Subsidieregeling gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden gemeente Eindhoven

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden gemeente Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

gelet op het bepaalde in de ASV Eindhoven, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de navolgende:

Subsidieregeling gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden gemeente Eindhoven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. activiteiten: activiteiten, werkzaamheden of projecten gericht op behoud en verbetering van de leefbaarheid in het bestuurlijk aangewezen gebied; deze vinden plaats in het gebied of zijn door samenwerking tussen verschillende aanvragers buurt-overstijgend en zijn voor alle bewoners toegankelijk;

b. ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven;

c. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

d. bestuurlijk aangewezen gebieden: door het college aangewezen gebieden vanuit het actiegebiedenbeleid;

e. bewoners: inwoners van het bestuurlijk aangewezen gebied die als zodanig staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP);

f. bewonersinitiatieven: initiatieven binnen het gebied van individuele

bewoners of groepen van bewoners gericht op behoud en verbetering van de

leefbaarheid in een gebied en aansluiten op de inhoud van het buurtcontract, die:

1°. geen betrekking hebben op particuliere belangen;

2°. het beheer en onderhoud van de voorgestelde fysieke verbeteringen in de

openbare ruimte kunnen waarborgen;

g. bewonersorganisatie: een stichting of vereniging van vrijwillige bewoners binnen het bestuurlijk aangewezen gebied;

h. buurtcontract: een overzicht van verbeterpunten en geplande concrete activiteiten van bewoners, bewonersorganisaties, professionele partners en de gemeente gezamenlijk in een

bestuurlijk aangewezen gebied;

i. buurtinfowinkel / steunpunt: een door een bewonersorganisatie (met hulp van de

gemeente en professionele partners) geëxploiteerde kleinschalige voorziening (steunpunt), waar bewoners kunnen vergaderen, ontmoeten, wijk- en buurtinformatie halen en leefbaarheidsignalen afgeven;

j. buurtpreventieteams: teams bestaande uit minimaal acht vrijwilligers, die op eigen initiatief actief zorg dragen voor het informele toezicht in de eigen woon- en leefomgeving met als oogmerk vergroting van de subjectieve en objectieve veiligheid;

k. college: het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

l. gebiedscommissie: een adviesorgaan bestaande uit een gebiedscoördinator aangevuld met minimaal twee professionele partners en/of bewoners, waarbij de gebiedscoördinator door het college gemandateerd is om op basis van het advies een subsidie in de vorm van een waardebonnen te verstrekken;

m. gebiedsgericht werken: samen met bewoners(organisaties), professionele partners en de gemeente werken aan het behoud en verbetering van de leefbaarheid van bestuurlijk aangewezen gebieden;

n. gebiedsgerichte uitvraag: een specifiek beschreven gebiedsopgave, die gedurende het subsidiejaar door de gebiedsmanager wordt gepubliceerd, voortkomend uit het gebiedsprogramma waarop een gerichte interventie ter verbetering van de leefbaarheid is gewenst;

o. gebiedsprogramma: door het college vastgesteld programma voor het stadsdeel met daarin de belangrijkste gebiedsgerichte prioriteiten en de bijdrage van het gebied aan de stedelijke ambities;

p. innovatiebudget: een gereserveerd budget ten behoeve van een gebiedsgerichte uitvraag afkomstig uit het gebiedsprogramma;

q. inwoneraantal: het aantal bewoners, dat bepaald wordt aan de hand van de

bevolkingscijfers per 1 januari voorafgaand aan het subsidiejaar;

r. panel: een adviesorgaan, bestaande uit een gebiedsmanager aangevuld met minimaal twee andere personen met gebiedskennis en/of inhoudelijke kennis, die op basis van de beleidsregel ‘eenmalige subsidie innovatiebudget’, het college adviseert over het verstrekken van de subsidie;

s. presentatie: een moment waarop bewoners, een collectief van bewoners of ondernemers hun aanvraag voor een waardebon presenteren aan de beoordelingscommissie, dat op beeld wordt opgenomen;

t. professionele partners: in het gebied werkzame instanties, die zich bezighouden met de leefbaarheid, zoals politie, woningcorporaties, welzijnswerk en scholen;

u. raad: de raad van de gemeente Eindhoven;

v. statistische buurt: een gebied, dat conform de statistische indeling van Eindhoven, als buurt betiteld wordt;

w. visitatiecommissie: een onafhankelijke commissie, bestaande uit minimaal drie en

maximaal vijf leden benoemd door het college, die een kwalitatieve rol speelt bij de jaarlijkse verantwoording;

x. waardebon: een eenmalige subsidie voor initiatieven voor behoud en verbetering van de leefbaarheid in een bestuurlijk aangewezen gebied.

