Regeling vervallen per 01-08-2014

Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013

Geldend van 01-08-2014 t/m 31-07-2014

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gezien het bepaalde in de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de Expertisecentra tot het vaststellen van een regeling door de Raad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Inwonerszaken;

BESLUIT:

  • 1.

    De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013’, zoals opgenomen in de bijlage vast te stellen;

  • 2.

    De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden’ gelijktijdig in te trekken;

  • 3.

    De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’ gelijktijdig in te trekken. .

Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013

TITEL 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de verordening wordt verstaan onder

  • a.

    School

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998,495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

  • b.

    Ouders

    • -

      de ouders, voogden of verzorgers van de leerling.

  • c.

    Leerling

    • -

      een leerling van een school als bedoeld onder a.

  • d.

    Woning

    • -

      de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.

  • e.

    Afstand

    • -

      de afstand tussen de woning van de leerling en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg.

  • f.

    Vervoer

    • -

      openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt.

  • g.

    Openbaar vervoer

    • -

      voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto.

  • h.

    Aangepast vervoer

    • -

      vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi.

  • i.

    Eigen vervoer

    • -

      vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets.

  • j.

    Reistijd

    • -

      de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolgids aangeeft dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning.

  • k.

    Toegankelijke school

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor wat betreft scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen.

  • l.

    Inkomen

    • -

      het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar, voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd.

  • m.

    Opstapplaats

    • -

      plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer.

  • n.

    Commissie voor de begeleiding

    • -

      de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden.

  • o.

    Vervoersvoorziening

    • -

      een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of;

    • -

      de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of:

    • -

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

  • p.

    Permanente Commissie Leerlingenzorg

    • -

      de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs.

  • q.

    Samenwerkingsverband

    • -

      het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs.

  • r.

    Regionale verwijzingscommissie

    • -

      de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • s.

    Opdc

    • -

      orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid Wet op het voortgezet onderwijs.

  • t.

    Ambulante begeleiding

    • -

      de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling begeleiding als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

  • u.

    Commissie voor de indicatiestelling

    • -

      de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra

  • v.

    Gehandicapte leerling:

    • -

      een leerling als bedoeld onder c die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders, aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 9, 15 of 19 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2.

    De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, uiterlijk acht weken vóór aanvang van dat schooljaar ingediend, en op zijn vroegst 20 weken vóór aanvang van dat schooljaar.

  • 3.

    Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5.

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6.

    Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen: 

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien bij de aanvraag is ingediend vóór aanvang van een termijn van acht wekenvoorafgaande aan de nieuwe schooljaar;

    • b.

      met ingang van de dag van bekendmaking van het besluit tot toekenning, indien het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van de wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien er sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 10 en 16 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN BASISSCHOLEN

Artikel 9 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school 6 kilometer of meer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 10 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 11 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 9, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

TITEL 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN SPECIALE SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS

Artikel 13 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld ondera.

Artikel 14 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking de beslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school 1 km bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets indien de leerling naar oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging, zoals bedoeld in het eerste lid, en het college het vervoer zelf laat verzorgen of doet verzorgen, kan het van ouders verlangen dat hun kinderen van dit vervoer gebruik maken.

Artikel 16 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging, zoals bedoeld in het eerste lid, en het college het vervoer zelf laat verzorgen of doet verzorgen, kan het van ouders verlangen dat hun kinderen van dit vervoer gebruik maken.

Artikel 17 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

TITEL 4 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 19 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 1 kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 20 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 21 Commissie voor de begeleiding

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 2. Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 22 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 19, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 23 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 19, en:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van het openbaar vervoer gebruik te maken;

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

Artikel 25 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen

  • 1.

    Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 19, indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent dient het bij de beschikking het advies van de commissie van onderzoek of het advies van andere deskundige te betrekken.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten op basis van het eerste lid, is artikel 24 van toepassing.

TITEL 5 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 26 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel per bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 27 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school voor cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 28 Commissie voor de begeleiding

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor voortgezet speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 2. Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 29 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 26, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 30 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 26, en:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van het openbaar vervoer gebruik te maken, of;

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of;

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 31 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

Artikel 32 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen

  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, in geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 26, indien het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie van onderzoek of het advies van andere deskundige te betrekken.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten op basis van het eerste lid, is artikel 31 van toepassing.

TITEL 6 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 33 Bekostiging kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend special onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 34 Bekostiging van de kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindenvervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 4 en 5 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 21, artikel 22, tweede lid, artikel 23, eerste lid onder b, artikel 23, tweede lid, artikel 25, artikel 18, artikel 28, tweede lid, artikel 30, eerste lid onder b, artikel 30, tweede lid en artikel 32.

TITEL 7 DREMPELBEDRAG EN VERGOEDING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT

Artikel 35 Drempelbedrag

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 23.850- wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 of 15 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 of 15 bepaalde afstand, indien hun inkomen meer bedraagt dan € 23.850,-

  • 3.

    De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4.

    Het bedrag van € 23.850,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2013 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 23.850,-

  • 5.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 8 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 36 Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Zij bedragen:

Inkomen in Euro

Eigen bijdragen in Euro

0 – 32.000

Nihil

32.000 – 38.500

125,-

38.500 – 44.500

525,-

44.500 – 50.000

970,-

50.000 – 57.000

1.420,-

57.000 – 63.000

1.875,-

63.000 en verder

Per elke 5.000,-; 460,- erbij

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2013 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO- lonen heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2013 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-. 

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 8 een vervoersvoorziening is verstrekt.

