Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

Geldend van 28-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats(en): de algemene begraafplaatsen in de gemeente;

b. graf: een zandgraf of een keldergraf;

c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

e. urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

h. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

i. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

j. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

k. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

l. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

a. het lichten van een lijk op rechtelijk gezag;

b. het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8. Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

3. De 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2018' van 18 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

4. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2018.

De voorzitter, ir. J.N. Rozendaal

De griffier, mr. ir. M.C. Luiting

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten en begraven

1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van het begraven van één, twee of drie lijken, als bedoeld in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2011, inclusief de begraving, verwijdering van grafbedekking ten behoeve van de bijzetting van het tweede of derde lijk en het recht op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsten van een gedenkteken, wordt geheven:

1.1.1 voor een periode van 30 jaar voor een dubbel graf: € 4.504,80;

1.1.2 voor onbepaalde tijd voor een dubbel graf: € 5.602,10;

1.1.3 voor het verdiepen van een enkel graf naar een dubbel graf: € 1.715,65;

1.1.4 voor de uitbreiding van een dubbel graf naar een drievoudig graf: € 2.252,45;

1.1.5 voor een periode van 30 jaar voor een drievoudig graf: € 6.757,25;

1.1.6 voor onbepaalde tijd voor een drievoudig graf: € 8.409,05;

1.1.7 voor een periode van 30 jaar voor een enkel graf, ingeval van inbreiding: € 3.320,25;

1.1.8 voor onbepaalde tijd voor een enkel graf, ingeval van inbreiding: € 3.871,10;

1.1.9 voor een periode van 30 jaar voor een kindergraf tot 12 jaar: € 1.616,55;

1.1.10 voor onbepaalde tijd voor een kindergraf: € 2.167,45;

1.1.11 voor de bijzetting van een tweede lijk in bestaande situaties: € 550,90;

1.1.12 voor de bijzetting van een tweede kinderlijk in bestaande situaties: € 275,45.

1.2 Voor het omzetten van de periode, genoemd onder 1.1.1, 1.1.5, 1.1.7 en 1.1.9, naar onbepaalde tijd wordt geheven:

1.2.1 voor een drievoudig graf: € 1.798,20;

1.2.2 voor een dubbel graf: € 1.101,15;

1.2.3 voor een enkel graf: € 550,90;

1.2.4 voor een kindergraf: € 550,90;

1.2.5 voor het reserveren van het recht op een particulier graf zoals genoemd onder 1.1.1, 1.1.2, 1.1.5, 1.1.6, 1.1.9 en 1.1.10 wordt het bedrag genoemd onder betreffende paragraaf verhoogd met: 2,5%.

1.3 Voor het geven van gelegenheid tot begraven in een algemeen graf als bedoeld in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2011, inclusief het recht op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsen van een gedenkteken wordt geheven:

1.3.1 voor het begraven van en lijk van een persoon vanaf 12 jaar: € 1.634,55;

1.3.2 voor het begraven van een lijk van een persoon tot 12 jaar: € 754,85.

1.4 Voor het wijzigen van een algemeen graf in een particulier graf in door het college aangegeven vakken wordt, met terugwerkende kracht, gerekend vanaf het tijdstip van het geven van gelegenheid tot begraven in een algemeen graf geheven:

1.4.1 voor een periode van 30 jaar per begraven vanaf 12 jaar: € 1.685,70;

1.4.2 voor een periode van 30 jaar per begraven lijk tot 12 jaar: € 861,70;

1.5 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf ten behoeve van het plaatsen van twee asbussen in een uitsluitend daartoe bestemd urnengraf of urnennis, al bedoeld in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2011, inclusief de plaatsing van de asbussen, verwijdering van grafbedekking ten behoeve van de bijzetting van de tweede asbus en het recht op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsen van een gedenkteken, wordt geheven:

1.5.1 voor een periode van 10 jaar: € 2.014,00;

1.5.2 voor een periode van 20 jaar: € 3.115,20;

1.5.3 voor een periode van 30 jaar: € 4.216,30;

1.5.4 voor onbepaalde tijd: € 5.317,50;

1.5.5 voor het plaatsen van een asbus van een persoon tot 12 jaar voor een periode van 30 jaar: € 1.616,55.

1.6 Voor het plaatsen van een derde of vierde asbus in een graf of nis als bedoeld onder 1.5 wordt, voor de plaatsing, inclusief verwijdering van grafbedekking ten behoeve van de bijzetting van de asbus en het recht op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het plaatsen van een gedenkteken geheven:

1.6.1 in een graf of nis uitgegeven voor een periode van 10 jaar: € 769,65;

1.6.2 in een graf of nis uitgegeven voor een periode van 20 jaar: € 994,00;

1.6.3 in een graf of nis uitgegeven voor een periode van 30 jaar: € 1.218,25.

1.7 Voor het verlengen van recht op een particulier graf als bedoeld onder 1.5, wordt geheven:

1.7.1 voor een periode van 10 jaar: € 1.101,15;

1.7.2 voor elke conform 1.6 geplaatste asbus vermeerderd met: € 550,90.

1.8 Voor het geheel of gedeeltelijk buiten de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2011 vastgestelde tijden begraven wordt geheven: € 225,15

Hoofdstuk 2 Onderhoud

2.1 Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een gedenkteken wordt geheven per gedenkteken voor:

2.1.1 een periode van 10 jaar: € 1.423,75;

2.1.2 een periode van 20 jaar: € 2.847,30;

2.1.3 een periode van 30 jaar: € 4.271,15.

2.2 Voor het wegnemen en herplaatsen van voorwerpen, als bedoeld in artikel 19 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2011, anders dan ingeval van 1.1, 1.5, 1.6 en 3.1 wordt een recht geheven van: € 178,05.

Hoofdstuk 3 Opgraven en ruimen

3.1 Voor het opgraven van een lijk inclusief verwijdering van grafbedekking en eventueel herbegraven in hetzelfde of een ander graf of het ruimen van een graf op een gemeentelijke begraafplaats wordt geheven:

3.1.1 indien uitgevoerd door de gemeente: € 547,40;

3.1.2 indien uitgevoerd door derden, de door de derde in rekening gebrachte kosten, waarbij vooraf een kostenopgave aan rechthebbende of contactpersoon bekend wordt gemaakt.

3.2 Voor het opgraven van een asbus inclusief verwijdering van grafbedekking en eventueel herbegraven in hetzelfde of in een ander graf of het ruimen van een graf op een gemeentelijke begraafplaats wordt geheven: € 547,40.

3.3 Voor het verwijderen van een asbus uit een urnennis en eventueel herplaatsen in dezelfde of een andere urnennis wordt geheven: € 273,65.

Hoofdstuk 4 Gebruik aula

4.1 Voor het gebruik van e aula of een gedeelte van de aula wordt per dag of een gedeelte van een dag geheven: € 273,80.

4.2 Voor het gebruik van de 24-uurs kamer wordt per dag of een gedeelte van een dag geheven: € 114,95.

4.3 Voor het gebruik van de koeling wordt per dag of een gedeelte van een dag geheven: € 86,05.

Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2018.

De griffier, mr. ir. M.C. Luiting