Verordening lening opstartkosten CPO-projecten

Geldend van 07-01-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening lening opstartkosten CPO-projecten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 18 december 2012 heeft vastgesteld het volgende:

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven.

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    Aanvrager: vertegenwoordiger van het bestuur van de CPO-vereniging met rechtspersoonlijkheid die als doelstelling heeft (dan wel de expliciet tot uitdrukking gebrachte intentie heeft) op te treden als CPO-vereniging.

  • d.

    CPO-vereniging: groep toekomstige bewoners, allen lid van de vereniging met rechtspersoonlijkheid welke specifiek voor dat doel is opgericht en die gezamenlijk de grond verwerven en voor het eigen bouwproject optreedt als opdrachtgever.

  • e.

    Initiatief: De omschrijving van het initiatief bevat minimaal de indicatie van de grootte en soort initiatief (aantal woningen, verhouding huur/koop, prijssegmenten en de aard van de eventuele voorzieningen).

  • f.

    CPO-project:

    • 1.

      nieuwbouw van ten minste twee woningen.

    • 2.

      verbouw van bestaande panden, waarbij een functiewijziging plaatsvindt en waarbij ten minste twee woningen gerealiseerd worden. Dit bestaande pand is geen woongebouw.

  • g.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.

  • h.

    Gemeenterekening lening startkosten CPO-projecten: De bij SVn in beheer zijnde voorziening waaruit de gemeente leningen kan toekennen ter stimulering van een CPO-project voor het doel zoals omschreven in artikel 3.

  • i.

    Lening: een subsidie zoals bedoeld in artikel 4:21 Awb.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing op door het college te verstrekken eenmalige leningen voor de startkosten van een CPO-project.

  • 2. De lening wordt uitsluitend verstrekt aan een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2:27 van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de leden natuurlijke personen zijn die zonder winstoogmerk en economische activiteiten koopwoningen laten realiseren.

  • 3. De lening kan worden verstrekt voor:

    • a.

      De notariskosten ten behoeve van het oprichten van de vereniging gericht op het in collectief verband realiseren van woningen voor eigen gebruik en zonder winstoogmerk.

    • b.

      Het gezamenlijk inhuren van een of meer externe deskundigen voor de coördinatie of procesbegeleiding en voor het voorbereiden en opstellen van een bouwplan en bouwontwerp.

    • c.

      Aanbetaling van 4% van de koopsom bij ondertekening van de grondreserverings-overeenkomst met de gemeente.

  • 4. De maximale hoogte van de lening per woning is:

    • a.

      voor nieuwbouw Euro 6.000,-- per woning.

    • b.

      voor bestaande bouw Euro 7.500,-- per woning.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van de lening met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college neemt in het kader van deze verordening besluiten over verlening van de lening, weigering van de lening, vaststelling van de lening, wijziging of intrekking van de verlening of vaststelling van de lening, bevoorschotting of terugvordering van de lening. En het kan hiertoe nadere regels stellen.

  • 3. Het college vraagt de SVn vóór het nemen van een besluit op de aanvraag voor een lening advies.

  • 4. Het college kan voorwaarden aan de beschikking verbinden.

  • 5. Het college kan formulieren vaststellen voor het indienen van de aanvraag om een lening, voor de verantwoording en voor de aanvraag om vaststelling van de lening.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan besluiten tot het vaststellen van een subsidieplafond.

  • 2.

    Het college stelt tegelijkertijd nadere regels vast over de verdeling van de beschikbare middelen als bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk II Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag om een lening wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2.

    Een aanvraag om een lening gaat naast het bepaalde in artikel 4:2 Awb vergezeld van:

  • a.

    Oprichtingsakte van de vereniging;

  • b.

    Ondertekende notulen van een ledenvergadering waaruit het draagvlak blijkt voor het CPO-project.

  • c.

    Een document waaruit blijkt dat het bouwplan past binnen het geldende bestemmingsplan of waaruit blijkt dat de gemeente bereid is in principe medewerking te verlenen aan het wijzigen van het bestemmingsplan om het project mogelijk te maken.

  • d.

    Een omschrijving van het initiatief.

  • e.

    Een verklaring dat bouwgrond of een gebouw beschikbaar is of komt.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere of minder dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. De volledige aanvraag wordt ingediend uiterlijk minstens 12 weken voordat de gelden als bedoeld in artikel 2 nodig zijn.

  • 2. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld en volledig is.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    Binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag besluit het college en stuurt een verleningsbeschikking aan de aanvrager.

  • 2.

    Als een aanvraag om een lening in verband met staatssteun aan de Europese Commissie is voorgelegd beslist het college daarop binnen 8 weken na de beslissing van de Europese Commissie.

Hoofdstuk III Weigering van de lening

Hoofdstuk III Weigeren van de lening

Artikel 8 Algemene weigeringsgronden

Het college weigert de lening in ieder geval indien:

  • a.

    Het college voor dezelfde activiteiten reeds een lening of een subsidie in andere vorm heeft verstrekt.

