Regeling vervallen per 01-01-2023

Financiële verordening 2017 Eijsden-Margraten

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2022

Intitulé

Financiële verordening 2017 Eijsden-Margraten

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

-Budget: de lasten / baten van de kostenplaats / kostensoort per beleidsveld / taakveld.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van het college de taakvelden per programma vast.

  • 3. De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast. Het voorstel van het college bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 3 Inrichting begroting, paragrafen en jaarstukken

  • 1. De begroting en jaarstukken richten we in conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De begroting is opgebouwd uit paragrafen en programma’s.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1. Het college biedt jaarlijks voor het zomerreces een uitgangspuntennotitie aan de raad over de hoofdlijnen van het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.

  • 2. In deze notitie worden de bevindingen van de bestuursrapportages en jaarrekening meegenomen.

Artikel 5 Autorisatie begroting

  • 1. Het college biedt voorafgaand aan het betreffende begrotingsjaar de begroting ter vaststelling aan de raad aan.

  • 2. De raad autoriseert uiterlijk 15 november voorafgaand aan het betreffende begrotingsjaar de baten en de lasten per programma door middel van het vaststellen van de begroting.

Artikel 6 Bestuursrapportages

  • 1. Het college informeert de raad door middel van bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente van het lopende boekjaar.

  • 2. Het college biedt de bestuursrapportages aan de raad aan op de volgende tijdstippen:

    • a.

      de eerste rapportage voor het zomerreces van de raad van het lopende begrotingsjaar;

    • b.

      de tweede rapportage vóór 31 december van het lopende begrotingsjaar.

  • 3. De bestuursrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering, het bijstellen van het beleid en een overzicht met bijgestelde ramingen.

  • 4. Indien gedurende het jaar blijkt dat een aantal begrote activiteiten niet meer of gedeeltelijk worden gerealiseerd, kan het college voorstellen de betreffende budgetten over te hevelen naar het volgende jaar. Hiervoor gelden de volgende limitatieve voorwaarden:

    • a.

      Het gaat om budgetten waarvoor bindende afspraken zijn gemaakt middels contracten / overeenkomsten, waaruit financiële gevolgen voortkomen, en;

    • b.

      het betreft incidentele posten, en;

    • c.

      het budget mag niet eerder zijn overgeheveld.

  • 5. Het college informeert de raad middels een projectenboek als onderdeel van de bestuursrapportage over de voortgang van projecten. Dit projectenboek wordt gelijktijdig met de bestuursrapportage aangeboden.

  • 6. Een project moet:

    • a.

      uniek zijn en een begin en een eind hebben;

    • b.

      moet multidisciplinair / afdelingsoverstijgend zijn;

    • c.

      moet een hoog risicoprofiel hebben.

  • 7. De inrichting van de bestuursrapportage sluit aan bij de indeling van de begroting.

  • 8. De raad stelt de bestuursrapportage vast.

Artikel 7 Autorisatie investeringskredieten

  • 1. In de programmabegroting vermelden we in de investeringsstaat de nieuwe investeringen en het bijbehorende investeringskrediet;

  • 2. De nieuwe investeringen worden met het vaststellen van de begroting geautoriseerd.

  • 3. Het college informeert de raad als ze verwacht dat:

    • a.

      er een overschrijding van het krediet plaats vindt van meer dan 10% met een minimum van € 7.500 van het geautoriseerde krediet;

    • b.

      dat de baten 10% met een minimum van € 7.500 lager zijn dan begroot.

    • c.

      De raad geeft vervolgens aan of hij hiervoor een voorstel wil voor bijstelling van het beleid of voor wijziging van het krediet.

  • 4. Bij de behandeling van de bestuursrapportages in de raad doet het college voorstellen voor bijstelling van het beleid of voor wijziging van het krediet.

  • 5. Bij investeringen die de raad niet bij het vaststellen van de begroting heeft geautoriseerd, hanteren we de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Het college biedt investeringen kleiner dan € 50.000 bij de tussentijdse bestuursrapportage ter vaststelling aan de raad aan;

    • b.

      Het college biedt investeringen groter dan € 50.000 ter vaststelling aan de raad aan, voordat zij verplichtingen hiervoor aangaat, bovendien geeft zij de financiering en dekking aan.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1. Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad door middel van jaarstukken (overzicht van baten en lasten).

  • 2. In de jaarstukken geven we van de investeringen, de investeringskredieten en de actuele uitputting weer.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 4. De raad stelt de jaarstukken voor 15 juli vast.

Artikel 9 Tussentijdse wijzigingen

Het college kan de raad voorstellen programma’s of kadernota’s tussentijds bij te stellen.

Artikel 10 Financiële afwijkingen baten en lasten

  • 1. Afwijkingen die groter zijn dan 10% met een minimum van € 7.500 per budget worden in de begroting, bestuursrapportage of jaarrekening bij de programma’s toegelicht.

