Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Geldend van 10-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad in zijn vergadering van 3 november 2015 heeft vastgesteld de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening met bijbehorende tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, voor het betalen van parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, de centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • d.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarop slechts tegen het betaling van parkeerbelasting dan wel met een daartoe verleende parkeervergunning of ontheffing mag worden geparkeerd;

  • e.

    belanghebbendenparkeerplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    parkeervergunning: een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren zoals geregeld en beschreven in de Parkeerverordening Eindhoven 2009;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning als bedoeld onder g. is verleend;

  • i.

    het RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • j.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Eindhoven een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of RFID-kaart (kaart met technologie op het gebied van Radio Frequency Identification);

  • k.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • l.

    dag: periode tussen 00.00 uur en 24.00 uur;

  • m.

    maand: een kalendermaand;

  • n.

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • o.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • I.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • II.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon, of ander communicatiemiddel, of RFID-kaart inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6. Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven bij wege van

    voldoening op aangifte.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte

    worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of RFID-kaart inloggen op de centrale computer.

  • 5.

    De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte

    worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 6.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7. Ontheffing

  • 1. Indien een vergunning op verzoek van de vergunninghouder wordt ingetrokken of vervalt, wordt op aanvraag ontheffing verleend over de nog niet ingetreden kalendermaanden, waarop de vergunning betrekking heeft.

  • 2. Indien een belastingplichtige als gevolg van verhuizing, ziekte, overlijden, bedrijfsopheffing of –staking, van de verleende vergunning geen gebruik maakt gedurende de gehele of een deel van de periode waarvoor het parkeerbelasting is geheven, wordt op verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.

  • 3. Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt op verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.

  • 4. Deze ontheffing bedraagt een twaalfde deel van het jaarbedrag voor elke volle

    kalendermaand dat van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

Artikel 8. Aanslaggrens

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

Artikel 9. Vrijstelling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor het parkeren van een voertuig op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen door:

    • a.

      personen van rijk, provincie, regiobestuur en gemeente, voor zover het voertuig in de uitoefening van de dienst wordt gebruikt en uiterlijk duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is of, indien het voertuig niet duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is, voor zover het dienstvoertuig als zodanig bij het Afdelingshoofd Stadstoezicht is aangemeld;

    • b.

      personen die gaan trouwen of een partnerschapsakte gaan sluiten, in het bezit van een door of namens het college van burgemeester en wethouders af te geven bewijs, uitsluitend op het Stadhuisplein.

  • 2. De belasting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren vaneen voertuig op een parkeerapparatuurplaats wordt niet geheven van een houder van een geldige Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990,469), mits deze kaart op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.

Artikel 10. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 11. Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van naheffingsaanslagen ter zake van de belasting

    bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig welke onafgebroken

    op een parkeerplek staat en waaraan drie achtereenvolgende

    naheffingsaanslagen zijn uitgereikt die niet betaald zijn, een wielklem worden

    aangebracht.

  • 2.

    Tot zekerheid van betaling van naheffingsaanslagen ter zake van de belasting

    bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig waarvan de houder

    als wanbetaler aangemerkt is, een wielklem worden aangebracht.

  • 3.

    Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en

    weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 4.

    Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het

    motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de

    Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden

    overgebracht en in bewaring worden gesteld.

  • 5.

    De regelingen met betrekking tot de wielklem- en wegsleepregeling en de bijbehorende kosten zoals vastgesteld in artikel 12 van deze verordening zijn van toepassing na het aanbrengen van een wielklem, in die zin dat de wielklem alleen verwijderd wordt respectievelijk de houder zijn motorvoertuig alleen kan terugkrijgen bij het bewaarterrein, als hij alle met betrekking tot het motorvoertuig opgelegde en openstaande naheffingsaanslagen parkeerbelasting plus de bijbehorende kosten zoals bedoeld in artikel 12 van deze verordening, plus de eventuele kosten van (dwang)invordering met betrekking tot de niet betaalde naheffingsaanslagen, heeft betaald.

Artikel 12. Kosten

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onder a, bedragen € 60,-.

  • 2. De kosten voor het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 80,--.

  • 3.1 De kosten voor de overbrenging van een motorvoertuig naar de bewaarplaats bedragen:

    • a.

      basistarief / uitrijtarief € 75,-;

    • b.

      sleepkosten naar bewaarplaats voor motorvoertuigen met een

      maximum massa van 3.500 kg. of minder: € 72,-;

    • c.

      sleepkosten naar bewaarplaats, voor motorvoertuigen met een maximum massa van meer dan 3.500 kg.: de kosten genoemd onder a en b vermeerderd met 50%.

  • 3.2 De kosten van het bewaren van een motorvoertuig bedragen:

    • a.

      € 45,- voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 17,- voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 4. Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 13. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 15. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2015", vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening parkeerbelastingen 2016".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2015.

