Regeling vervallen per 29-09-2015

BOMENVERORDENING 2013

Geldend van 31-07-2013 t/m 28-09-2015

Intitulé

BOMENVERORDENING 2013

De raad der gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 mei 2013;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor het bewaren en beschermen van houtopstanden;

gelet op het bepaalde in artikel 15 van de Boswet, artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende:

BOMENVERORDENING 2013

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken en een beplanting van bosplantsoen;

  • b.

    Bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid van de Boswet;

  • c.

    Boomzone: begrensd gebied met houtopstanden die tezamen een functioneel geheel vormen;

  • d.

    Boomstructuur: lijnvormige beplanting van houtopstanden dat een functioneel geheel vormt;

  • e.

    Solitaire bomen: bomen die op zichzelf staand waardevol zijn.

  • f.

    Beschermde houtopstand: houtopstand waarvoor een ontheffing moet worden aangevraagd:

    • -

      Boomzones, boomstructuren en solitaire bomen die zijn vastgelegd op de Groene Kaart;

    • -

      Gemeentelijke boomzones, boomstructuren en solitaire bomen met een stamomtrek van 65 centimeter of meer op 1,30 meter boven het maaiveld;

    • -

      Erven en tuinen gelegen in een bos;

    • -

      Houtopstand dat is geplant in het kader van een herplant- of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikel 7 en 8 van deze verordening;

    • -

      Houtopstand dat overgaat van gemeentelijk eigendom op particulier eigendom in de periode tussen vaststelling en de eerstvolgende herziening van de Groene Kaart als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening.

  • g.

    Groene Kaart: topografische kaart met daarop aangegeven boomzones, boomstructuren en solitaire bomen met bijbehorend register, behorend bij deze verordening;

  • h.

    Vellen: rooien; kappen; verplanten; afzetten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;

  • i.

    Knotten of kandelaberen: het tot op de oude groeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud;

  • j.

    Boomwaarde: de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde wijze waarop de waarde van bomen wordt bepaald. De boomwaarde wordt uitgedrukt in het product van de volgende factoren:

    • -

      de oppervlakte in cm2 van de dwarsdoorsnede van de stam op 1.30 meter boven het maaiveld;

    • -

      de geïndexeerde eenheidsprijs per cm2;

    • -

      de standplaatswaarde;

    • -

      de conditiewaarde;

    • -

      de waarde van de plantwijze.

  • k.

    Bomen Effect Analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

  • l.

    Bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ARTIKEL 2: Groene Kaart

  • 1. De raad heeft een Groene Kaart vastgesteld. De Groene Kaart wordt elke vijf jaar herzien.

  • 2. De kaart en het bijbehorende register bevat een samenhangend geheel van de volgende houtopstanden:

    • a.

      boomzones;

    • b.

      boomstructuren;

    • c.

      solitaire bomen;

  • 3. Deze kaart bevat minimaal de volgende gegevens:

    • a.

      eenduidige inmeting van de beschermde houtopstand;

    • b.

      legenda met toelichting.

  • 4. Het bijbehorende register van beschermde houtopstand bevat minimaal de volgende gegevens:

    • a.

      soort boom of bomen;

    • b.

      kadastrale gegevens;

    • c.

      eigendomsgegevens.

ARTIKEL 3: Kapverbod

  • 1. Het is verboden beschermde houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor:

    • a.

      ceders en coniferen die onderdeel uitmaken van een boomzone of boomstructuur;

    • b.

      bomen die onderdeel uitmaken van een boomzone of boomstructuur en een stamomtrek hebben van 60 cm of minder op 1.30 meter boven het maaiveld;

    • c.

      houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom, tenzij deze houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20;

    • d.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud;

    • e.

      het periodiek knotten van of kandelaberen als cultuurmaatregel van reeds eerder afgezette en daarvoor geschikte boomsoorten;

    • f.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving op last van het college van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in artikelen 8, 11 en 14 van deze verordening.

ARTIKEL 4: Aanvraag

De ontheffing moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de beschermde houtopstand te beschikken.

ARTIKEL 5: Weigeringsgronden

Het bevoegd gezag kan de ontheffing om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen in het belang van de instandhouding van:

  • a.

    natuur- en landschapswaarden;

  • b.

    landschappelijke waarden;

  • c.

    cultuurhistorische waarden;

  • d.

    waarden van stads- en dorpsschoon;

  • e.

    waarden voor recreatie en leefbaarheid.

ARTIKEL 6: Intrekking of wijziging

De ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    onjuiste of onvolledige gegevens ter verkrijging van ontheffing of vergunning zijn verstrekt;

  • b.

    na het verlenen van ontheffing of vergunning, op grond van verandering van inzichten of omstandigheden opgetreden na verlening, wijziging of intrekking noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan ontheffing of vergunning is vereist;

  • c.

    beperkingen die aan de ontheffing of vergunning zijn of worden vervuld;

  • d.

    van de ontheffing of vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of indien deze termijn ontbreekt, binnen een redelijke termijn.

ARTIKEL 7: Bijzondere voorschriften

  • 1. Tot de aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2. In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3. Bij het opleggen van een verplichting tot herplant wordt in beginsel uitgegaan van een herplant met inheemse soorten.

  • 4. Tot aan de ontheffing tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de beschermde houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 5. Tot aan de ontheffing te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een Bomen Effect Analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

ARTIKEL 8: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1. Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder ontheffing van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door het te geven aanwijzingen binnen een door het te stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan wordt de omvang van de herplant bepaald aan de hand van de boomwaarde. Bij geschil over de boomwaarde is een taxatie van de boomwaarde door een onafhankelijk en beëdigd taxateur van bomen beslissend.

  • 4. Indien een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de beschermde houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

    • b.

      een Bomen Effecten Analyse op te stellen en aan te bieden aan het bevoegd gezag.

ARTIKEL 9: Schadevergoeding

Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 juncto artikel 13, vierde lid, van de Boswet.

ARTIKEL 10: Afstand tot de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 1 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters.

ARTIKEL 11: Bestrijding van boomziekten

  • 1. Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college van burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen;

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2. Het is verboden gevelde houtopstand of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4. Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

ARTIKEL 12: Bescherming publieke houtopstand

Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn te beschadigen, te bekladden of te beplakken of daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door personen ter uitoefening van de hun opgedragen boomverzorgende taak.

ARTIKEL 13: Bescherming bosvegetatie

  • 1. Het is verboden de onderbegroeiing of natuurlijke vegetatie in bos of natuurgebieden te verwijderen, behoudens normaal bosbouwkundig verantwoord onderhoud.

  • 2. Het bevoegd gezag kan voor het in het eerste lid van dit artikel gestelde verbod een ontheffing verlenen, al dan niet onder voorschriften.

ARTIKEL 14: Strafbepaling

  • 1. Een ieder, ten aanzien van wie één van de in artikelen 8 en 11 van deze verordening omschreven bevoegdheden wordt uitgeoefend, is verplicht te handelen overeenkomstig het bepaalde in de aanschrijving.

  • 2. Hij die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 8, eerste lid, artikel 11, eerste lid en 12 bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van een rechterlijke uitspraak. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

ARTIKEL 15: Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders of burgemeester aangewezen personen.

ARTIKEL 16: Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Bomenverordening 2013’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Bij het in werking treden van deze verordening wordt de Bomenverordening 2010 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op:

    • a.

      besluiten die zijn genomen op grond van de in dit lid genoemde verordening;

    • b.

      aanvragen die voor de in het tweede lid genoemde datum zijn ingediend.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg
in zijn vergadering van 10 juli 2013.
de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange M.C. Luiting.