Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening Wet geurhinder en veehouderij Eijsden-Margraten

Geldend van 04-07-2013 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening Wet geurhinder en veehouderij Eijsden-Margraten

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedzaken;

besluit:

vast te stellen de Verordening houdende regels met betrekking tot beslissing inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege die tot die veehouderij behorende dierenverblijven.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 juni 2013.

De griffier, De voorzitter,

mr. M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans

Verordening Wet geurhinder en veehouderij Eijsden-Margraten

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

bebouwde kom:

de kernen, zoals opgenomen in de bijgevoegde bijlage van de door bureau Windmill opgestelde gebiedsvisie gemeente Margraten d.d. december 2008 en gebiedsvisie gemeente Eijsden d.d. 13 oktober 2009.

G eurgevoelig object:

zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij.

V eehouderij:

inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

Wet:

de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv).

Artikel 2 Aanwijzing gebieden

Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 2 en 3, van de Wet wordt aangewezen het volgende gebied:

het gehele grondgebied van de gemeente Eijsden-Margraten.

Artikel 3 Afwijkende waarden voor ou-dieren

Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een "veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld", en een binnen de gemeente Eijsden-Margraten voormalige agrarische bedrijfswoning (of geurgevoelig object) die op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij:

  • a.

    binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b.

    buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.

Artikel 4 Afwijkende waarden voor vaste afstandsdieren

Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wgv en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de afstand tussen een "veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld", en een binnen de gemeente Margraten gelegen geurgevoelig object:

  • a.

    binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter;

  • b.

    buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter.

De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.

Artikel 5 Afwijkende waarden voor geurgevoelige objecten die zijn afgesplitst van de eigenveehouderij (en dus niet meer tot de inrichting behoren).

  • a.

    Op grond van artikel 6 lid 2 van de Wgv en in afwijking van artikel 3, tweede lid en artikel 4, eerste lid van de Wgv, bedraagt de geurnorm tussen een "veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld" en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):

    • -

      25 ouE./m3ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom.

  • De geurbelasting wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling geurhinder en veehouderij bepaald.

  • b.

    Op grond van artikel 6 lid 3 van de Wvg en in afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wvg alsmede artikel 4 van deze verordening, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een geurgevoelig object dat is afgesplitst van de eigen veehouderij (waarbij dit geurgevoelig object dus niet meer tot de inrichting behoort):

    • -

      0-meter ongeacht de ligging binnen of buiten de bebouwde kom.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na bekendmaking met terugwerkende kracht op 1 januari 2013 in werking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Wet geurhinder en veehouderij Eijsden-Margraten”.