Werktijden

Werktijden

Inhoudsopgave

• Artikel 1 Werkdagen

• Artikel 2 Werktijden

• Artikel 2A Overschrijven uren

• Artikel 3 Lunchtijd

• Artikel 4 Werktijden buitendienstmedewerkers

• Artikel 5 Werkrooster

• Artikel 6 Tijdverantwoording

• Artikel 7 Ziekte en medische behandeling

Artikel 1 Werkdagen

De werkdagen zijn als regel van maandag tot en met vrijdag

Artikel 2 Werktijden

Lid 1

Voor de medewerkers gelden variabele werktijden welke als volgt zijn vastgesteld:

• 07.30 09.00 uur, begin werktijd

• 09.00 12.00 uur, blokuren

• 12.00 14.00 uur, lunchtijd

• 14.00 16.00 uur, blokuren

• 16.00 18.00 uur, einde werktijd

Lid 2

Een overschrijding van de vastgestelde arbeidsduur wordt aan het saldo Plus-Min uren toegevoegd.

Lid 3

Een overschrijding van de vastgestelde arbeidsduur zonder dat daartoe een dienstopdracht is gegeven, dient op ander moment in tijd te worden gecompenseerd.

Lid 4

Een onderschrijding van de vastgestelde arbeidsduur wordt van de Plus-Min uren afgeschreven en dient op een ander te moment te worden ingehaald.

Artikel 2A Overschrijven uren

Lid 1

Jaarlijks mogen maximaal 90 Plus-Min uren worden overgeschreven naar het nieuwe kalenderjaar.

Lid 2

De ambtenaar die meer dan 90 Plus-Min uren mee wil nemen naar een volgend jaar, dient daartoe voor 1 december van het lopende jaar een verzoek in bij het college van burgemeester en wethouders.

Lid 3

Een verzoek om meer dan 90 Plus-Min uren mee te nemen wordt uitsluitend ingewilligd indien daar goede redenen voor zijn.

Lid 4

Onder goede redenen worden in ieder geval begrepen:

• a

  Langdurige ziekte lopende het jaar;

• b

  Ziekte aan het eind van het jaar;

• c

  Overmacht;

• d

  Redenen van dienstbelang.

Artikel 3 Lunchtijd

Lid 1

De medewerker is verplicht in het tijdsregistratiesysteem aankomst, vertrek en pauzes te registreren.

Lid 2

Indien een medewerker onvoldoende pauze muteert, registreert het systeem:

• a

  30 minuten pauze bij 6 uur aanwezigheid en

• b

  45 minuten pauze bij 10 uur en 45 minuten aanwezigheid.

Artikel 4 Werktijden buitendienstmedewerkers

De buitendienstmedewerkers hebben vaste werktijden, welke als volgt zijn vastgesteld:

• 07.30 12.00 uur, ochtend werktijd

• 12.00 13.00 uur, lunchtijd

• 13.00 16.30 uur, middag werktijd

Artikel 5 Werkrooster

Lid 1

De leidinggevende stelt een werkrooster vast voor de medewerkers.

Lid 2

Het werkrooster wordt opgenomen in het tijdsregistratiesysteem.

Lid 3

Wijzigingen in het werkrooster kunnen zowel op verzoek van de medewerker als de leidinggevende plaatsvinden. Indien het overleg over het werkrooster niet tot overeenstemming leidt, besluit het bevoegd gezag. Dit besluit wordt schriftelijk meegedeeld.

Lid 4

De medewerker stemt zijn voornemen om afwezig te zijn altijd af met zijn leidinggevende.

Artikel 6 Tijdverantwoording

Iedere medewerker is verplicht de gewerkte uren per dag te registreren in het tijdsregistratiesysteem of, indien de medewerker niet de beschikking heeft over het tijdsregistratiesysteem, te laten registreren.

Artikel 7 Ziekte en medische behandeling

Lid 1

Het eerste bezoek aan huisarts of tandarts gebeurt in eigen tijd. Als blijkt dat meerdere (vervolg)behandelingen nodig zijn, kan dit, indien noodzakelijk, in werktijd gebeuren.

Lid 2

Bij afwezigheid wegens ziekte of medische behandeling tijdens werktijd wordt, maximaal, het aantal uren volgens het werkrooster geregistreerd.

Lid 3

Bij gedeeltelijke afwezigheid wegens ziekte wordt het aantal uren geregistreerd gelijk aan de herstelmelding.

Toelichting werktijden (T)

Inhoudsopgave

• Algemeen

• Flexibele werktijden

• Pauzes

• Rooster

• Tijdverantwoording

• Ziekte en medische behandeling

Algemeen

Publieksgericht werken vraagt om een meer flexibele omgang met arbeidstijden. Daarnaast speelt de behoefte van medewerkers om werk en privé meer flexibel op elkaar te kunnen afstemmen. De invoering van een meer flexibele werktijdenregeling speelt in op beide behoeftes en maakt maatwerk afspraken tussen leidinggevende en medewerker over werktijden, verdeling van te werken tijd en vrije tijd worden mogelijk.