Eindhoven, 3 november 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

Uitgegeven, 9 december 2015

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor

Tarieventabel verordening parkeerbelastingen 2016

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de verordening bedraagt:

in het gebied (gebiedsbegrenzing conform figuur 1) en op de locatie (in het aanwijzingsbesluit worden de locaties conform de nummering gespecificeerd):

A. Centrum

Per 60 minuten

Maximum dagtarief

Starttarief (toeslag)

Maximale parkeerduur

1.

€ 3,20

n.v.t.

€ 0,20

n.v.t.

2.

€ 2,20

n.v.t.

€ 0,20

n.v.t.

3.

€ 2,20

€ 7,30

€ 0,20

n.v.t.

4.

€ 0,20

n.v.t

n.v.t.

Maximaal 200 uur per kwartaal (bezoekerspas)

B. Schilwijk

Per 60 minuten

Maximum dagtarief

Starttarief (toeslag)

Maximale parkeerduur

1.

€ 1,20

n.v.t

€ 0,20

n.v.t.

2.

€ 1,20

€ 4,30

€ 0,20

n.v.t.

3.

€ 1,20

n.v.t.

€ 0,20

30 minuten

4.

€ 1,20

n.v.t.

€ 0,20

60 minuten

5.

6.

€ 0,20

n.v.t

n.v.t.

€ 19,80

n.v.t.

€ 0,20

Maximaal 200 uur per kwartaal (bezoekerspas)

n.v.t

C. Restgebied

Per 60 minuten

Maximum dagtarief

Starttarief (toeslag)

Maximale parkeerduur

1.

€ 1,20

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

2.

€ 1,20

€ 3,50

n.v.t.

n.v.t.

3. *

€ 0,60 / € 1,20

€ 3,50

n.v.t.

n.v.t.

4.

€ 1,20

n.v.t.

n.v.t.

30 minuten

5.

€ 1,20

n.v.t.

n.v.t.

120 minuten

6.

7.

€ 0,20

n.v.t

n.v.t.

€ 19,80

n.v.t.

€ 0,20

200 uur per kwartaal (bezoekerspas)

n.v.t

* Het tarief bedraagt € 0,60 voor de eerste 60 minuten en € 1,20 voor elke volgende 60 minuten, met een maximum van € 3,50 per dag.

Centrum: Dit gebied wordt begrensd door Boschdijk (tussen Fellenoord en Pastoor Petersstraat) – Pastoor Petersstraat - Veldmaarschalk Montgomerylaan (tussen Pastoor Petersstraat en Vincent van den Heuvellaan) – Vincent van den Heuvellaan - John F Kennedylaan (tussen Vincent van den Heuvellaan en Fellenoord) – Professor Dr. Dorgelolaan (tussen John F Kennedylaan en de Dommel) – De Dommel (tussen Prof. Dr. Dorgelolaan en Vestdijk – Vestdijk – Hertogstraat – P CZN Hooftlaan – Wal – de Dommel (tussen Wal en Edenstraat) – Edenstraat – Mauritsstraat – Vonderweg – Fellenoord (tot aan Boschdijk).

Schilwijk: Het gedeelte van de gemeente gelegen binnen de ring maar niet behorend tot het centrum.

Rest van de stad: Het gedeelte van de gemeente gelegen buiten de ring.

afbeelding binnen de regeling figuur 1: begrenzing gebiedstype - gemeente Eindhoven

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de verordening bedraagt voor een:

Aanduiding

Type parkeervergunning en gebiedsomschrijving

Per maand

Per jaar

A

Type: Bewonersparkeervergunning

Belanghebbendenparkeren-gebied

(111 Mariënhage en 112 Bergen)

a.1

Eerste bewonersparkeervergunning in het centrumgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;

€ 12,50

€ 150,-

a.2

Tweede bewonersparkeervergunningin het centrumgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;

€ 25,-

€ 300,-

Belanghebbendenparkeren-gebied (425 Rapenland en 515 Winkelcentrum Woensel)

a.3

Eerste bewonersparkeervergunning in het schil- en restgebied, op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;

€ 10,-

€ 120,-

a.4

Tweede bewonersvergunning in het schil- en restgebied, op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;

€ 12,50

€ 150,-

Betaald parkeren-gebied

111 Stratumsedijk en 112 Don Boscostraat

a.5

Eerste bewonersparkeervergunningin het centrumgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

€ 10,-

€ 120,-

a.6

Tweede bewonersparkeervergunningin het centrumgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

€ 20,-

€ 240,-

211 Irisbuurt, 213 Elzent-Noord, 215 Joriskwartier, 216 Bloemenplein, 217 Looiakkers, 311 Villapark, 410 Limbeek-Zuid, 411 Limbeek Noord, 412 Woenselse Markt, 412/413 Hemelrijken / Gildebuurt, 414 Woenselse Watermolen, 514 ’t Hool, 515 Winkelcentrum Woensel, 611 Vonderkwartier Zuid, 615 Schoot, 624 Drents Dorp, 711 Schrijversbuurt, 712 Oude Spoorbaan

a.7

Eerste bewonersparkeervergunningin het schil- en restgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

