Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014

Geldend van 19-12-2013 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente in zijn vergadering van 5 november 2013 heeft vastgesteld de volgende

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • d.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.

  • e.

    tussenpersoon: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • f.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • g.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van de gemeente Eindhoven zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart en de bijlage waarop de exacte grenzen van het gebied zijn omschreven. In geval van discrepantie tussen de kaart en de gebiedsomschrijving is de kaart bepalend.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de reclameobjecten worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar de oppervlakte van een reclameobject, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6 bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging, worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.

  • 3. Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

  • 4. Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij de verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:

    • a.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een voorziening, zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingvoorwerp bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • b.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit;

    • c.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een voorziening, zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtigen een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp;

  • 2. Indien het reclameobject slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald op het van de openbare weg zichtbaar gedeelte van het reclameobject.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging of vermindering van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven door middel van een aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • b.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden dan wel een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • c.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;

  • e.

    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een afbeelding met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • g.

    die een onlosmakelijk onderdeel zijn van de voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of winkel;

  • h.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak;

  • i.

    op bouwterreinen, voor zover de opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

  • j.

    die uit cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang zijn aangebracht door (semi-) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of -verenigingen.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Anti-dubbeltelbepaling

Geen reclamebelasting wordt geheven voor voorwerpen (luifels, terrasmeubilair, -afscheidingen, en daarbij behorende parasols), waarvoor in hetzelfde belastingtijdvak reeds precariobelasting wordt geheven.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening reclamebelasting 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 6november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemdedatum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijftop de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014.

Tarieven en kaart behorende bij de Verordening op de heffing en invordering reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014

DE RAAD VAN DE GEMEENTE EINDHOVEN heeft in zijn vergadering van 6 november 2012 de volgende tarieventabel en gebiedsomschrijving met kaart vastgesteld, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering Reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014:

BESLUIT:

Het tarief voor het hebben van een reclameobject bedraagt, per jaar,

  • a.

    indien de oppervlakte van het reclameobject niet meer is dan 0,1 m²: € 0,-

  • b.

    indien de oppervlakte van het reclameobject meer is dan 0,1 m² maar minder dan 10m²: € 550,-

  • c.

    indien de oppervlakte van het reclameobject 10 m² of meer is, maar minder dan 20m² : € 950,-

  • d.

    indien de oppervlakte van het reclameobject 20 m² of meer is: € 1.150,-

Gebiedsomschrijving en kaart, behorende bij de Verordening op de heffing en invordering reclamebelasting Eindhoven Centrum 2014

De verordening is van toepassing binnen het volgende gebied van de gemeente Eindhoven: in het centrumgebied, dat gelegen is binnen het gebied dat begrensd wordt door de straten: Fellenoord, Professor Dr. Dorgelolaan, Dommeltunneltje, Parklaan, Nachtegaallaan, Bleekstraat, Bleekweg, Stratumsedijk, Bilderdijklaan, Paradijslaan tot aan de Zwembadweg, Zwembadweg, Edenstraat, Mauritsstraat, Vonderweg en de Elisabethtunnel. De in de vorige zin genoemde (delen van) straten vallen buiten het gebied.

Eindhoven, 5 november 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 18 december 2013.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.