Regeling vervallen per 01-01-2020

Werktijden en vakantieverlof

Geldend van 20-09-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Werktijden en vakantieverlof

Werktijden en vakantieverlof

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten. Bevoegdheden kunnen gemandateerd of gedelegeerd zijn op grond van het delegatie- en mandaatbesluit van de gemeente Eijsden-Margraten.

  • b

    Medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a CAR-UWO, alsmede personen, die anderszins werkzaam zijn voor de werkgever en waarop deze regeling van toepassing wordt verklaard.

  • c

    Formele arbeidsduur: de arbeidsduur volgens de aanstelling.

  • d

    Feitelijke arbeidsduur: de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde periode is vastgesteld.

  • e

    Openstellingstijd: de tijdstippen waarop de organisatie is open gesteld voor serviceverlening aan burgers en bedrijven.

  • f

    Binnendienstpersoneel: de medewerkers die het gemeentehuis als standplaats hebben.

  • g

    Buitendienstpersoneel: de medewerkers die de gemeenteloods als standplaats hebben.

Artikel 2 Flexibele werktijden

Lid 1

Binnen de kaders van daarover met de direct leidinggevende te maken afspraken en met inachtneming van het bepaalde in deze regeling is de medewerker vrij in zijn keuze omtrent de aanvang en het einde van zijn werk- en pauzetijden.

Lid 2

Gedurende de openstellingstijd draagt elke leidinggevende zorg voor een zodanige bezetting van zijn afdeling of team, dat de in- en externe dienstverlening op een aanvaardbaar niveau plaatsvindt. In de afspraken als bedoeld in lid 1 wordt hiermee rekening gehouden.

Lid 3

Het vaststellen van structureel afwijkende werktijden voor groepen van medewerkers, waaronder het werken op vaste werktijden en het werken volgens dienstrooster, geschiedt met instemming van de ondernemingsraad.

Artikel 3 Compensatie-uren

Lid 1

Het verschil tussen de feitelijke en de formele arbeidsduur van een medewerker wordt aangemerkt als compensatie-uren. Dit kan zowel een positief als een negatief urensaldo opleveren.

Lid 2

Gedurende een kalenderjaar kunnen de compensatie-uren binnen aanvaardbare grenzen vrij fluctueren. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de medewerker en de direct leidinggevende om het aantal compensatie-uren regelmatig te evalueren en beheersbaar te houden.

Lid 3

De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het voorkomen c.q. opheffen van een onaanvaardbaar negatief urensaldo. De medewerker kan hiertoe extra uren werken en/of verlofuren en overwerkuren als compensatie inzetten. De direct leidinggevende is bevoegd hierover met de medewerker afspraken met een dwingend karakter te maken.

Lid 4

Het totaal aantal compensatie-uren, verlofuren en overwerkuren dat op voltijd basis wordt overgeheveld naar een volgend kalenderjaar bedraagt maximaal 72 uren; op deeltijd basis geldt dit aantal naar rato van de deeltijdfactor. In bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken en worden maatwerkafspraken gemaakt tussen de medewerker en de direct leidinggevende over de versnelde afbouw en/of afkoop van een bovenmatig urensaldo.

Lid 5

Uren die de medewerker, zonder daartoe expliciet opdracht te hebben gekregen, méér werkt dan zijn formele arbeidsduur per dag of per week worden niet aangemerkt als overwerk, maar als compensatie-uren binnen het systeem van flexibel werken.

Artikel 4 Tijdregistratiesysteem

Lid 1

De werk- en pauzetijden, de daaruit voortvloeiende compensatie-uren en standaard vormen van afwezigheid* worden vastgelegd in een tijdregistratiesysteem.

Lid 2

Het gebruik van het tijdregistratiesysteem en het bewerken van de daarin opgenomen gegevens gebeurt op een door de werkgever aan te geven wijze.

Lid 3

De medewerker is verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn werk- en pauzetijden en afwezigheden in het tijdregistratiesysteem. De direct leidinggevende is verantwoordelijk voor het toezicht hierop en beoordeelt de door de medewerker aan te dragen correcties. HRM heeft in het kader van deze regeling een signalerende en administratieve taak.

Lid 4

De medewerker bepaalt in overleg met de direct leidinggevende volgens welk patroon hij de formele arbeidsduur per week verdeelt over de werkdagen. Dit patroon wordt in het tijdregistratiesysteem vastgelegd in een rooster met daaraan te koppelen normtijden en fictieve begin- en eindtijden per dag*.

Lid 5

De verlofrechten en eventuele overwerkuren van een medewerker worden eveneens vastgelegd in het tijdregistratiesysteem. Deze uren worden verdisconteerd in het urensaldo.

