Regeling vervallen per 31-12-2019

Ongewenst gedrag

Geldend van 10-11-1998 t/m 30-12-2019

Intitulé

Ongewenst gedrag

1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepaling

  • a

    ongewenst gedrag: gedrag dat valt binnen de begrippen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling;

  • b

    klacht: een door de klager ondertekend en van naam- en adresgegevens voorzien geschrift waarin het jegens hem ongewenste gedrag waarop de klacht betrekking heeft is omschreven;

  • c

    klager: een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de gemeente en een klacht over ongewenst gedrag indient;

  • d

    aangeklaagde: een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de gemeente en over wiens gedrag geklaagd wordt;

  • e

    vertrouwenspersoon:de persoon als bedoeld in artikel 2.1.

  • f

    klachtencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 3.1.

Artikel 1.2 Betrokkenen

Dit reglement is van kracht voor medewerkers, zijnde alle personen die met de gemeente Elburg een dienstbetrekking hebben voor bepaalde of onbepaalde tijd. Tevens wordt hieronder verstaan een ex-medewerker die uiterlijk tot voor twee jaar een dienstverband had met de gemeente Elburg.

Artikel 1.3 Geheimhoudingsplicht

Een ieder die ingevolge deze procedure op de hoogte is gebracht van feiten dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken verbandhoudend met een mogelijk geval van seksuele intimidatie is verplicht tot geheimhouding van deze feiten tegenover derden en draagt er zorg voor dat de stukken niet onder ogen van derden komen. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband of de relatie met de gemeente Elburg.

2 De vertrouwenspersoon

Artikel 2.1 De aanwijzing van de vertrouwenspersoon

Het college van burgemeester en wethouders benoemt, na instemming van de ondernemingsraad, een vertrouwenspersoon. Er wordt zowel een interne als een externe vertrouwenspersoon benoemd. De interne vertrouwenspersoon is een vrouw, de externe een man of een vrouw. Bij de benoeming dient de toegankelijkheid tot de vertrouwenspersoon voor alle potentiële klagers gegarandeerd te zijn.

Artikel 2.2 Taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

  • Lid 1 De vertrouwenspersoon heeft de volgende taken:

    • 1

      de klager die zich tot hem/haar wendt bij te staan in de emotionele problemen die door het gebeurde zijn ontstaan. Indien nodig zorgt hij/zij voor een doorverwijzing naar andere vormen van hulpverlening. Daarnaast adviseert hij/zij de klager aangaande de mogelijk verder te volgen procedure.

    • 2

      de klager op zijn/haar verzoek te ondersteunen bij het inschakelen van een bemiddelaar of het indienen van een klacht bij de klachtencommissie.

    • 3

      desgewenst een rol te spelen in de nazorg, voor zover dit redelijkerwijs binnen de mogelijkheden en de bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geacht mag worden te liggen.

  • Lid 2 De vertrouwenspersoon verricht zijn of haar taken alleen en uitsluitend met de uitdrukkelijke toestemming van de klager.

Artikel 2.3 Adviseren

De vertrouwenspersoon kan het management, B & W en de O.R. gevraagd of ongevraagd adviseren inzake het beleid rond het omgaan met ongewenst gedrag.

Artikel 2.4 Klachtenregistratie

De vertrouwenspersoon houdt een overzicht bij van het aantal en aard van de klachten die hem/haar hebben bereikt. Dit overzicht bevat geen namen of andere op de persoon herleidbare aspecten. Daarentegen wordt wel vastgelegd wat de hiërarchische verhouding was tussen de betrokkenen.

Artikel 2.5 Verslag b&w klachten

De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan B & W schriftelijk verslag uit van het aantal en aard van de bij hem/haar gemelde klachten.

Artikel 2.6 Opleiding

De interne vertrouwenspersoon wordt in de gelegenheid gesteld door middel van scholing zich toe te rusten voor de uitvoering van de taken.

3 De klachtencommissie

Artikel 3.1 Afhandeling klachten

  • Lid 1 Voor de afhandeling van klachten geldt de Regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid.

  • Lid 2 Bij strijd tussen de bepalingen in de lokale arbeidsvoorwaardenregeling en de Regeling klachtencommissie wordt de Regeling klachtencommissie met voorrang toegepast.

4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Slot- en overgangsbepalingen

Het college van burgemeester en wethouders en het management dragen zorg voor voldoende bekendmaking binnen Gemeente Elburg inzake hun werkzaamheden betreffende het voorkomen van, resp. het optreden tegen ongwenst gedrag bij de gemeente Elburg.

Artikel 4.2 Slot- en overgangsbepalingen

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor voldoende bekendmaking van dit reglement. In elk domein dient een exemplaar van dit reglement voor een ieder goed toegankelijk ter inzage aanwezig te zijn. Daarnaast dient minimaal een exemplaar te worden opgehangen in een gemeenschappelijke ruimte.

Artikel 4.3 Slot- en overgangsbepalingen

Dit reglement treedt in werking op 10 november 1998.

Ongewenst gedrag

Inhoudsopgave

1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepaling

Artikel 1.2 Betrokkenen

Artikel 1.3 Geheimhoudingsplicht

2 De vertrouwenspersoon

Artikel 2.1 De aanwijzing van de vertrouwenspersoon

Artikel 2.2 Taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

Artikel 2.3 Adviseren

Artikel 2.4 Klachtenregistratie

Artikel 2.5 Verslag b&w klachten

Artikel 2.6 Opleiding

3 De klachtencommissie

Artikel 3.1 Afhandeling klachten

4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 4.2 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 4.3 Slot- en overgangsbepalingen