Artikel 2 Doel

Het faciliteren van initiatieven voor, door en met bewoners ten behoeve van het behoud en verbetering van de leefbaarheid, zijnde:

a. het initiëren van activiteiten ten aanzien van de verbeterpunten in het buurtcontract;

b. het faciliteren van buurtontmoeting;

c. het organiseren van sociale activiteiten;

d. het stimuleren van onderlinge contacten tussen bewoners;

e. het organiseren van buurtpreventie; of

f. het stimuleren van innovatieve initiatieven die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

Subsidie in het kader van deze regeling kan worden aangevraagd door natuurlijke en rechtspersonen.

Artikel 4 Subsidieverstrekking

1. Het college kan op aanvraag aan een subsidieaanvrager:

a. een jaarlijkse subsidie verlenen voor de exploitatie van een buurtinfowinkel / steunpunt;

b. een jaarlijkse subsidie verlenen voor organisatiekosten; (zoals communicatie (website), koffie, inventaris van buurontmoetingsruimte, printer etc)

c. een jaarlijkse subsidie verlenen voor de kosten van andere activiteiten gericht op het behoud en verbetering van de leefbaarheid in een bestuurlijk aangewezen gebied dan de activiteiten bedoeld in de onderdelen a en b;

d. een jaarlijkse subsidie verlenen voor de organisatiekosten van een buurtpreventieteam.

2. Het college kan op aanvraag een eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van een gebiedsgerichte uitvraag.

3. Het college kan op aanvraag van een subsidieaanvrager een waardebon verlenen voor activiteiten die een impuls geven aan de leefbaarheid zoals deze staan benoemd in de verbeterpunten in het buurtcontract.

Artikel 5 Hoogte subsidiebedrag

1. Het subsidiebedrag voor buurtpreventie wordt op jaarbasis bepaald door een vergoeding per inwoner en een vergoeding per buurtprevent, namelijk:

a. een bedrag van € 0,10 per inwoner in een statistische buurt met als peildatum 1 januari van voorgaand jaar; en

b. een bedrag van € 10,- per buurtprevent met als peildatum 1 januari van voorgaand jaar,

met dien verstande dat het subsidiebedrag niet lager wordt vastgesteld dan € 450,- per jaar per buurtpreventieteam.

2. Een subsidie voor een gebiedsgerichte uitvraag bedraagt maximaal € 25.000,- per aanvraag. Het totale innovatiebudget bedraagt € 100.000,-.

3. Een subsidie voor een waardebon bedraagt maximaal € 5.000,- per aanvraag.

Artikel 6 Subsidievereisten buurtpreventie

Om in aanmerking te komen voor subsidie voor de organisatiekosten van een buurtpreventieteam, is vereist dat:

a. de leden van het buurtpreventieteam met goed gevolg hebben deelgenomen aan een van gemeentewege georganiseerde training; en

b. de leden van het buurtpreventieteam zijn aangemeld bij het Vrijwilligerspunt Eindhoven op grond waarvan zij om niet verzekerd zijn bij de uitoefening van hun activiteiten.

Artikel 7 Subsidieplafonds

1. Het subsidieplafond voor de subsidieverstrekking wordt jaarlijks vastgesteld door het college binnen de door de raad vastgestelde begroting, voor aanvang van het tijdvak waar de activiteiten, bedoeld in artikel 4 betrekking op hebben. Deelplafonds worden vastgesteld voor:

a. subsidies in de exploitatiekosten van een buurtinfowinkel of steunpunt;

b. subsidies voor organisatiekosten;

c. subsidies in kosten van activiteiten;

d. subsidies in kosten voor buurtpreventie;

e. waardebonnen;

f. subsidies ten behoeve van gebiedsgerichte uitvraag.

2. Per bestuurlijk aangewezen gebied bedraagt de subsidie:

a. voor exploitatiekosten van een buurtinfowinkel of steunpunt op jaarbasis maximaal €10.000,-;

b. voor organisatiekosten op jaarbasis maximaal €10.000,-;

c. voor activiteiten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, op jaarbasis maximaal €30.000,-.