Artikel 5 Afwezigheden

Lid 1

Bij verlofopname op een hele dag blijft tijdregistratie achterwege en wordt de normtijd van die dag in mindering gebracht op het urensaldo. Bij verlofopname op een gedeelte van een dag worden de ten opzichte van de normtijd te kort gewerkte uren in mindering gebracht op het urensaldo.

Lid 2

Bij afwezigheid van de medewerker wegens geheel of gedeeltelijk ziekteverzuim wordt de normtijd geregistreerd. Het urensaldo blijft hierdoor gedurende de periode van ziekteverzuim ongewijzigd.

Lid 3

Bij afwezigheid van de medewerker wegens het maken van een dienstreis als bedoeld in de Regeling reiskosten – met uitzondering van de in het volgende lid bedoelde opleidingsactiviteit – wordt de gehele reis- en werktijd geregistreerd c.q. achteraf middels een correctie in het tijdregistratiesysteem opgenomen.

Lid 4

Bij het volgen van een opleidingsactiviteit waarvoor studiefaciliteiten zijn verleend, wordt onderscheid gemaakt tussen de reistijd en de lestijd. Wat betreft de lestijd wordt de feitelijke tijd geregistreerd c.q. achteraf middels een correctie in het tijdregistratiesysteem opgenomen; lestijden buiten de fictieve werktijden, waaronder lestijden in de avond- en weekenduren, worden hierin meegenomen. De reistijd wordt vergoed tot maximaal de voor de medewerker van toepassing zijnde fictieve werktijden; de reistijd buiten de fictieve werktijden komt derhalve voor rekening van de medewerker.

Lid 5

De medewerker bezoekt een zorgverlener* in beginsel in eigen tijd. Wanneer dat redelijkerwijs niet of niet geheel mogelijk is, kan de medewerker met toestemming van de direct leidinggevende onder werktijd een zorgverlener bezoeken. In dat geval worden per bezoek maximaal 2 uren aangemerkt als buitengewoon verlof. Verzoeken die verder gaan dan hier bedoeld, worden beoordeeld op grond van de Wet arbeid en zorg.

Artikel 6 Thuiswerken

De direct leidinggevende bepaalt in overleg met de medewerker of en onder welke voorwaarden de medewerker van huis uit werkzaamheden kan verrichten.

Artikel 7 Vaste werktijden

Voor het buitendienstpersoneel worden in overleg tussen de werkgever en de ondernemingsraad vaste begin-, pauze- en eindtijden vastgesteld.

Artikel 8 ADV

Lid 1

Met instemming van de ondernemingsraad kan de werkgever bepalen, dat het buitendienstpersoneel standaard meer uren werkt dan de formele arbeidsduur. Hierbij bedraagt het maximum aantal te werken uren 8 uren per dag en 40 uren per week. De hieruit voortvloeiende ADV-uren worden op een nader te bepalen wijze toegekend*.

Lid 2

Het met instemming van de ondernemingsraad collectief inroosteren van ADV-uren behoort tot de mogelijkheden.

Lid 3

Indien een medewerker op een collectief ingeroosterde ADV dag in opdracht van de direct leidinggevende werkzaamheden verricht, wordt de gewerkte tijd in de vorm van even zoveel ADV-uren terug geboekt.

Lid 4

De ADV-uren hebben de status van arbeidsduurverkorting en verschillen daarmee van reguliere vakantieverlofuren. Als gevolg hiervan vervallen de ADV-uren bij ziekteverzuim van een medewerker op een dag, waarop collectief ADV-uren zijn ingeroosterd. Tevens vervallen de niet opgenomen, vrije ADV-uren aan het einde van elk kalenderjaar.

Artikel 9 Overeenkomstige toepassing

Lid 1

Het bepaalde in artikel 3, lid 4 met betrekking tot het overhevelen van maximaal 72 uren aan het einde van het kalenderjaar is van overeenkomstige toepassing op de medewerkers van de buitendienst. Het genoemde urenaantal is voor deze medewerkers de optelsom van de vakantieverlofuren en de overwerkuren.

Lid 2

Het bepaalde in artikel 5 lid 6 met betrekking tot het bezoeken van een zorgverlener is van overeenkomstige toepassing op het personeel van de buitendienst.

Artikel 10 Algemeen

Lid 1

Dit deel van de regeling is tevens van toepassing op het personeel van de gymzalen en sporthallen.

Lid 2

Bij berekeningen in het kader van dit deel geldt voor deeltijdmedewerkers het aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Artikel 11 Basis verlofuren

Een medewerker heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:2 CAR-UWO recht op 158,4 basis verlofuren per kalenderjaar.

Artikel 12 Extra verlofuren

Lid 1

Voor de medewerkers die op 1 januari 2011 in dienst waren bij de gemeente Eijsden-Margraten wordt het basisverlof jaarlijks verhoogd met 50,4 verlofuren.

