Regeling vervallen per 24-09-2007

Verordening Museum

Geldend van 07-03-2004 t/m 23-09-2007

Intitulé

Verordening Museum

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg,

Overwegende, dat de huidige regeling inzake de bestuurscommissie museum aanpassing behoeft aan de invoering van het dualisme;

dat door het dualisme een aantal bevoegdheden van de raad door de wetgever bij het college zijn neergelegd;

dat er slechts één bevoegdheid is overgebleven die thans door de raad is gedelegeerd aan de bestuurscommissie museum en die onder het dualisme bij de raad is gebleven;

dat het daarbij gaat om de verordenende bevoegdheid van de raad;

dat de bestuurscommissie van deze bevoegdheid in de praktijk geen gebruik maakt;

dat alle andere bevoegdheden van de bestuurscommissie behoren tot de bevoegdheden van het college;

dat het dus voor de hand ligt dat het college de nieuwe bestuurscommissie instelt en niet langer deraad;

dat daarbij de voorkeur uitgaat naar een bestuurscommissie ingesteld door het college, als bedoeld in artikel 83 van de gemeentewet;

dat dit impliceert dat raadsleden geen lid mogen zijn van de bestuurscommissie;

gehoord de wensen en bedenkingen van de raad in haar vergadering van 19 februari 2004;

gehoord de wensen en bedenkingen van de bestuurscommissie gemeentemuseum Elburg in haar vergadering van december 2004;

gelet op de bepalingen van de gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit :

1. in te stellen een functionele commissie, als bedoeld in artikel 83 van de gemeentewet;

2. vast te stellen de navolgende verordening regelende de samenstelling, de werkwijze en debevoegdheden van deze commissie.

Artikel 1

Ter uitvoering van de in artikel 3 van deze verordening omschreven taak is er een commissie als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet, genaamd "Bestuurscommissie gemeentemuseum Elburg". Zij wordt in deze verordening aangehaald als "de commissie".

Artikel 2

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Gemeentemuseum: de panden Jufferenstraat 6 en 8, Vischpoortstraat 33, het muurhuisje Zuiderwalstraat ong., de kazematten, deze onroerende goederen zelve alsmede de daarin onder gebrachte en/of tentoongestelde collecties van cultuurhistorische en andere waarde.

  • 2.

    Conservator: het personeelslid, als bedoeld in artikel 20.

Artikel 3

De commissie heeft tot taak het bevorderen van de kennis van en het inzicht in de cultuur- en natuurhistorie in het algemeen en op die van de gemeente Elburg en de directe omgeving in het bijzonder door:

  • 1.

    het beheren, instandhouden en exploiteren van het Gemeentemuseum;

  • 2.

    het beheren en zo mogelijk uitbreiden door aankoop en/of verwerving anderszins van een zo aantrekkelijk mogelijke collectie;

  • 3.

    het organiseren van tentoonstellingen en andere evenementen;

  • 4.

    datgene te doen dat verder naar het oordeel van de commissie bijdraagt aan de kennisverspreiding van het cultuur- en natuurhistorisch besef onder een breed publiek.

Artikel 4

  • 1.

    De commissie bestaat uit tenminste 5 en ten hoogste 9 leden.

  • 2.

    Het college benoemt vanuit zijn midden één lid; deze is tevens voorzitter van de commissie.

  • 3.

    De overige leden worden door het college benoemd nadat de commissie ter zake een aanbeveling heeft gedaan.

  • 4.

    Van de in het vorige lid bedoelde leden wordt tenminste één lid voorgedragen door de Vereniging Vrienden van het Gemeentemuseum te Elburg. Zo mogelijk twee leden zijn deskundigen op het gebied van cultuur of historie. Zo mogelijk komt één lid uit de groep van actieve vrijwilligers en heeft één lid een commerciële achtergrond vanuit het toerisme of het bedrijfsleven. Voor alle leden geldt dat zij feeling voor en affiniteit dienen te hebben met kunst en cultuur.

