet zijnde een reis naar een instelling van de Europese Unie.