Verordening campergeld 2020

Geldend van 31-12-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening campergeld 2020

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van campergelden 2020.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a. camperplaats: een afgebakend gedeelte van de openbare weg op de parkeerplaats “Oude Vos” te Elburg bestemd om door een camper te worden ingenomen;

  • b. camper: een (bestel)auto, ingericht voor het vervoeren van 2 of meer personen en kamperen c.q. buitenshuis verblijven met de mogelijkheid tot overnachten;

  • c. gebruiker: degene die een camperplaats inneemt. Als gebruiker wordt aangemerkt:

  • 1. de eigenaar van de camper;

  • 2. in geval van verhuur van de camper: degene op wiens naam de huurovereenkomst is gesteld (de huurder);

  • 3. indien geen eigenaar of huurder aanwezig is wordt de gebruiker aangewezen door de dienstdoende ambtenaar belast met het innen van campergeld.

  • d. etmaal: een periode van 24 uren, gemeten vanaf 16.00 uur ’s middags.

Artikel 2 Gebruik camperplaats

  • a. per camperplaats mag uitsluitend één camper worden geplaatst;

  • b. een camper dient binnen het vak te worden geplaatst;

  • c. een camper mag ten hoogste gedurende een tijdvak van drie etmalen in een kalendermaand een camperplaats innemen.

Artikel 3 Verplichtingen gebruiker

De gebruiker is verplicht:

  • a. ervoor te zorgen dat de camperplaats steeds behoorlijk wordt schoongehouden. Bij het schoonhouden dienen de regelen en aanwijzingen die terzake door de dienstdoende ambtenaar worden gegeven, te worden opgevolgd;

  • b. gebreken aan de camperplaats zo spoedig mogelijk melden aan de dienstdoende ambtenaar;

  • c. alle door het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte werkzaamheden in of op de camperplaats toe te staan;

  • d. indien hij voornemens is het gebruik van de standplaats te beëindigen dit per omgaande te melden bij de dienstdoende ambtenaar;

  • e. bij diens vertrek de camperplaats zonder gebreken, behoorlijk schoongemaakt en in de oorspronkelijke staat achter te laten.

Artikel 4 Verboden gebruiker

Het is de gebruiker verboden om:

  • a. de camperplaats geheel of gedeeltelijk aan derden in huur of gebruik af te staan;

  • b. in of op de camperplaats enigerlei nering of bedrijf uit te oefenen of te laten uitoefenen en/of goederen en/of afvalstoffen en dergelijke te hebben of op te slaan, welke betrekking hebben op de uitoefening van enigerlei nering of bedrijf;

  • c. in of op de camperplaats voorwerpen of stoffen aanwezig te hebben, welke door gasvorming, brand- of explosiegevaar, gewicht, lawaai, hinderlijke geur of op enigerlei andere wijze hinder of gevaar veroorzaken of kunnen veroorzaken, uitgezonderd voorwerpen of stoffen die normaliter aanwezig dienen te zijn voor het verblijven en verplaatsen van de camper;

  • d. in of op de camperplaats aan of bij te bouwen, af te breken of enige andere verandering aan te brengen dan wel zulks te laten gebeuren.

Artikel 5 Belastbaar feit

Onder de naam “campergeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een camperplaats zoals aangegeven op de bij de verordening behorende kaart.

Artikel 6 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 5 wordt geheven van degene die een camperplaats inneemt.

Artikel 7 Belastingtarief

Voor het innemen van een camperplaats is campergeld verschuldigd. Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een onder artikel 1 bedoelde camper € 10,20 per etmaal.

Artikel 8 Heffingstijdvak

1. Het recht wordt geheven naar het aantal etmalen in het heffingstijdvak.

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

3. Het heffingstijdvak beloopt tenminste een etmaal en begint met ingang van de dag waarop de camperplaats wordt ingenomen.

Artikel 9 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. Het recht als bedoeld in artikel 5 is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht;

2. Indien de belastingplicht in de loop van een etmaal aanvangt, is het recht verschuldigd voor een volledig etmaal;

3. Indien de belastingplicht in de loop van een etmaal eindigt, bestaat geen aanspraak op gedeeltelijke ontheffing van het verschuldigde recht.

Artikel 11 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald op het moment van uitreiking van de schriftelijke kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van campergeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van campergeld.

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

3. De Verordening op de heffing en invordering van campergeld 2019 van 4 juni 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening campergeld 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2019

De voorzitter, ir. J.N. Rozendaal

De griffier, mr. Ir. M.C. Luiting