  • b.

    De lening is aangemerkt als ontoelaatbare staatssteun.

  • c.

    Verstrekking van de lening niet past binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders en financiële kaders.

  • d.

    Een project niet gelegen is in de gemeente.

  • e.

    De woningen niet zijn bedoeld voor eigen gebruik en bewoning voor de leden van de vereniging.

Artikel 9 Specifieke weigeringsgronden

  • 1.

    Het college kan naast het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb de lening weigeren indien:

    • a.

      De aanvrager ook zonder lening over de benodigde gelden, hetzij uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken

    • b.

      De doelstellingen of activiteiten van aanvrager in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde.

    • c.

      Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant voor dezelfde activiteit reeds een lening of een andere vorm van subsidie op grond van de Stimuleringsregeling collectief particulier opdrachtgeverschap hebben verstrekt.

  • 2.

    Het college kan de lening weigeren indien de SVn een negatief advies uitbrengt.

Hoofdstuk IV Verlening van de lening

Artikel 10 Verlening lening

  • 1. Het college geeft bij het besluit tot het verlenen van de lening aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt en kan hiertoe nadere regels stellen.

  • 2. Het college stelt de hoogte van de CPO-lening vast met inachtname van artikel 2, vierde lid.

  • 3. De lening wordt in zijn geheel afgelost op het moment van het passeren van de laatste individuele notariële eigendomsoverdracht.

  • 4. Het rentepercentage bedraagt 0,5%.

  • 5. SVn vraagt een afsluitprovisie van 1,5% per lening.

  • 6. Indien de voorwaarde van het derde lid aantoonbaar niet haalbaar is dan kent de lening een maximale looptijd van 1,5 jaar.

  • 7. Kan aantoonbaar niet voldaan worden aan het vijfde lid dan is uitstel van betaling mogelijk, mits schriftelijk aangevraagd voor afloop van de 1,5 jaar.

  • 8. Het maximale uitstel van betaling ingevolge het zesde lid is 6 maanden.

  • 9. De algemene bepalingen van geldleningen van SVn zijn van toepassing.

Artikel 11 Betaling

  • 1.

    Betalingen aan de ontvanger van de lening worden op declaratiebasis verricht.

  • 2.

    Indien sprake is van een beschikking tot verlening aan een rechtspersoon in oprichting wordt pas overgegaan tot betaling nadat de oprichtingsakte is overgelegd.

Hoofdstuk V Algemene verplichtingen van de ontvanger van de lening

Artikel 12 Meldingsplicht

De ontvanger van de lening doet ogenblikkelijk melding aan het college zodra aannemelijk is dat de doelen waarvoor de lening is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de in de beschikking tot verlening van de lening verbonden verplichtingen en voorwaarden zal worden voldaan.

Artikel 13 Informatieplicht en toestemmingsvereiste

  • 1.

    1.De ontvanger van de lening informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

  • a.

    Besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten waarvoor de lening is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

  • b.

    Relevante wijzigingen in de algemene en financiële situatie en relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden.

  • c.

    Ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de beschikking tot verlening verbonden verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen.

  • d.

    Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 2.

    De ontvanger van de lening heeft de toestemming van het college nodig voor de handelingen, bedoeld in artikel 4:71 van de Awb, als zij van invloed zijn op de activiteiten waarvoor de lening gebruikt wordt.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de ontvanger van de lening

Bij de verlening kan het college de ontvanger van de lening ook andere verplichtingen tot verwezenlijking van het doel van de subsidie opleggen dan die bedoeld in artikel 4:37 van de Awb.

Hoofdstuk VI Verantwoording en vaststelling van de lening

Artikel 15 Verantwoording lening

  • 1.

    Verantwoording van de lening vindt door de ontvanger van de lening plaats aan de SVn.

  • 2.

    Na berichtgeving van de SVn over de verantwoording van de lening aan het college vindt ambtshalve vaststelling van de lening plaats.

  • 3.

    Uit de berichtgeving van de SVn blijkt tevens of de lening volledig afgelost is en of aan de voorwaarden voldaan is.

Hoofdstuk VII Slotbepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing voor de aanvrager leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Het eerste lid wordt niet toegepast op de artikelen 1, 2, 3 en 8.

Artikel 17 SVn

De deelnemingsovereenkomst welke afgesloten is tussen de gemeente Eindhoven en de SVn is van toepassing op deze verordening.

Artikel 18 Overgangsbepalingen

Leningen die zijn aangevraagd of verstrekt vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, worden behandeld overeenkomstig de regeling die gold ten tijde van de aanvraag.

Artikel 19 Evaluatiebepaling

2 jaar na inwerkingtreding van de verordening wordt deze geëvalueerd.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2013.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lening opstartkosten CPO-projecten.

Eindhoven, 18 december 2012.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

R.van Gijzel, burgemeester.

P.M. Pistor, secretaris.

Uitgegeven, 20 december 2012.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.

abo/RC12031328