Regeling vervallen per 01-05-2015

SUBSIDIEVERORDENING CULTUREEL ERFGOED 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 30-04-2015

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING CULTUREEL ERFGOED 2014

De raad van de gemeente Elburg,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013,

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

SUBSIDIEVERORDENING CULTUREEL ERFGOED 2014

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeentelijk monument: een beschermd gemeentelijk monument dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de geldende Monumentenverordening van de gemeente Elburg”;

    • b.

      restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffen van bouwtechnische gebreken welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument;

    • c.

      o n derhoud: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een monument wind en waterdicht alsmede in goede staat te houden en die gericht zijn op het handhaven en herstellen van een cultuurhistorisch verantwoorde staat van het monument en het voorkomen van groot onderhoud en restauratie;

    • d.

      kosten: de door het burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van het plan waarvoor subsidie wordt verstrekt, inclusief niet verrekenbare BTW;

    • e.

      plan: de nauwkeurige omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • f.

      mon u mentenzorg: de inspanning, gericht op behoud, herstel en verbetering van gemeentelijke monumenten;

    • g.

      verlenen van subsidie:

      het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een aanspraak op een subsidie in de kosten van voorzieningen verschaft;

    • h.

      v aststellen van de subsidie:

      het besluit van het burgemeester en wethouders waarbij de hoogte van het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en burgemeester en wethouders zich verplichten tot uitbetaling;

    • i.

      varend monument:

      een varend monument dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de geldende Monumentenverordening van de gemeente Elburg;

    • j.

      li g geld: heffing op grond van de verordening haven- en kadegelden;

    • k.

      historische havenkom:

      gedeelte van de Elburger haven zoals vastgesteld op de kaartbijlage ‘Indeling Haven en Havenkanaal’.

    • l.

      keitjesstoep:

      een met keien ingelegde, decoratieve stoep, waarvan de keien met een cementemulsie aan elkaar zijn verlijmd;

    • m.

      Elburg vesting:

      hieronder wordt volstaan het historische gedeelte van Elburg, dat binnen de stadsgrachten gelegen is;

    • n.

      Historisch kerkpad :

      een pad dat als monument is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de “Monumentenverordening gemeente Elburg”

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan: Een rechtspersoon die als zodanig door de burgemeester en wethouders is aangemerkt en die op grond van statuten als doelstelling heeft het zonder winstoogmerk restaureren van panden en die tevens als eigenaar- verhuurder fiscaal is vrijgesteld.

Artikel 1.2

De gemeenteraad kan jaarlijks, tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegroting, een subsidieplafond vaststellen dat voor dat begrotingsjaar bestemd is voor de verlening van subsidie aan natuurlijke en rechtspersonen.

Artikel 1.3

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies in het belang van de monumentenzorg met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te besluiten over het verstrekken van de aan de gemeente Elburg, door de provincie verleende subsidies in het belang van de monumentenzorg. Een en ander met inachtneming van de in de beschikking van de provincie toegekende middelen en door de provincie gestelde voorwaarden.

  • 3. Op de verlening van provinciale subsidies als bedoeld in lid 2 is hetgeen bepaald in deze verordening van toepassing. De in deze verordening genoemde subsidiepercentages worden verhoogd met de aan de gemeente Elburg door de provincie verleende subsidies.

  • 4. De door burgemeester en wethouders te verlenen subsidie wordt verminderd met de financiële middelen die de aanvrager op grond van verzekeringspenningen kan verkrijgen voor het uitvoeren van dezelfde werkzaamheden.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen in ieder geval de voorwaarden verbinden aan de beschikking tot subsidieverlening die strekken tot verwezenlijking van het doel, dat met de subsidie wordt nagestreefd, als ook verplichtingen met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 1.4

De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders via een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier voor de verschillende typen monumenten.

Artikel 1.5

Alle aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

Artikel 1.6

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van deze verordening formulieren beschikbaar betreffende de wijze waarop de aanvraag voor het verzoek om vaststelling van subsidie en de gereedmelding van werkzaamheden waarvoor subsidie worden gegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen de in artikel 2.7.d genoemde ‘Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud’ vast.

