Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2014 Eijsden-Margraten II

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2014 Eijsden-Margraten II

De Raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het advies van de raadscommissie Algemene Zaken, Middelen en Milieu;

  • ·

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 april 2014;

  • ·

    gezien het advies van de commissie Algemene Zaken, Middelen en Milieu van 12 mei 2014;

  • ·

    gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Besluit :

  • 1.

    De verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014 vastgesteld bij Raadsbesluit van 12 november 2013, in te trekken;

  • 2.

    De verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2014 Eijsden-Margraten II vast te stellen;

  • 3.

    De datum van intrekking van de verordening genoemd onder 1 is gelijk aan de inwerkingtredingsdatum van de verordening genoemd onder 2.

Artikel 1 – Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    lengte: de lengte over alles;

  • c.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;

  • d.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die verblijf houden aan boord van:

    • a.

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • b.

      kano’s, roei- en volgboten;

    • c.

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • d.

      een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • 2.

    waarvoor de gemeente belastingen heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 4.

    een persoon die op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt.

Artikel 5 - Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 - Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,10.

Artikel 7 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 - Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 - Aangifte

  • 1. Door de belastingplichtige moet binnen dertig dagen na afloop van het betreffende tijdvak aangifte worden gedaan over elk van de volgende tijdvakken van een kalenderjaar:

    • -

      de maanden januari tot en met maart;

    • -

      de maanden april tot en met juni;

    • -

      de maanden juli tot en met september;

    • -

      de maanden oktober tot en met december.

  • 2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.

Artikel 10 - Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 12 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014” vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is met terugwerkende kracht 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening watertoeristenbelasting 2014 Eijsden-Margraten II”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 mei 2014
De griffier, De voorzitter,
Mr. M.G.A.J.T. Verbeet D.A.M. Akkermans