3. Indien het bedrag waarvoor op grond van deze regeling subsidie zou moeten verleend, groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond, worden de aangevraagde subsidies voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c, naar evenredigheid verminderd op grondslag van de vastgestelde deelplafonds.

4. Het college verdeelt het subsidieplafond voor aanvragen voor een gebiedsgerichte uitvraag op volgorde van rangschikking van de aanvragen.

5. Het college kent een aanvraag voor een gebiedsgerichte uitvraag een hoger aantal punten toe, naarmate:

a. het project de leefbaarheid meer bevordert gegeven de doelstelling;

b. het project bewoners actiever betrekt;

c. het project zorgt voor meer blijvend actief burgerschap;

d. het project innovatiever is;

e. het project voorziet in een duurzaam resultaat;

f. er sprake is van meer cofinanciering;

g. sport, kunst, cultuur of techniek meer als middel worden ingezet om het gestelde doel te bereiken.

6. Het aantal punten bedraagt per onderdeel in het vijfde lid ten minste één en ten hoogste vijf punten.

7. Het college rangschikt de aanvragen voor een gebiedsgerichte uitvraag, die niet worden geweigerd, hoger naarmate in totaal meer punten aan de aanvraag zijn toegekend.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

1. In aanvulling op de ASV Eindhoven geldt dat de subsidieontvanger voor een subsidiebedrag hoger dan € 5.000,- verplicht is om:

a. een zodanige boekhouding te voeren, dat op basis daarvan een deugdelijke verantwoording mogelijk is;

b. desgevraagd de onder a bedoelde verantwoording onverwijld wordt overlegd aan het college;

c. voor 1 juni van het lopende jaar samen met de gebiedscoördinator een tussentijdse evaluatie te houden, over zowel financiën als inhoud op de onderdelen activiteiten, huisvesting en organisatiekosten waarbij de uitkomsten van deze evaluatie leidend zijn voor de rest van het jaar;

d. voor 1 mei van het volgend jaar de visitatiecommissie inzicht te geven in de resultaten die bereikt zijn met specifiek de subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c;

e. op verzoek van het college een wijkraadpleging te houden op basis waarvan het draagvlak voor de bewonersorganisatie of bewonersinitiatief bepaald kan worden.

2. In aanvulling op het in het eerste lid bepaalde geldt het navolgende:

a. de subsidieontvanger mag uit de gemeentelijke subsidie maximaal € 5.000,- aan reserves hebben;

b. het meerdere dient uiterlijk op 1 mei na afloop van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, teruggestort te worden op de rekening van de gemeente.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

1. In aanvulling op artikel 6 van de ASV wordt er een activiteitenoverzicht, ten behoeve van de subsidie bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, toegevoegd aan het buurtcontract.

2. De aanvraag van een subsidie in de vorm van een waardebon verloopt via indiening van een aanvraagformulier, waarna een presentatie kan worden gegeven aan de gebiedscommissie.

3. De aanvraag voor subsidie voor een gebiedsgerichte uitvraag verloopt via het indienen van een aanvraagformulier van initiatieven op een gebiedsgerichte uitvraag door de gebiedsmanager die wordt bekendgemaakt op de voorgeschreven wijze, via de officiële publicaties van de gemeente.

4. In afwijking van artikel 7 van de ASV Eindhoven wordt een aanvraag voor subsidie voor een gebiedsgerichte uitvraag ingediend binnen acht weken, ingaande vanaf de dag na die waarop een gebiedsgerichte uitvraag bekend is gemaakt.

Artikel 10 Beslistermijn

In afwijking van artikel 8 van de ASV Eindhoven beslist het college beslist op een aanvraag voor subsidie voor een gebiedsgerichte uitvraag binnen vier weken na afloop van de in artikel 10, vijfde lid, genoemde termijn.

Artikel 11 Overgang naar andersoortig gebied

Indien een bestuurlijk aangewezen gebied zijn status verliest, wordt in overleg met de subsidieontvanger de subsidie in maximaal een jaar of indien mogelijk eerder evenredig afgebouwd naar het niveau van de nieuwe status.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan voor de subsidieaanvrager of -ontvanger leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Subsidieregeling gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden gemeente Eindhoven”.

Ondertekening

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris