Regeling vervallen per 17-01-2014

Verordening Winkeltijden

Geldend van 01-07-2013 t/m 16-01-2014

Intitulé

Verordening Winkeltijden 1997

Burgemeester en wethouders van Eindhoven maken bekend dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 3 maart 1997 de volgende verordening heeft vastgesteld:

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, TweedePinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag.

 

Artikel 2. Zon- en feestdagen.

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor de stadsdelen WoenselNoord, Woensel-Zuld, Strijp, Tongelre, Gestel, Stratum en Centrum afzonderlijk.

Artikel 2A. Ontheffingen vanwege toerisme.

  • 1. In verband met de toeristische aantrekkingskracht kunnen burgemeester en wethouders voor het stadsdeel centrum bovenop het gestelde onder artikel 2, van deze verordening, op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, opgenomen in artikel 2, lid 1 onder a en b en lid 2 van de wet tussen 12.00 uur en 18.00 uur voor de periode van 30 november tot 1 januari.

  • 2. De ontheffing betreft maximaal twee zondagen.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen de in lid 1 bedoelde ontheffing slechts wanneer vaststaat dat in genoemde periode evenementen plaatsvinden die de toeristische aantrekkingskracht van het centrum verhogen.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in eerste tot en met derde lid van dit artikel, kan de gemeenteraad bij separaat besluit vrijstelling verlenen van de verboden, opgenomen in artikel 2, lid 1 onder a en b en lid 2 van de wet tussen 12.00 uur en 18.00 uur voor de periode van 30 november tot 1 januari. De gemeenteraad  verleent de vrijstelling slechts wanneer vaststaat dat in genoemde periode evenementen plaatsvinden die de toeristische aantrekkingskracht van het centrum verhogen.

Artikel 2B Vrijstelling voor de levensmiddelenbranche voor zondagen.

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondagen gelden niet van 12.00 uur tot 20.00 uur voor de levensmiddelenbranche.

Artikel 3. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend ten behoeve van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, tentoonstellingen en modeshows.

Artikel 4. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voorzover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon· en leefsituaties of de openbare orde in de omgeving van de winkel of door de in artikel 2, lid 2 van de wet bedoelde uitoefening van een bedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel of de uitoefening van het bedrijf.

Artikel 5. Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste 13 winkels ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat in de winkel uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren dienen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1 ,eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 6. Beslistermijn.

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken op een aanvraag van een ontheffing.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 7. Overdracht van de ontheffing.

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan vooraf schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 8. Intrekken of wijzigen van de ontheffing.

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing op grond van deze verordening

intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetredenna het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van het bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 9. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van haar afkondiging.

Artikel 10. Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden".

Artikel 11a. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

a. musea;

b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 11b. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

  • b.

    winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 11c. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 11d. Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 11e. Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 11f Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 11g Bejaardenoorden

  • 1.

    1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 11h E.H. Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 11i Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 11j Ramadan

1.De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

2.De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 11k Bedevaartplaats

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

  • a.

    voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.

    religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.

    bloemen en planten.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

  • a.

    voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.

    religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.

    bloemen en planten.

Artikel 11l Carnaval

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 11m Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Ondertekening

Eindhoven, 17 maart 1997.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Uitgegeven, 18 maart 1997.
Mij bekend,de gemeentesecretaris van Eindhoven,
C. Tetteroo
1543G