Lid 2

Voor de medewerkers, die na 1 januari 2011 in dienst treden bij de gemeente Eijsden-Margraten wordt het basisverlof jaarlijks verhoogd met 21,6 verlofuren.

Lid 3

Voor de medewerkers van de voormalige gemeenten Eijsden en Margraten wordt het basisverlof naast de verhoging als bedoeld in lid 1 jaarlijks extra verhoogd met het aantal verlofuren, dat volgens onderstaande tabel op peildatum 1 januari 2011 op hen van toepassing was. Het in de tabel aangegeven aantal uren vormt een vaste, jaarlijkse component tot aan het einde van het dienstverband.

Tabel extra verlofuren, ingedeeld naar voormalige gemeente en leeftijdscategorie

Medewerkers van de voormalige gemeente Eijsden in de leeftijdscategorie op 1-1-2011:

60 jaar en ouder:

36,0 extra verlofuren

55 tot en met 59 jaar:

28,8 extra verlofuren

50 tot en met 54 jaar:

21,6 extra verlofuren

45 tot en met 49 jaar:

14,4 extra verlofuren

Medewerkers van de voormalige gemeente Margraten in de leeftijdscategorie op 1-1-2011:

60 jaar en ouder:

28,8 extra verlofuren

55 tot en met 59 jaar:

21,6 extra verlofuren

50 tot en met 54 jaar:

14,4 extra verlofuren

45 tot en met 49 jaar:

7,2 extra verlofuren

Lid 4

Het basisverlof wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:2:1, vierde lid CAR-UWO verhoogd met 14,4 uren voor de medewerker, waarop regelmatig en in belangrijke mate de verplichting rust om zich volgens rooster buiten de voor hem vastgestelde werktijden ter beschikking te houden. Bij inroostering gedurende een deel van het jaar en/of bij inroostering overeenkomstig de omvang van de aanstelling worden de extra verlofuren naar rato toegekend.

Artikel 13 Lokaal aangewezen vrije dagen

Lid 1

Naast de in artikel 4:2:1, lid 3 CAR-UWO genoemde, landelijke en kerkelijke feest- en gedenkdagen* gelden als lokale vrije dagen binnen de gemeente Eijsden-Margraten:

  • a

    Carnavalsmaandag- en dinsdag

  • b

    Goede Vrijdag

  • c

    Bevrijdingsdag.

Lid 2

Indien een medewerker op een aangewezen vrije dag in dienstopdracht werkzaamheden verricht, wordt dit gelijk gesteld met het werken op een zondag en geldt de daaraan verbonden overwerktoeslag.

Artikel 14 Brugdagen binnendienst

Lid 1

De WOR bestuurder bepaalt jaarlijks met instemming van de ondernemingsraad welke werkdagen rond feest- en gedenkdagen als brugdag voor de binnendienst worden aangewezen. Op een brugdag is de gemeentelijke dienstverlening van dit organisatieonderdeel in zijn geheel gesloten.

Lid 2

Er wordt collectief verlof afgeboekt voor de medewerkers die normaliter op een brugdag werken.

Lid 3

Indien een medewerker op een brugdag in dienstopdracht werkzaamheden verricht, worden de feitelijk gewerkte uren aangemerkt als reguliere werktijd en worden deze niet als verlof afgeboekt. Het afboeken van verlof vervalt eveneens in geval van ziekteverzuim op een brugdag.

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling werktijden en vakantieverlof gemeente Eijsden-Margraten 2011” en treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 in werking.


Noot
*

Bijv. ziek, dienstreis, buitengewoon verlof en studie.

Noot
*

De fictieve begin- en eindtijden zijn: Bij een 9-urige werkdag: 8.00 – 12.30 en 13.00 – 17.30 uur Bij een 8-urige werkdag: 8.30 – 12.30 en 13.00 – 17.00 uur Bij een 7,2-urige werkdag: 8.30 – 12.30 en 13.00 – 16:12 uur Bij een 6-urige werkdag: 8.30 – 12.30 en 13.00 – 15.00 uur Bij een 5,5-urige werkdag: 8.30 – 14.00 uur, geen pauze Bij een 5-urige werkdag: 8.30 – 13.30 uur, geen pauze Bij een 4-urige werkdag: 8.30 – 12.30 uur, geen pauze Bij alle overige opties: fictieve begin- en eindtijden te bepalen in de lijn van dit schema.

Noot
*

Bijv. (huis)arts, tandarts, specialist

Noot
*

In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2011 is hierover bepaald: “Buitendienst: vaste werktijden gebaseerd op 40 uren per week, waardoor 24 extra verlofdagen, waarvan 12 dagen vrij opneembaar zijn en 12 dagen worden ingeroosterd”.

Noot
*

nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, Hemelvaartsdag, 2e Pinksterdag, beide kerstdagen en Koninginnedag