Regeling vervallen per 07-04-2008

Verordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding

Geldend van 29-11-2007 t/m 06-04-2008

Intitulé

Verordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente op 19 juni 2007 heeft vastgesteld de Verordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding.

Samenstelling vertrouwenscommissie.

Artikel 1.

  • 1. De vertrouwenscommissie bestaat uit vijf leden die door en uit de gemeenteraad worden benoemd.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 3. Een lid van de vertrouwenscommissie houdt op lid van de commissie te zijn, indien hij ontslag heeft genomen als raadslid of niet meer voldoet aan de vereisten voor het raadslidmaatschap als bedoelt in artikel 13 van de Gemeente­wet.

  • 4. Bij een tussentijdse vacature benoemt de gemeenteraad een nieuw lid.

  • 5. De griffier en de gemeentesecretaris verlenen ambtelijke bijstand aan de com­missie. De griffier is secretaris van de commissie.

  • 6. Vanuit het college van burgemeester en wethouders wordt één van de wethou­ders in de gelegenheid gesteld aan de beraadslagingen van de commissie deel te nemen als adviseur. De adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Taak en werkwijze van de vertrouwenscommissie.

Artikel 2.

  • 1. De vertrouwenscommissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Eindhoven vast te stellen en haar opvattingen daarover schriftelijk en gemotiveerd ter kennis te brengen van de gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin.

  • 2. De vertrouwenscommissie voert daartoe gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin in overleg met de vertrouwenscommissie geselecteerde kandidaten.

  • 3. De vertrouwenscommissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 4. Indien een raadplegend referendum wordt gehouden, overtuigt de vertrouwenscommissie zich vooraf uitdrukkelijk van de bereidheid van de kandidaten om zich daaraan te onderwerpen en de sollicitatie ook voort te zetten indien uit de uitslag van het referendum blijkt dat de eerste voorkeur naar een andere kandidaat uitgaat.

Artikel 3.

  • 1. De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of drie leden van de vertrouwenscommissie dit noodzakelijk achten.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste tweemaal vierentwintig uur van tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de vertrouwenscommis­sie.

  • 3. De vergaderingen van de vertrouwenscommissie zijn besloten.

  • 4. De voorzitter legt telkenmale bij aanvang van de vergadering de geheimhou­dingsplicht op en ziet er op toe dat dit in de notulen van de vergadering tot uit­drukking komt.

  • 5. De vertrouwenscommissie vergadert niet en voert geen gesprekken met kandi­daten indien niet tenminste vier van de leden aanwezig zijn.

Artikel 4.

  • 1. De vertrouwenscommissie stelt een werkwijze vast waarmee de vertrouwelijkheid van inkomende en uitgaande stukken en van gesprekken met kandidaten wordt gewaarborgd.

  • 2. De voorzitter van de vertrouwenscommissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 3. Alle perscontacten ten aanzien van het werk van de vertrouwenscommissie lopen via de voorzitter.

  • 4. De kandidaten worden door de voorzitter, of namens de voorzitter door de secretaris van de vertrouwenscommissie, voor de gesprekken uitgenodigd.

Artikel 5.

  • 1. Nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemo­tiveerd verslag uit aan de raad en aan de Commissaris van de Koningin.

  • 2. De vertrouwenscommissie brengt haar in het eerste lid van dit artikel bedoeld verslag uit op basis van de door de Commissaris van de Koningin verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3. De vertrouwenscommissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De vertrouwenscommissie vermeldt daarbij voor iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4. Indien geen raadplegend referendum zal worden gehouden geeft de vertrou­wenscommissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

Artikel 6.

  • 1. Besluiten in de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid en de conceptaanbeveling aan de raad, zoals bedoeld in artikel 5,  derde lid, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 3. In het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin kunnen leden van de vertrouwenscommissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 4. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de Com­missaris van de Koningin, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 5. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die vol­gende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de vertrouwenscommissie ter kennis van de raad en de Commissaris van de Koningin gebracht.

  • 6. De vertrouwenscommissie kan de Commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht.

Artikel 7.

  • 1. De leden van de vertrouwenscommissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2. De geheimhoudingsplicht van de vertrouwenscommissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de vertrouwenscommissie zijn of lid van de ver­trouwenscommissie zijn geweest.

  • 3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de vertrouwenscom­missie als na ontbinding ervan.

  • 4. Het eerste tot en met het derde lid van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de griffier, de gemeentesecretaris en de in artikel 1 lid  6 ge­noemde wethouder.

Overige bepalingen.

Artikel 8.

  • 1. De vertrouwenscommissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

  • 2. Met ingang van dezelfde dag vervalt deze verordening.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de vertrouwenscommissie geven opdracht aan de gemeentesecretaris om er zorg voor te dragen dat op het in het eerste lid be­doelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden over­gebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaar­plaats. De voorzitter en secretaris van de vertrouwenscommissie dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de vol­gende leden van dit artikel.

  • 4. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van over­brenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, gel­dende voor een periode van 75 jaar.

  • 5. Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden on­middellijk aan dezen teruggezonden.

  • 6. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 9.

In alle gevallen waarin de wet of deze verordening niet voorziet, beslist de ver­trouwenscommissie.

Artikel 10.

Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking.

Ondertekening

Eindhoven, 20 november 2007.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
 
 
 
G. Braks, wnd. burgemeester.
 
 
 
 
A. Brunninkhuis, secretaris.
 
Uitgegeven, 21 november 2007.
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
A. Brunninkhuis.