TITEL 8 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORGEZET ONDERWIJS

Artikel 37 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 13 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 38 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college gehandicapt is en niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 13 in acht. Of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 37 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 37 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 39 Bekostiging op basis van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

  • a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

  • b. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

TITEL 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 40 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 41 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 42 Ontzegging toegang tot vervoer

Leerlingen, die zich naar het oordeel van daartoe door het college aangewezen personen, hinderlijk gedragen in het door de gemeente georganiseerde leerlingenvervoer, kunnen door of vanwege het college de toegang tot dat vervoer, al dan niet tijdelijk, worden ontzegd.

Artikel 43 Intrekking oude regelingen

De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden’ van 8 juli 2003 in te trekken per 1 januari 2013.

De ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’ van 29 mei 2007 in te trekken per 1 januari 2013.

Artikel 44 Overgangsregelingen

  • 1. Aanvragen voor een vervoersvoorziening die worden ingediend na inwerkingtreding van deze verordening en nog betrekking hebben op het lopende schooljaar 2012/2013, worden voor de duur van dat schooljaar afgedaan conform respectievelijk de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden’ en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’.

  • 2. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend voor het schooljaar 2013/2014 en eventueel daaropvolgende schooljaren op basis van Titel 3 van deze verordening (sbo-school), en het betreft een leerling die in één of meerdere schooljaren voorafgaande aan het schooljaar 2013/2014 ook een sbo-school bezocht en aan wie toen een vervoersvoorziening was toegekend op basis van artikel 17 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Margraten 2007’, met uitzondering van degene aan wie met toepassing van artikel 44 lid 1 onder a een vervoersvoorziening is toegekend, wordt in afwijking van artikel 35 lid 2 van deze verordening een eigen bijdrage geheven – met inachtneming van het overig bepaalde in artikel 35 van deze verordening – als volgt:

    • -

      schooljaar 2013/2014: 33% van de alsdan vastgestelde eigen bijdrage als bedoeld in artikel 35 lid 1 en 2

    • -

      schooljaar 2014/2015: 66% van de alsdan vastgestelde eigen bijdrage als bedoeld in artikel 35 lid 1 en 2

    • -

      schooljaar 2015/2016 en volgende schooljaren: 100% van de alsdan vastgestelde eigen bijdrage als bedoeld in artikel 35 lid 1 en 2

  • 3. Aan ouders van leerlingen aan wie een vervoersvoorziening is toegekend voor onbepaalde tijd bij ongewijzigde omstandigheden, houden de aanspraak op de toegekende vervoersvoorziening in ongewijzigde vorm gedurende de looptijd van de afgegeven beschikking.

Artikel 45 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 januari 2013 in werking.

Artikel 46 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Eijsden-Margraten op 18 december 2012.

mr. M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans,

griffier, voorzitter

Bijlage BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER

Beleidscriterium dichtstbijzijnde toegankelijke school

- Wet op het primair onderwijs (WPO) artikel 4     

- Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 artikel 3

en 13

 

Het college van B&W van Eijsden-Margraten heeft op 23 oktober 2012 de volgende beleidsregel vastgesteld ten aanzien van het leerlingenvervoer binnen de gemeente Eijsden-Margraten:

 

Artikel 1.

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3 en 13 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013’ wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de door de ouders gewenste speciale school voor basisonderwijs die deel uitmaakt van het WSNS-samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is en die voor de leerling toegankelijk is. 

 

Toelichting

Leerlingenvervoer wordt toegekend naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Met deze beleidsregel wordt dit criterium verruimd waar het gaat om speciale scholen voor basisonderwijs (SBO) binnen het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS). Het betreft hier de SBO-scholen SBO De Sprong en SBO De Opstap in Maastricht, en SBO Bernardus in Gulpen.

Als ouders een voorkeur hebben voor een verder weg gelegen SBO-school wordt in het vervoer de keuze van de ouders gerespecteerd mits de school toegankelijk is voor de leerling. De overige criteria en bepalingen uit de verordening zijn onverminderd van toepassing.

Bijlage BELEIDSREGEL LEERLINGENVERVOER

Beleidscriterium eigen bijdrage bij meerdere kinderen uit eenzelfde gezin

 

- Wet op het primair onderwijs (WPO) artikel 4 

- Verordening leerlingenvervoer gemeente Eijsden-Margraten 2013 artikel 35

 

Het college van B&W van Eijsden-Margraten heeft op 23 oktober 2012 de volgende beleidsregel vastgesteld ten aanzien van het leerlingenvervoer binnen de gemeente Eijsden-Margraten:

 

Artikel 1.

In aanvulling op het bepaalde in artikel 35 van de ‘Verordening leerlingenvervoer gemeente

Eijsden-Margraten 2013’ wordt, voor zover er meerdere kinderen uit eenzelfde gezin gelijktijdig een vervoersvoorziening hebben waarvoor een eigen bijdrage van toepassing is en voor zover de kinderen dezelfde school bezoeken en van dezelfde vervoersvorm gebruik maken, de eigen bijdrage in rekening gebracht, als volgt:

1e kind:    100%

2e kind:    66 %

3e kind    33%

4e kind en volgende:  0%

 

Toelichting

Bij kinderen die een school voor primair onderwijs of speciale school voor basisonderwijs bezoeken en van wie de ouders een inkomen hebben dat meer bedraagt dan het drempelbedrag als genoemd in  artikel 35 lid 1, wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht. Als dit drempelbedrag meerdere malen moet worden toegepast bij kinderen uit eenzelfde gezin, geldt een oplopend gereduceerd tarief. Kinderen vallen onder eenzelfde gezin als ze ouders/aanvrager en woning gemeen hebben en geen sprake is van verblijf in een instelling.