Regeling vervallen per 02-02-2024

Verordening collegeonderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Eindhoven (artikel 213a Gemeentewet)

Geldend van 05-01-2005 t/m 01-02-2024

Intitulé

Verordening collegeonderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Eindhoven (artikel 213a Gemeentewet)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente, in zijn vergadering van 20 december 2004, heeft vastgesteld de navolgende:

Verordening collegeonderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Eindhoven (artikel 213a Gemeentewet)

Artikel 1. Definities.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zoveel mogelijk resultaat wordt bereikt;

  • b.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie.

  • 1. Het college onderzoekt eens in een periode van twee raadsperiodes de doelmatigheid van het functioneren van de totale gemeentelijke organisatie. Daarvoor wordt iedere gemeentelijke organisatie-eenheid, dat wil zeggen elke dienst, alsmede elke gemeentelijke taak, tenminste eens per twee raadsperiodes in zijn geheel aan een dergelijke toets onderworpen. Daarnaast vindt zo nodig aanvullend themagericht/verdiepend doelmatigheidsonderzoek plaats.

  • 2. Het college toetst jaarlijks, aan de hand van vooraf vastgestelde doelen, de doeltreffendheid van het in de programma's en paragrafen van de begroting geformuleerde beleid. Op basis hiervan vindt eventueel verder onderzoek plaats.

Artikel 3. Onderzoeksplan.

  • 1. Het college neemt jaarlijks in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de programmabegroting een onderzoeksplan op voor de in het erop volgende jaar te verrichten interne onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid.

  • 2. In het onderzoeksplan wordt per onderzoek globaal aangegeven:

    • a.

      het object van onderzoek;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de onderzoeksmethode;

    • d.

      doorlooptijd van het onderzoek;

    • e.

      de wijze van uitvoering;

    • f.

      de kosten.

  • 3. In het jaarplan wordt aangegeven welke budgetten in de begroting zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken.

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de programmabegroting en het concernjaarverslag over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van bijbehorende budgetten.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking.

  • 1. De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2. Het college stelt naar aanleiding van de onderzoeksrapportage een reactie op waarin zij aangeeft hoe zij de aanbevelingen zal hanteren, waarbij zo nodig een plan van verbetering wordt opgesteld.

  • 3. Het college biedt jaarlijks via de bedrijfsvoeringsparagraaf van het concernjaarverslag de raad, ter kennisneming, een verslag aan van de onderzoeksresultaten van de volgens het onderzoeksplan uitgevoerde onderzoeken, inclusief haar reactie op de aanbevelingen.

Artikel 6. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 7. Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening collegeonderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Eindhoven" (artikel 213a van de Gemeentewet).

Ondertekening

Eindhoven, 1 januari 2005.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
Sakkers, burgemeester.
Langerwerf, secretaris.
Uitgegeven, 5 januari 2005.
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
ir. C.A.J.M. Langerwerf.
EE05000158.def