€ 3,70

€44,40

a.8

Tweede bewonersparkeervergunningin het schil- en restgebied op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

€ 7,40

€88,80

a.9

Bewonersparkeervergunning avond schilwijk / rest, op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, geldig op een beperkt aantal straten (winkelstrips);

€ 3,70

€44,40

a.10

Eerste bewonersparkeervergunning terreinen op kenteken gesteld, bestemd voor bewoners van de wijken 111 Binnenstad, 112 de Bergen, 113 Witte Dame en 114 Fellenoord die recht geven om te parkeren op aangewezen parkeerterreinen: Tramstraat, Stationsweg, Deken van Somerenstraat, Rungraaf en ’t Eindje zonder plaatsgarantie;

€ 21,-

€ 252,-

a.11

Tweede bewonersparkeervergunning terreinen op kenteken gesteld, bestemd voor bewoners van de wijken 111 Binnenstad, 112 de Bergen, 113 Witte Dame en 114 Fellenoord die recht geven om te parkeren op aangewezen parkeerterreinen: Tramstraat, Stationsweg, Deken van Somerenstraat, Rungraaf en ’t Eindje zonder plaatsgarantie;

€ 42,-

€ 504,-

a.12

Eerste bewonersparkeervergunning terreinen op kenteken gesteld, bestemd voor bewoners van de wijken 111 Binnenstad, 112 de Bergen, 113 Witte Dame en 114 Fellenoord die recht geven om te parkeren op aangewezen parkeerterreinen: Vonderweg, Vogelzang en Prof. Dr. Dorgelolaan zonder plaatsgarantie;

€ 3,70

€44,40

a.13

Tweede bewonersparkeervergunning terreinen op kenteken gesteld, bestemd voor bewoners van de wijken 111 Binnenstad, 112 de Bergen, 113 Witte Dame en 114 Fellenoord die recht geven om te parkeren op aangewezen parkeerterreinen: Vonderweg, Vogelzang en Prof. Dr. Dorgelolaan zonder plaatsgarantie;

€ 7,40

€88,80

a.14

Bewonersparkeervergunning terreinen op naam of kenteken gesteld, bestemd voor bewoners van de wijken 111 Binnenstad, 112 de Bergen, 113 Witte Dame en 114 Fellenoord die recht geven om te parkeren op aangewezen parkeerterreinen met plaatsgarantie;

€ 30,-

€ 360,-

Nummer

Type: Bedrijvenparkeervergunning

Per maand

Per jaar

b.1

Bedrijvenparkeervergunning op naam of kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;

€ 30,-

€ 360,-

b.2

Bedrijvenparkeervergunning op naam of kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;

€ 25,-

€ 300,-

Nummer

Type: Parkeervergunning hulpverleners

Per maand

Per jaar

c.1

Parkeervergunning hulpverleners op naam of op kenteken gesteld, bestemd voor huisartsen, verloskundigen en andere professionele zorgverleners die zorg verlenen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;

€ 7,50

€ 90,-

Nummer

Type: Parkeervergunning bezoekers

Per maand

Per jaar

d.1

Bezoekersparkeervergunning op naam gesteld, bestemd voor een bewoner die woont in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen aanwezig zijn en die bezoek per auto ontvangt;

€ 7,50

€ 90,-

d.2

Bezoekerspas, bestemd voor een bewoner die woont in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die bezoek per auto ontvangt;

€ 25,- eenmalig en €0,10 per 30 minuten

Nummer

Type: 7daagse Parkeervergunning

Per maand

Per jaar

e.1

7daagse Parkeervergunning Centrum op naam of kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren. Deze vergunning is alle weekdagen geldig;

€ 150,-

€1.800,-

e.2

7daagse parkeervergunning Schilwijk / Rest op naam of kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren. Deze vergunning is alle weekdagen geldig;

€ 70,-

€ 840,-

Nummer

Type: Autodate-parkeervergunning

Per maand

Per jaar

f.1

Autodate-parkeervergunning op kenteken gesteld, bestemd voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarmee op een specifiek aangewezen autodateplaats geparkeerd mag worden.

€ 8,50

€ 102,-

Deze tarieventabel maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 3 november 2015 totvaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2016.

Kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2016

De kosten van het opleggen van een naheffingsaanslag worden geraamd op 60,16 per aanslag:

Als volgt te specificeren:

informatie en verwerkingskosten

€ 159.376,-

kosten afschrijving + interest

€ 268.693,-

personeelskosten

€1.318.946,-

overheadkosten

€ 659.473,-+

totale kosten

€2.406.488,-

Aantal naheffingsaanslagen 40.000

Dit kostenbesluit maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 3 november 2015 tot vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2016.