Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Winkelcentrum Oud Woensel 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Winkelcentrum Oud Woensel 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat dat de raad van de gemeente in zijn vergadering van 6 november 2012 heeft vastgesteld de volgende

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • f.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • g.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Eindhoven zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart en de omschrijving waarop de exacte grenzen van het gebied zijn omschreven. In geval van discrepantie tussen de kaart en de gebiedsomschrijving is de kaart bepalend.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De reclameheffing wordt geheven per onroerende zaak.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf is een vast bedrag vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar.

  • 3.

    Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 4.

    Het vaste bedrag van de reclameheffing bedraagt €250,-.

  • 5.

    Het in het vorige lid genoemde bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van €2,- per € 1.000,- aan WOZ-waarde, zodra de heffingsmaatstaf een bedrag van €153.000,- aan WOZ-waarde overstijgt.

  • 6.

    De heffing bedraagt maximaal €700,-.

  • 7.

    Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclameheffing.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging of vermindering van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven door middel van een aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden dan wel een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een afbeelding met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • g.

    die een onlosmakelijk onderdeel zijn van de voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of winkel;

  • h.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • i.

    op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • j.

    die uit cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang zijn aangebracht door (semi-) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of -verenigingen.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Anti-dubbeltelbepaling

Geen reclamebelasting wordt geheven voor voorwerpen (luifels, terrasmeubilair, -afscheidingen, en daarbij behorende parasols), waarvoor in hetzelfde belastingtijdvak reeds precariobelasting wordt geheven.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting Winkelcentrum Oud Woensel 2013’

Gebiedsomschrijving en kaart,

behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Winkelcenrtrum Oud Woensel 2013

De Verordening is van toepassing binnen het volgende gebied van de gemeente Eindhoven: - Pastoor Petersstraat tussen Veldm Montgomerylaan en Kruisstraat; - Kruisstraat; -Gildelaan; Nieuwe Fellenoord tussen Kruisstraat en Dr Willem Dreesstraat; - Van Kinsbergenstraat nr. 1A; - Verwerstraat vanaf nr. 106 evenzijde en 131 onevenzijde tot aan de Kruisstraat; Woenselse Markt; Van Brakelstraat nr. 6; -Bakkerstraat vanaf nr. 34 evenzijde en nr. 33 onevenzijde tot aan de Woenselse Markt; - Kloosterdreef tussen Kronehoefstaat/Pastoriestraat en de Woenselse Markt. De in de vorige zin genoemde (delen van) straten en adressen vallen binnen het gebied.

Afbeelding

Eindhoven, 6 november 2012.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 19 december 2012.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.