Artikel 1.7

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in overeenstemming met afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht, zolang de subsidie niet is vastgesteld, de beschikking tot verlening van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en van de aanvrager terugvorderen indien:

    • a.

      de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de ontvanger van de subsidie niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    • c.

      de ontvanger van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige informatie tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van de subsidie zou hebben geleid;

    • d.

      de verlening van de subsidie onjuist was en de ontvanger van de subsidie dit wist of behoorde te weten;

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 1.8

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in overeenstemming met afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht een vastgestelde subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen en al betaalde voorschotten met vergoeding van de wettelijke rente terugvorderen:

  • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de beschikking tot verlening van de subsidie zou zijn vastgesteld;

  • b. indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten;

  • c. indien de ontvanger van de subsidie na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. De beschikking tot vaststelling van de subsidie kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de aanvrager worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sinds de dag waarop zij is bekend gemaakt, dan wel, in het geval bedoeld in het eerste lid onder c, sinds de dag waarop de handeling in strijd met de voorwaarden is verricht of de dag waarop aan de voorwaarden voldaan had moeten zijn.

  • 4. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen.

Hoofdstuk 2. Verbetering van gemeentelijke monumenten

Artikel 2.1

In dit hoofdstuk wordt onder monument verstaan:

  • a.

    een beschermd gemeentelijk monument dat is opgenomen op de monumentenlijst als bedoeld in de Monumentenverordening gemeente Elburg;

  • b.

    een object waarvan burgemeester en wethouders schriftelijk het voornemen kenbaar hebben gemaakt deze als gemeentelijk monument aan te wijzen.

Artikel 2.2

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, evenals herstel en restauratie van monumentale onderdelen van het monument.

  • 2.

    Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van onderhoudswerkzaamheden aan het monument.

Artikel 2.3

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend via het door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier en gaat ten minste vergezeld van de volgende documenten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1 : 100), voor historische kerkenpaden een overzichtskaart met schaal 1:1000;

    • d.

      foto’s monumentale onderdelen en eventueel onderhoudsrapporten van de Monumentenwacht Gelderland;

    • e.

      de naam en het adres van de aannemers of diegene, die met het uitvoeren van de werkzaamheden is belast.

  • 2. Een aanvraag om een voorschot als bedoeld in artikel 2.8 wordt op een door burgemeester en wethouder vastgesteld formulier ingediend.

Artikel 2.4

  • 1. Onder de in dit hoofdstuk bedoelde kosten van de voorzieningen worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

    • a.

      de aanneemsom, inclusief een gespecificeerde begroting;

    • b.

      het honorarium van de architect en de constructeur, de kosten van het dagelijks toezicht;

    • c.

      de leges voor de bouwvergunning en monumentenvergunning;

    • d.

      de verschuldigde omzetbelasting.

    Niet tot de in dit artikel bedoelde kosten van de voorzieningen wordt gerekend de vergoeding voor de werkzaamheden in eigen beheer (d.w.z. niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf). De aanvrager zal dit vooraf aantoonbaar moeten maken.

  • 2. In bepaalde gevallen kunnen de kosten van werkzaamheden in eigen beheer voor subsidie in aan-

    merking komen mits aan de door het college van B. en W. in nadere eisen gestelde criteria wordt

    voldaan op het gebied van:

    • a.

      Kwaliteit - van personeel en het geleverde werk;

    • b.

      Garantie - t.a.v. uitvoering van de verrichte werkzaamheden, verzekering en duurzaamheid m.n. ten aanzien van een mogelijk faillissement;

    • c.

      Inkomsten/uitgaven – personeelskosten in relatie met de subsidie. Van winstoogmerk mag geen sprake zijn.

  • 3. De risicoregeling voor de bouw is niet van toepassing.

Artikel 2.5

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag over het voorlopig verlenen van subsidie.

  • 2. Bij hun besluit over subsidieverlening bepalen zij voorlopig de hoogte van de subsidie.

  • 3. Zij kunnen beslissen hun besluit tot voorlopige toekenning van subsidie eenmalig met ten hoogste acht weken schriftelijk te verdagen.

Artikel 2.6

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.3, wordt de subsidie geweigerd indien de in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde weigeringsgronden van toepassing zijn en voorts indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van het gemeentelijk monument niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te bereiken kwaliteitsniveau en de waarde van het monument;

    • c.

      met het treffen van de voorzieningen waar subsidie voor wordt gevraagd is begonnen voordat voor de betreffende werkzaamheden een voorlopige toekenning door het college is afgegeven en op de aanvraag nog niet beslist is;

    • d.

      de kosten van de voorzieningen minder bedragen dan € 750,00 inclusief BTW, met uitzondering van voorzieningen aangaande onderhoud van kerkenpaden of subsidie voor liggeld;

    • e.

      van het onroerend monument waaraan, de voorzieningen worden getroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze binnen afzienbare termijn, welke niet langer is dan 10 jaar, bestemd is om te worden afgebroken;

