Addendum bij het Beleidsplan Wmo 2012-2015 gemeente Eijsden-Margraten

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Addendum bij het Beleidsplan Wmo 2012-2015 gemeente Eijsden-Margraten

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

Inleiding

In juli is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 vastgesteld door de Eerste Kamer der Staten Generaal, met daarin de volgende opdracht voor gemeenten:

 

‘De gemeente draagt zorg voor de maatschappelijke ondersteuning, en bevordert in dat verband een goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking. De gemeente draagt ook zorg voor de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, teneinde te bevorderen dat burgers zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen. Tenslotte draagt de gemeente ook zorg voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen.’

 

Gemeenten worden hiermee verantwoordelijk voor een nieuwe doelgroep. Deze nieuwe doelgroep heeft andere mogelijkheden, talenten en beperkingen. Beperkingen zijn zwaarder, langduriger en strekken zich uit over meer levensdomeinen dan bij de mensen die tot dusver aanspraak maakten op de Wmo. Het gaat in hoofdzaak om burgers met verstandelijke beperkingen, psychische, psychiatrische of psychogeriatrische aandoeningen of lichamelijke beperkingen, zoals zintuiglijke beperkingen, chronische ziektes, niet aangeboren hersenletsel. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen met cijfers over de nieuwe doelgroep. Op grond van deze concept-wettekst zijn de beleidskaders Wmo2015 begin 2014 door alle gemeenten van de regio Maastricht Heuvelland vastgesteld (bijlage 2).

 

Net als nu het geval is, zijn gemeenten op grond van de Wmo2015 verplicht hun beleid te formuleren in een beleidsplan, vast te stellen door de gemeenteraad. Dit plan dient vastgesteld te worden vóór 1 november van het kalenderjaar waarin enig artikel van de Wmo2015 in werking is getreden. Op dit moment zijn in alle gemeenten in de regio Maastricht-Heuvelland beleidsplannen rondom de huidige Wmo van kracht. De looptijd van deze beleidsplannen is tot en met 2015. De gemeenten hebben gezamenlijk de uitgangspunten voor dit Wmo-beleidsplan geformuleerd (bijlage 3).

 

Omdat de Wmo2015 andere eisen stelt aan het beleidsplan, moeten de huidige Wmo-beleidsplannen bijgesteld en aangevuld, dan wel volledig vernieuwd worden. In de beleidskaders[1] zijn hiervoor uitgangspunten vastgesteld die nadere uitwerking in de beleidsplannen behoeven. Uitwerking met inbreng van adviesorganen (zie ook de uitgebrachte adviezen bij de beleidskaders), cliëntenorganisaties en andere betrokkenen.

[1] In bijlage 1 is een samenvatting opgenomen van de beslispunten uit de beleidskaders.

 

Wmo2015 treedt per 1 januari in werking. Een situatie die gemeenten in een tijdsklem brengt. Tegelijkertijd was er bij de vaststelling van het huidige beleidsplan al een decentralisatie voorzien en kunnen we stellen dat er in het wetsvoorstel een grote inhoudelijke continuïteit ten opzichte van het huidige Wmo-beleid is te zien. Daarmee ligt er in het huidige beleidsplan een stevig fundament onder de nieuwe taken.

 

In overweging nemende dat:

  • 1.

    De gemeenten de beleidskaders voor de Wmo 2015 hebben vastgesteld;

  • 2.

    De definitieve beleidsopdracht, hangende de behandeling van de wet in de Eerste Kamer, medio juni nog niet bekend is, maar wel een proces moet worden opgestart om tijdig een beleidsplan te kunnen vaststellen;

  • 3.

    Er in de wet voorzien is in overgangsrecht voor bestaande cliënten (continuïteit van zorg);

  • 4.

    De Wmo-raden in hun advisering rondom de beleidskaders aangegeven hebben voorstander te zijn van een gefaseerd beleidsproces; eerst aanpassen huidig beleidsplan, in 2015 nieuw beleidsplan;

  • 5.

    Er door het Rijk tal van transitieafspraken gemaakt zijn met diverse partijen over het overgangsjaar 2015 (bijv. de MEE organisatie);

  • 6.

    Op grond van de door alle colleges vastgestelde nota ‘Nadere invulling gemeentelijke regie- en opdrachtnemerschap’ het jaar 2015 als overgangsjaar wordt gezien;

  • 7.

    Er in 2015 aanvullende gegevens te verwachten zijn op grond van de uitvoeringspraktijk;

  • 8.

    Er naast een beleidsplan ook een verordening vóór november 2014 moet worden vastgesteld, met inbreng van adviesorganen, cliëntorganisaties en andere betrokkenen;

 

ligt het in de rede om de beleidscontinuïteit in 2015 zoveel mogelijk te waarborgen door het huidige Wmo-beleidsplan, in een interactief proces met adviesorganen, cliëntorganisaties en andere betrokkenen zodanig aan te passen dat hiermee voldaan kan worden aan de verplichtingen voor 2015. Deze aanpassingen vindt u in dit addendum.  In 2015 wordt vervolgens een proces opgestart om, rekening houdend met de eerste ervaringen met de nieuwe taken, te komen tot een volledig nieuw Wmo-beleidsplan voor de periode 2016-2018. Een looptijd van 3 jaar wordt daarbij aangehouden om, met ingang van het jaar 2019, een gezamenlijke beleidsperiode voor het sociaal domein aan te kunnen houden. Uiteraard wordt gedurende 3 jaar gekozen voor een transformatieproces waarin continu aandacht is voor passende en vernieuwende vormen van communicatie, interactie en voorlichting.

 

Van prestatievelden naar doelen

Waar de Wmo tot nu uitgaat van negen prestatievelden, zijn in de Wmo2015 drie doelen opgenomen. Om het beleidsplan Wmo2015-proof te maken, is onderstaand aangegeven hoe deze doelen zich tot de huidige prestatievelden verhouden. Ook is aangegeven wat geregeld dient te worden om klaar te zijn voor de Wmo2015. In hoofdstuk 2 is met betrekking tot deze opgave een prioritering aangegeven. De bijbehorende beleidskeuzes zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 14 oktober 2014
 
De griffier,
De voorzitter,
  
Mr. M.G.A.J.T. Verbeet
D.A.M. Akkermans

Bijlage

Addendum bij het Beleidsplan Wmo 2012-2015 gemeente Eijsden-Margraten