  • 2. Met de in lid 1 bedoelde afwijkingen bedoelen we:

    • a.

      In de begroting: afwijkingen ten opzichte van vorig begrotingsjaar;

    • b.

      In de bestuursrapportage en jaarrekening: afwijkingen ten opzichte van de (bijgestelde)begroting.

  • 3. De raad geeft middels vaststelling van de jaarrekening en bestuursrapportages toestemming voor de genoemde afwijkingen.

  • 4. Ten behoeve van de analyse van de begrotingsrechtmatigheid in de jaarrekening geldt het volgende:

  • 5. Afwijkingen van 2% per programma met een minimum van € 50.000 lichten we toe;

  • 6. Afwijkingen die groter zijn dan € 100.000 lichten we altijd toe.

Artikel 11 Informatieplicht

  • 1. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen die naar het oordeel van het college politiekgevoelig zijn;

    • b.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 50.000;

    • c.

      de in b genoemde informatieplicht is niet van toepassing bij aanvragen van woningbouw-corporaties om als achtervang te fungeren. Uitdrukkelijke voorwaarden hierbij zijn:

      • i.

        de financiering is direct te relateren aan nieuwe projecten / investeringen binnen onze gemeente. In het geval van herfinanciering hoeven het geen nieuwe projecten te zijn. én

      • ii.

        de financiering wordt in samenwerking met het Waarborgfonds Sociale Woningbouwafgesloten.

      • iii.

        verzoeken tot herfinanciering van leningen waarvoor de gemeente eerder reeds achtervang heeft verleend komen voor achtervang in aanmerking mits de looptijd van de leningen in totaliteit niet langer is dan 40 jaar gerekend vanaf het begin van de exploitatie van de projecten.

Artikel 12 EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, (Wet houdbare overheidsfinanciën), hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is en welke aanpassing dit moet zijn.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 13 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Het college stelt een nota op met nadere regels ten aanzien van activeren, waarderen en afschrijven in overeenstemming met het BBV.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      de definitie van een investering

    • b.

      wijze van waardering

    • c.

      wijze van afschrijving en afschrijvingstermijnen

  • 3. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 14 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het college stelt een nota op met nadere regels ten aanzien van reserves en voorzieningen.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming, besteding en hoogte van reserves en voorzieningen.

  • 3. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 15 Financieringsfunctie

  • 1. De raad stelt het treasurystatuut vast. In het treasurystatuut nemen we regels op voor de uitvoering van de financieringsfunctie.

  • 2. De raad mandateert in het treasurystatuut uitvoeringsregels aan het college. Het college neemt deze regels op in de uitvoeringsregeling Treasury Eijsden-Margraten.

Artikel 16 Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid getroffen op basis van een statische beoordeling op oninbaarheid van de individuele openstaande vorderingen.

Artikel 17 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel over de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor heffingen en rechten. In dit voorstel wordt verwezen naar de grondslagen waarop de bepaling van de hoogte van de tarieven zijn gebaseerd.

Artikel 18 Kostprijsberekening

  • 1. Bij de kostprijsberekeningen houden we rekening met de geldende wet- en regelgeving.

  • 2. Bij de toerekening van overheadkosten gaan we uit van het aantal uren maal het tarief.

  • 3. De in lid 2 genoemde tarieven nemen we over uit de meest recente “Handleiding Overheidstarieven” die het ministerie van Financiën jaarlijks vaststelt. Daarbij gaan we uit van de tarieven inclusief overhead en exclusief winstopslag.

  • 4. Het aantal uren bepalen we aan de hand van het historisch gemiddeld aantal uren en de nieuwe ontwikkelingen. Jaarlijks bekijken we of een herziening van deze uren noodzakelijk is.

Artikel 19 Prijzen economische activiteiten

Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht.

Hoofdstuk 4. Financiële organisatie, financieel beheer en control

Artikel 20 Administratie

Onder administratie verstaan we: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. Het college draagt zorg voor de opzet en werking van de administratie.

Artikel 21 Financiële organisatie

Het college zorgt voor:

  • 1.

    Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • 2.

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

  • 3.

    Het college stelt interne regels vast voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen.

  • 4.

    Het college stelt een interne visie vast voor de resultaatgerichte en beheersbare organisatie: het control raamwerk;

  • 5.

    Het college legt de regelgeving voor de financiële organisatie vast in:

    • a.

      De nota inkoop en aanbesteding;

    • b.

      De budgethoudersregeling;

    • c.

      De mandaatregeling.

Artikel 22 Interne controle

Ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de baten en lasten zorgt het college voor de jaarlijkse interne controle. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beelden de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen. Hiervoor stellen we een intern controleplan op.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 23 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Financiële verordening Eijsden-Margraten, vastgesteld op 18 december 2012 wordt ingetrokken per 1 januari 2017. Deze verordening blijft van toepassing op de jaarrekening en het jaarverslag 2016.

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Eijsden-Margraten 2017.