Regeling vervallen per 19-04-2019

Regeling informatie, advies en ambtelijke bijstand aan leden van de gemeenteraad

Geldend van 03-05-2001 t/m 18-04-2019

Intitulé

Regeling informatie, advies en ambtelijke bijstand aan leden van de gemeenteraad

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van deze gemeente in zijn vergadering van 17 april 2001 het college heeft opgedragen de Instructie voor de gemeentesecretaris inzake het geven van informatie, advies en bijstand aan de leden van de gemeenteraad, vastgesteld op 1 november 1977, opgenomen in gemeenteblad nr. 100 van 1981 in te trekken, de Instructie voor de hoofden van dienst inzake het ge­ven van informatie, advies en bijstand aan de leden van de gemeenteraad, vast­gesteld op 4 januari 1978, opge­nomen in gemeenteblad nr. 13 van 1978 in te trek­ken en heeft vastgesteld de volgende:

Paragraaf 1. Begripsomschrijvingen.

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

informatie   :

gegevens neergelegd in schriftelijke stukken en ander materiaal dat ge­gevens bevat;

advies          :

het kenbaar maken van een deskundig oordeel;

bijstand       :

het verzamelen en verwerken van informatie en het verlenen van hulp bij de  redactionele vormgeving van voorstellen, amendementen en moties.

Paragraaf 2. Informatie en advies.

Artikel 2.

  • 1. Een raadslid, dat:

    • -

      advies wenst, kan zich daarvoor rechtstreeks wenden tot de gemeentese­cre­ta­ris;

    • -

      algemene informatie wenst, kan zich daarvoor rechtstreeks wenden tot de gemeentesecretaris of het Bestuurssecretariaat;

    • -

      technische informatie  wenst over een dossier, kan zich daarvoor recht­streeks wenden tot de auteur van het dossier;

    • -

      andere dan technische informatie wenst over een dossier, kan zich daar­voor rechtstreeks wenden tot de directeur van de betreffende dienst of de direc­tiesecretaris.

  • 2. Van de onder 1 bedoelde aanwijzing wordt aan de leden van de gemeenteraad mededeling gedaan.

Paragraaf 3. Ambtelijke bijstand.

Artikel 3.

Een raadslid dat ambtelijke bijstand wil dient daartoe een verzoek in bij de ge­meentesecretaris, die zorgdraagt voor de verlening van de bijstand. Hij kan één of meer ambtenaren aanwijzen, die de gevraagde bijstand verlenen

Artikel 4.

Ambtelijke bijstand wordt verleend tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt, dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    de taakuitoefening van de betreffende functionarissen hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd en de bijstand niet tot geringere, meer aanvaardbare propor­ties kan worden teruggebracht.

Artikel 5.

Wanneer de gemeentesecretaris van mening is, dat zich een geval voordoet, waar­in géén ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verleend, legt hij het verzoek voor aan burge­meester en wethouders en doet hij daarvan mededeling aan de aanvrager. Burgemeester en wethouders beslissen zo spoedig mogelijk.

Paragraaf 4. Algemene bepalingen.

Artikel 6.

  • 1. Wanneer een raadslid niet tevreden is over de verschafte informatie of advies, kan hij, indien het betreft de secretaris of door hem op grond van artikel 2 aangewe­zen ambtenaren, verleende informatie of advies, de zaak voorleggen aan burge­meester en wethouders.

  • 2. Indien het betreft bijstand, verleend door een op grond van artikel 3 aange­wezen persoon, kan het raadslid zich tot de secretaris wenden, die de zaak vervolgens bespreekt met de aangewezen ambtenaar; mocht dit overleg voor het raadslid geen bevredigend resultaat hebben, dan legt de secretaris de zaak voor aan bur­gemeester en wethouders.

Artikel 7.

  • 1. De secretaris geeft van het door hem mondeling of schriftelijk verstrekte advies kennis aan de betreffende portefeuillehouder in het college van burge­meester en wethouders.

  • 2. De secretaris en het Bestuurssecretariaat geven van de door hen mondeling of schriftelijk verstrekte algemene informatie kennis aan de betreffende porte­feuillehouder in het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. De auteur van een dossier geeft de door hem mondeling of schriftelijk ver­strek­te technische informatie over een dossier kennis via de directeur aan de betreffende portefeuillehouder in het college van burgemeester en wethou­ders.

  • 4. De directeur van de betreffende dienst of de directiesecretaris geeft de door hem mondeling of schriftelijk verstrekte andere dan technische informatie over een dossier kennis aan betreffende portefeuillehouder in het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. De secretaris of de door hem aangewezen ambtenaar geeft van de door hem mondeling of schriftelijk verstrekte bijstand kennis aan de betreffende porte­feuillehouder in het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8.

Bij het vragen van informatie, advies of bijstand mag degene die deze hulp ver­leent, niet tot geheimhouding verplicht worden.

Paragraaf 5. Slotbepalingen.

Artikel 9.

Tot het geven van andere hulp aan leden van de gemeenteraad dan die welke valt onder de definitie in deze regeling van de begrippen informatie, advies en bij­stand, besluit de gemeenteraad.

Artikel 10.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die waarop zij is opge­no­men in het gemeenteblad.

Ondertekening

Eindhoven, 23 april 2001.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
 
R. Welschen, burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
 
 
Uitgegeven, 25 april 2001.
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
C. Tetteroo.