    • f.

      van het varend monument waaraan, de voorzieningen worden getroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze binnen afzienbare termijn, welke niet langer is dan 5 jaar, bestemd is om permanent buiten de gemeentegrenzen van Elburg te worden gebracht;

    • g.

      in een periode van 5 jaar voor onderhoud en 15 jaar voor restauratie voorafgaand aan de aanvraag voor dezelfde werkzaamheden/ onderdelen aan het monument subsidie is verleend;

    • h.

      voor het treffen van de voorzieningen vergunningen zijn vereist en deze niet zijn verleend;

    • i.

      het monument na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, niet zal voldoen aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het monument moeten worden gesteld;

    • j.

      het monument na het treffen van de voorzieningen uit een oogpunt van monumentenzorg niet aan redelijke eisen van welstand zal voldoen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder h. en i. kan de subsidie worden verleend voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken, indien het een beschermd monument betreft en de voorzieningen in het belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen.

Artikel 2.7

  • 1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      binnen dertien weken na het besluit tot verlening van de subsidie met de werkzaamheden wordt begonnen, vooropgesteld dat benodigde vergunningen onherroepelijk zijn;

    • b.

      de werkzaamheden zijn voltooid binnen één jaar na verlening van de subsidie;

    • c.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • -

      toegang wordt verleend tot de gebouwde onroerende zaken voor het controleren van de uitvoering van de werkzaamheden;

    • -

      inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • -

      alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel nodig zijn om te beoordelen of aan de voorwaarden verbonden aan de verleende subsidie wordt voldaan en het gereedmeldings- formulier binnen de gestelde termijn, volgens artikel 2.7.1, lid b wordt ingeleverd;

    • d.

      de werkzaamheden worden uitgevoerd overeenkomstig de ‘Uitvoeringsvoorschriften restauratie en onderhoud’ van de gemeente Elburg.

  • 2. De subsidie voor varende monumenten wordt, naast de voorwaarden als omschreven in lid 1, verleend onder de voorwaarde dat het varend monument, met uitzondering van een woonschip, daadwerkelijk minimaal een half jaar per jaar een ligplaats inneemt in de historische havenkom van Elburg.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen, op schriftelijk verzoek van de aanvrager, de in het eerste lid onder a. genoemde termijn met ten hoogste dertien weken en de in het eerste lid onder b. genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen.

Artikel 2.8

  • 1. Op verzoek van de aanvrager kunnen burgemeester en wethouders, indien 50% of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden, een voorschot op de subsidie verstrekken van maximaal 50% van de voorlopig toegekende subsidie.

  • 2. Het verzoek om een voorschot als bedoeld onder 1. wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders via een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 2.9

  • 1. Binnen één jaar na het verlenen van de subsidie, meldt de subsidieaanvrager aan burgemeester en wethouders dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn.

  • 2. Bij de gereedmelding dient de aanvrager alle op de gesubsidieerde werkzaamheden betrekking hebbende bescheiden en gegevens waaronder rekeningen en kopie betalingsbewijzen te overleggen.

  • 3. De gereedmelding gaat vergezeld van een formulier dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de subsidie is verleend.

  • 4. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling de subsidie als bedoelt in artikel 4:44 Awb.

  • 5. De subsidieaanvrager houdt gedurende vijf jaren na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden voor controle beschikbaar.

  • 6. Indien burgemeester en wethouders toepassing hebben gegeven aan artikel 2.7, lid 2, wordt de termijn genoemd in het eerste lid eveneens met ten hoogste één jaar verlengd.

Artikel 2.10

  • 1. Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding beslissen burgemeester en wethouders of zij met de gereedmelding instemmen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met acht weken schriftelijk verdagen voor zover de controle op de juistheid en de volledigheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders instemmen met de gereedmelding stellen zij de hoogte van de subsidie vast.

Artikel 2.11

  • 1. De subsidie voor het herstel en instandhouding van het monument zoals bedoeld in artikel 2.2, lid 1 bedraagt voor het opheffen van bouwtechnische gebreken het herstel en de restauratie van monumenten, 30% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde kosten van:

    Onroerende monumenten:

    a.verbetering en herstel van de fundering;

    b.herstel en restauratie van gevels en dragende muren;

    c.herstel en restauratie van vloerenconstructies;

    d.herstel en restauratie van kapconstructies;

    e.herstel en restauratie van monumentale onderdelen, voor zover niet begrepen onder a. tot en met d en zoals opgenomen in de redengevende omschrijving.