Artikel 5

  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden zijn, buiten de voorzitter, éénmaal herbenoembaar.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd. Het voornemen hiertoe wordt schriftelijk bij de voorzitter van de commissie ingediend, die daarvan kennis geeft aan burgemeester en wethouders. Het lid dat zijn ontslag heeft genomen blijft in functie totdat in zijn opvolging is voorzien, tenzij de voorzitter hem schriftelijk heeft meegedeeld dat zulks niet binnen redelijke termijn zal gebeuren. Alsdan gaat het ontslag in op het moment van de dagtekening van de schriftelijke mededeling van de voorzitter.

  • 3.

    Het lidmaatschap eindigt met ingang van het tijdstip, waarop het lid de functie of kwaliteit verliest uit hoofde waarvan het is benoemd.

Artikel 6

De voorzitter wordt tijdens diens afwezigheid vervangen door een door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid.

Artikel 7

  • 1.

    De voorzitter zorgt voor het behoorlijk voorbereiden van al hetgeen aan de commissie ter beraadslaging en beslissing moet worden voorgelegd.

  • 2.

    Hij/zij is belast met de uitvoering van de besluiten van de commissie.

  • 3.

    Hij vertegenwoordigt de commissie bij de buitengerechtelijke rechtshandeling die krachtens de taakstelling als bedoeld in artikel 3 door de commissie moeten worden verricht.

Artikel 8

De commissie wordt in alles wat haar opgedragen taak betreft bijgestaan door een secretaris, te weten de conservator van de gemeente Elburg.

Artikel 9

Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 10

Aan de commissie worden, voor zover elders in deze verordening niet anders is bepaald, met betrekking tot de in artikel 3 vermelde taak de volgende bevoegdheden uit de Gemeentewet toegekend:

  • 1.

    Voeren van het dagelijks bestuur van het museum (art. 160 lid 1 sub a);

  • 2.

    Bevoegdheden van civielrechtelijke aard (art. 160 lid 1 sub e);

  • 3.

    Afkondiging van besluiten (artt. 139 tweede lid, 140 en 141).

Artikel 11

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of tenminste drie leden met opgave van reden hierom verzoeken. Indien de vergadering is gevraagd door het vereiste aantal leden, wordt zij gehouden binnen veertien dagen.

  • 2.

    De vergaderingen worden belegd door de voorzitter. Hij/zij zorgt ervoor dat de leden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 8 dagen voor de vergadering schriftelijk worden opgeroepen.

    De te behandelen zaken worden zoveel mogelijk op de oproepingsbriefjes vermeld. Tegelijk met de oproeping worden dag en uur van de vergadering op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

Artikel 12

  • 1.

    De vergadering wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten wanneer een vijfde deel van de aanwezige leden of de voorzitter dit nodig oordeelt. De commissie besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, welke aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De verplichting tot geheimhouding geldt tevens voor hen die uit andere hoofde de vergadering van de commissie bijwonen.

  • 4.

    De voorzitter kan omtrent de inhoud van de stukken als bedoeld in het vorige lid voorlopige geheimhouding opleggen. Hij/zij geeft hiervan terstond kennis aan de commissie. De voorlopige oplegging van geheimhouding vervalt zo zij niet aan de commissie in diens eerstvolgende vergadering waarin meer dan de helft van het getal zitting hebbende leden tegenwoordig is ter bekrachtiging wordt aangeboden. In geval van niet bekrachtiging vervalt de voorlopige opheffing.

Artikel 13

In een besloten vergadering kan niet beraadslaagd, noch een besluit genomen worden over:

  • 1.

    de ontwerpbegroting, als bedoeld in artikel 23 en de verantwoording betreffende inkomsten en uitgaven als bedoeld in artikel 24.

  • 2.

    de door de commissie vast te stellen, te wijzigen of in te trekken tarieven voor de verhuur of het gebruik van de ruimten van het gemeentemuseum, alsmede de toegangsprijzen.

Artikel 14

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie kunnen slechts gehouden worden indien blijkens de presentielijst tenminste de helft van de leden is opgekomen. Is dat niet het geval, dan kan de voorzitter de leden zonodig voor een nieuwe vergadering oproepen met een tussentijd van tenminste tweemaal vierentwintig uur.

  • 2.

    Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de in de oproepingsbriefjes vermelde zaken een besluit genomen ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

Artikel 15

  • 1.

    Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

Artikel 16

Een stemming is nietig, behoudens in het geval bedoeld in artikel 14, laatste volzin, indien het niet meer dan de helft van het getal leden, dat zitting heeft en zich niet van medestemmen moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen.

Artikel 17

  • 1.

    Voor het totstandkomen van een besluit bij stemming wordt een volstrekte meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2.

    Bij het doen van keuzen of aanbevelingen van personen worden leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, voor de toepassing van het vorige en dit artikel geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Bij staken van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter. Bij staken van stemmen over personen beslist terstond het lot.

Artikel 18

De openbaarmaking van de daarvoor in aanmerking komende besluiten van de commissie geschiedt door de voorzitter op de gebruikelijke wijze.

Artikel 19

De leden van de commissie die geen lid zijn van het college, genieten voor elke bijgewoonde vergadering een vergoeding overeenkomstig de "verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden".

Artikel 20

  • 1.

    Aanstelling, schorsing en ontslag van de conservator geschiedt door burgemeester en wethouders, nadat de commissie terzake een aanbeveling heeft gedaan. De conservator treedt in dienst van de gemeente Elburg.

  • 2.

    De conservator is belast met de dagelijkse leiding over het gemeentemuseum. De commissie stelt voor de conservator een instructie vast.

  • 3.

    De conservator verschaft de commissie alle informatie die deze commissie nodig oordeelt. De conservator heeft in de vergaderingen van de commissie een adviserende stem.

  • 4.

    Aanstelling schorsing en ontslag van het overig personeel geschiedt door burgemeester en wethouders na overleg met de conservator. Het personeel treedt, tenzij burgemeester en wethouders gelet op het bijzondere karakter van de functie anders bepalen, in dienst van de gemeente Elburg.

Artikel 21

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden van de commissie.

  • 2.

    De besluiten van de commissie worden aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit, dat naar hun oordeel in strijd is met het belang van de gemeente schorsen dan wel vernietigen. Zij doen daarvan onverwijld mededeling aan de voorzitter van de commissie.

  • 4.

    De commissie voorziet na vernietiging binnen een maand na ontvangst van de mededeling als hiervoor bedoeld, voor zover nodig opnieuw in de zaak met inachtneming van de overwegingen van het college.

  • 5.

    Op schorsing en vernietiging zijn de bepalingen van art. 85 van de Gemeentewet en de afdelingen 10.2.2 en 10.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 22

Aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen de besluiten van de commissie betreffende het sluiten van overeenkomsten, die geldelijke verplichtingen voor het Gemeentemuseum met zich mee brengen, voor zover in de goedgekeurde begroting daarin niet is voorzien.

Artikel 23

  • 1.

    Jaarlijks voor een door burgemeester en wethouders te bepalen datum, doch in elk geval voor 1 mei dient de commissie bij burgemeester en wethouders een ontwerpbegroting in voor het daarop volgende jaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de wijze waarop de ontwerpbegroting is ingericht voorschriften stellen.

Artikel 24

  • 1.

    Jaarlijks voor een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn, doch in elk geval voor 1 mei dient de commissie een verslag in van haar werkzaamheden over het afgelopen jaar. De verslaglegginggaat vergezeld van een rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgavenover het betreffende jaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de wijze waarop de rekening en verantwoording is ingerichtvoorschriften stellen.

Artikel 25

  • 1.

    De inkomsten en uitgaven van het Gemeentemuseum worden geadministreerd via de algemene dienst van de gemeente Elburg.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders dragen overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften zorg voor het doen van betalingen van uitgaven, waartoe de commissie, dan wel de conservator met machtiging van de commissie, heeft besloten.

  • 3.

    Behoudens het bepaalde in artikel 193 de gemeentewet kunnen geen uitgaven worden gedaan, welke niet bij de goedgekeurde begroting of goedgekeurde wijziging daarvan zijn geraamd.

Artikel 26

Het college kan deze verordening wijzigen of intrekken. Alvorens daartoe een besluit wordt genomen, wordt de commissie gehoord.

Artikel 27

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 7 maart 2004.

Deze verordening kan worden aangehaald als "beheersverordening Gemeentemuseum 2004".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg in zijn vergadering van 2 maart 2004.
De burgemeester De secretaris
Drs. H. Visser K. van der Linde
Bekendgemaakt op 2 maart 2004