Flexibele werktijden

De gemeente hanteert een systeem van flexibele werktijden, waarbij medewerkers de op een dag teveel gewerkte uren op een andere dag weer kunnen compenseren. Het is voor medewerkers niet altijd duidelijk wanneer er sprake is van overwerk. Een overschrijding van de arbeidsduur wordt dan gezien als overwerk. Er is echter pas sprake van overwerk volgens de CAR-UWO als de ambtenaar in dienstopdracht werkzaamheden verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week. De feitelijke arbeidsduur per week is de arbeidsduur zoals die voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld.

Overwerk is dus het in opdracht van de leidinggevende overschrijden van de formele arbeidsduur. Als de medewerker zelf langer doorwerkt zonder dat daar afspraken over zijn gemaakt, heeft hij geen recht op een overwerkvergoeding, maar moet de teveel gewerkte uren op een ander moment in tijd compenseren.

De bloktijden maken deel uit van de regeling variabele werktijden en zijn ingevoerd uit oogpunt van dienstverlening aan burgers en bestuur. Daarnaast is het handig bij het plannen van vergaderingen etc.

Pauzes

In de Arbeidstijdenwet staat hoe lang een werknemer per dag en per week mag werken en wanneer hij recht heeft op pauze of rusttijd. Die regels zijn er met het oog op de veiligheid, welzijn en gezondheid, maar ook om werk en privé en zorgtaken te kunnen combineren. Medewerkers moeten er zelf opletten dat de regels rond werk en rusttijden worden nageleefd. Zij kunnen hun werkgever aanspreken als dit niet gebeurt.

In de arbeidstijdenwet wordt ten aanzien van rusttijden bepaald dat de aaneengesloten arbeidsduur van de medewerker maximaal 5½ uur mag bedragen. Bij een arbeidsduur per dag van meer dan 5½ uur bedraagt de pauze minimaal een half uur, bij een arbeidsduur van meer dan 10 uur, drie kwartier. De pauzes mogen worden opgesplitst in pauzes van minimaal 15 minuten.

Rooster

Op grond van de Arbeidstijdenwet is de werkgever verplicht het arbeidspatroon, het rooster schriftelijk vast te leggen. Het arbeidspatroon moet ten minste 28 dagen van te voren aan de medewerker bekend worden gemaakt.

Tijdverantwoording

Op grond van de Arbeidstijdenwet is de werkgever verplicht een registratie van de gewerkte uren bij te houden. Er gelden geen eisen voor de vorm, maar uit de registratie moet de Arbeidsinspectie wel kunnen zien of de Arbeidstijdenwet is nageleefd.

In het registratiesysteem wordt het netto aantal te werken uren per jaar ingevoerd. Het netto aantal te werken uren wordt berekend door het totaal aantal te werken uren op werkdagen te verminderen met de vakantie-uren en het feestdagenverlof. Vervolgens worden de gewerkte uren op de afgesproken (deel)producten verantwoord. Op deze wijze worden planning en realisatie inzichtelijk waarbij met behulp van het systeem onder- of overschrijding van uren gevolgd kan worden.

Ziekte en medische behandeling

Een medewerker is ziek als hij ongeschikt is tot het verrichten van zijn eigen arbeid als rechtstreeks en objectief medisch gevolg van ziekte of gebrek. Het enkele feit dat een medewerker ziek is, wil niet zeggen dat hij ook verzuimt. Het is goed denkbaar dat een medewerker gewoon werkt ondanks dat hij een ziekte heeft. Waar het dus om gaat, is dat hij ongeschikt is voor zijn functie als rechtstreeks en objectief medisch gevolg van ziekte of gebrek (NB. ongeschiktheid voor de functie # arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA).

Voor medische behandelingen geldt dat dit onder werktijd kan plaatsvinden indien dit niet anders kan. Medewerkers dienen zich echter te realiseren dat alles wat kan, niet vanzelfsprekend ook hóeft.

Bij afwezigheid wegens ziekte wordt het aantal te werken uren volgens het werkrooster in mindering gebracht op het netto aantal te werken uren per jaar. De mindering wordt aangevangen met ingang van de dag van ziekmelding vallende op een werkdag van de zieke medewerker.

Het komt geregeld voor dat medewerkers nog wel kunnen werken, maar niet voor de volledige arbeidsduur. De bedrijfsarts stelt hiervoor vaak een schema op. Ook in dat geval is er sprake van ongeschiktheid voor de functie. Het gaat immers om alle onderdelen van de functie in combinatie met de afgesproken arbeidsduur. Als een medewerker het eigen werk gedeeltelijk uitvoert, moet hij deze uren verantwoorden in het tijdsregistratiesysteem. Hij kan/mag echter nooit meer uren verantwoorden dan dat hij hersteld is. Een medewerker die gedeeltelijk ziek is, kan niet extra gewerkte uren opbouwen door meer te werken dan het deel waarvoor hij hersteld is gemeld.

In het geval de medewerker het werk hervat op arbeidstherapeutische basis, is hij nog steeds volledig ziek. Bij werken op arbeidstherapeutische basis is het doel om werkritme op te bouwen en de uren en taken geleidelijk aan weer uit te breiden. De reïntegratie staat hierbij voorop, niet de arbeidsproductiviteit.

NB. De vakantie-opbouw tijdens ziekte is geregeld in artikel 6:2:3 en 6:2:6 CAR-UWO.