    Varende Monumenten:

    f.herstel en restauratie van authentieke onderdelen, zoals die beschreven zijn in de redengevende omschrijving, behorende bij het varende monument.

    Historische kerkepaden:

    g.Herstellen van kerkenpaden en vervangen van bijhorende voorzieningen, zoals opgenomen in de redengevende omschrijving.

  • 2. De totale subsidie voor de werkzaamheden, als bedoeld in lid 1, a t/m e kan niet meer bedragen dan €10.000 per onroerend monument.

    De totale subsidie voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 1, sub f kan niet meer bedragen dan €9.000 per varend monument.

    De totale subsidie voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 1, sub. g kan niet meer bedragen dan €6.000 per kerkenpad.

  • 3. De in lid 1, sub f bedoelde subsidie wordt slechts verstrekt, indien:

    • a.

      het varende monument eigendom is van een in de gemeente Elburg gevestigde rechtspersoon die zich blijkens haar statuten en haar feitelijke werkzaamheden inzet voor het behoud en het herstel van voor Elburg waardevolle historische schepen;

    • b.

      het varende monument geen eigendom is van een in sub a bedoelde rechtspersoon, doch deze beschikt over een vaste ligplaats in de haven van Elburg, een en ander overeenkomstig de APV, artikel 5.33 en 5.34.

  • 4. De subsidie als bedoeld in het eerste lid is niet hoger dan de in artikel 2.5, lid 2, voorlopig toegekende subsidie.

  • 5. Burgemeester en wethouders betalen de subsidie uit binnen zes weken nadat zij de subsidie definitief hebben vastgesteld.

Artikel 2.12

  • 1. De subsidie voor onderhoud en instandhouding van de monumentale waarde zoals bedoeld in artikel 2.2, lid 2 voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden bedraagt 20%. van de door burgemeester en wethouders vastgestelde kosten van:

    Onroerende monumenten:

    • a.

      buiten- (en daarmede samenhangend binnen) schilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen, buitendeuren, boeidelen, luiken en stucwerk;

    • b.

      onderhoud van rieten daken (met deklatten en herstel van sporen);

    • c.

      onderhoud van daken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van dakbeschot en sporen;

    • d.

      onderhoud van goten, in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

    • e.

      onderhoud van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedeverdeling, lijstwerk en luiken;

    • f.

      onderhoud van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

    • g.

      onderhoud van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast;

    • h.

      inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en het opvoegen of pleisteren van gevels;

    • i.

      het op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen;

    • j.

      behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

    • k.

      onderhoud van gedeelten van dragende constructies (ankergebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

    • l.

      onderhoud van glas-in-lood beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

    • m.

      vervangen herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde;

    • n.

      het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met het herstel van historisch waardevolle ramen;

    • o.

      partieel herstel van voegwerken;

    • p.

      waardevolle interieur onderdelen zoals die omschreven zijn in de redengevende beschrijving van het betreffende monument.

    Varende Monumenten:

    • q.

      onderhoud van authentieke onderdelen, zoals die beschreven zijn in de redengevende omschrijving, behorende bij het varende monument.

  • 2. Historische kerkepaden:

    De subsidie voor onderhoud en instandhouding van de monumentale waarde zoals bedoeld in artikel 2.2, lid 2 voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden bedraagt per jaar € 0,45 per strekkende meter pad van de door burgemeester en wethouders vastgestelde kosten voor het plegen van klein onderhoud van kerkpaden en bijhorende voorzieningen waaronder wordt verstaan:

    • -

      het snoeien van struiken en planten;

    • -

      het maaien van gras;

    • -

      het plaatselijk herstellen van de paden;

    • -

      het verwijderen van rotte houten delen bij hekwerken, afrasteringen, bruggen en bankjes;

    • -

      het schilderen van hekwerken, afrasteringen, bruggen en bankjes;

    • -

      het herstellen van gebreken aan prullenbakken of borden t.b.v. verwijzing of gebod.

  • 3. De totale subsidie voor de werkzaamheden, als bedoeld in lid 1, sub a t/m p kan niet meer bedragen dan €4.500.

    De totale subsidie voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 1, sub q kan niet meer bedragen dan €4.500.

    De totale subsidie voor de werkzaamheden als bedoeld in lid 2 kan niet meer bedragen dan €2.500.

  • 4. De subsidie als bedoeld in het eerste lid is niet hoger dan de in artikel 2.5 voorlopig toegekende subsidie.

  • 5. Burgemeester en wethouders betalen de subsidie uit binnen zes weken nadat zij de subsidie definitief hebben vastgesteld.

Hoofdstuk 3. Aanleg en restauratie keitjesstoepen

Artikel 3.1

Burgemeester en wethouders kunnen ter bevordering van het historische karakter van de Elburger Vesting subsidie verstrekken voor het aanbrengen, restaureren c.q. herstellen van keitjesstoepen, veldkeienstoepen en overige waardevolle plaveisels.

Artikel 3.2

Voor subsidie kan in aanmerking komen de eigenaar c.q. zakelijk gerechtigde van een in de Elburger Vesting gelegen gebouw, wanneer het aanbrengen van een stoep bij dat gebouw uit een oogpunt van handhaving of herstel van het historische karakter wenselijk is.

Artikel 3.3

De subsidie als bedoeld in lid 3.1 bedraagt maximaal 70% van de kosten met een maximum van

€ 250, - per m2.

Artikel 3.4

Met betrekking tot het aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidie zijnde artikelen 2.3, 2.4, 2.5, 2.7, 2.8, 2.9 en 2.10 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.5

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5, wordt de subsidie geweigerd indien de in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde weigeringsgronden van toepassing zijn en voorts indien:

  • a.

    De keitjesstoep of het gedeelte van de stoep, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, in een periode van 15 jaar voorafgaand aan de aanvraag om subsidie, met subsidie van overheidswege is aangelegd of hersteld;

  • b.

    de werkzaamheden waarvoor de subsidie wordt gevraagd al in uitvoering zijn genomen voordat de toestand van de stoep van gemeentewege is opgenomen;

  • c.

    vervanging, vernieuwing of herstel van de keitjesstoep noodzakelijk is als gevolg van brand en/of stormschade.

Artikel 3.6

Indien op grond hoofdstuk 2 van deze verordening of op grond van enige andere subsidieregeling subsidie kan worden verkregen, wordt deze subsidie in mindering gebracht op de op grond van dit hoofdstuk te verkrijgen subsidie.

Hoofdstuk 4. Compensatie liggelden

Artikel 4.1

  • 1. Subsidie ter compensatie van de kosten voor liggelden voor een vaste ligplaats in de haven van de gemeente Elburg kan worden verleend aan:

    • a.

      de eigenaar van een varend monument;

    • b.

      de eigenaar van een waardevol vaartuig dat als zodanig door Burgemeester en Wethouders is aangewezen.

  • 2. Nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan kan jaarlijks een subsidieaanvraag ter compensatie van de kosten voor liggelden voor dat betreffende jaar worden ingediend:

    • a.

      Er is een aanslag havengelden en deze is in het geheel voldaan;

    • b.

      Het vaartuig heeft gedurende 6 maanden van het betreffende jaar in de historische havenkom van Elburg, zoals op de kaart indeling Haven en Havenkanaal is aangegeven, gelegen. (mits er een plaats is in de historische havenkom beschikbaar is). Voorgaande wordt door de aanvrager op het aanvraagformulier verklaard en wordt door de havenmeester gecontroleerd.

  • 3. De subsidieaanvraag voor een bijdrage in de kosten voor liggelden dient ingediend te worden op een door het college van B. en W. vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4. De totale subsidie voor de compensatie van liggelden wordt vastgesteld en bevroren op het niveau voor 2011 (85%). Deze subsidie wordt evenredig verdeeld over alle aanvragers en zal naar evenredigheid afnemen als er meer binnen deze regeling passende aanvragen worden ingediend.

  • 5. De subsidie wordt afgestemd op de grootte en omvang van het varende monument of waardevolle vaartuig. Hierbij wordt aangesloten bij de belastingverordening haven- en kadegelden van het betreffende jaar:

    • -

      vaartuigen tot 15 m2 : 50 % van het minimum bedrag aan havengeld voor een jaarabonnement

    • -

      overige vaartuigen: het minimum bedrag aan havengeld voor een jaarabonnement

  • 6. Burgemeester en wethouders betalen de subsidie uit binnen zes weken nadat zij de subsidie definitief hebben vastgesteld.

Hoofdstuk 5. Overgangsbepalingen en slotbepalingen

Artikel 5.1

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen.

Artikel 5.2

Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld op basis van de verordening die gold op het moment van de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 5.3

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening cultuur erfgoed 2014”.

Artikel 5.4

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

  • 2. Per datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Subsidieverordening cultureel erfgoed 2011 ingetrokken.

    Aldus besloten door de raad van de gemeente Elburg

    in zijn vergadering van 16 december 2013.

    de voorzitter, de griffier,

    F.A. de Lange Mr. Ir. M. C. Luiting