Regeling vervallen per 02-05-2012

Verordening Fractievergoeding 2005

Geldend van 02-12-2005 t/m 01-05-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Verordening Fractievergoeding 2005

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Emmen;

gelezen het voorstel van het Presidium van 31 oktober 2005;

gelet op het bepaalde in 33 lid 2 en 3 van de Gemeentewet;

besluit:

  • a.

    In te trekken de Verordening kostentegemoetkoming raadsfracties van 20 december 2001;

  • b.

    Vast te stellen de Verordening Fractievergoeding 2005 met de daarbij behorende artikelen:

    Verordening Fractievergoeding 2005

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Raadsfractie: een in de gemeenteraad zetelende politieke groepering (fractie).

  • 2.

    Fractielid: lid van een in de gemeenteraad zetelende politieke groepering.

Artikel 2

Vergoeding

  • 1.

    De fracties in de gemeenteraad hebben jaarlijks op grond van deze verordening aanspraak op een vergoeding per fractie en per fractielid.

  • 2.

    De verstrekking van de in artikel 1 genoemde vergoedingen vindt per kalenderjaar plaats in twee gelijke termijnen op basis van het aantal raadsfracties en het aantal tot de raadsfracties behorende leden op 1 januari en 1 mei van het betreffende kalenderjaar, waarop de vergoedingen betrekking hebben, waarbij tijdelijke vacatures worden meegeteld, behoudens het gestelde in artikel 5.

  • 3.

    De vergoeding wordt bij wijze van voorschot verstrekt door overmaking op een ten name van de desbetreffende fractie gestelde bank- of girorekening.

  • 4.

    In eenjaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt een evenredig deel van het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden.

  • 5.

    Na vaststelling van de bedragen, bedoeld in artikel 8, wordt het voorschot verrekend met teveel ontvangen voorschotten.

Artikel 3

Hoogte van de vergoeding

  • 1.

    De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks bij vasstelling van de gemeentebegroting dan wel bij begrotingswijziging vastgesteld op een vast bedrag per jaar per fractielid en per fractie in de verhouding 1 : 3,3 en voor personele ondersteuning op een vast bedrag per uur voor een vast aantal uren per week per fractie en per fractielid.

  • 2.

    In het geval een expliciet besluit over de hoogte van de vergoedingen achterwege blijft, blijven de laatste bij begroting(swijziging) vastgestelde vergoedingen gehandhaafd.

Artikel 4

Gebruik van de vergoeding

  • 1.

    De vergoeding is bestemd als tegemoetkoming in de kosten van het functioneren van de fractie. Fracties besteden de vergoeding om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit voor raadsleden toekomen.

  • 3.

    De besteding van de vergoeding als bedoeld in artikel 2 wordt niet gekoppeld aan een begrotingsjaar en kan verspreid over de zittingsperiode van de raad worden aangewend.

Artikel 5

Wijziging vergoeding

Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen, splitsing en/of samenvoeging van fracties verandert, wordt de vergoeding als volgt aangepast:

  • 1.

    bij vermindering dan wel vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de raad plaatsvindt;

  • 2.

    de aanspraak op de vergoeding van de na splitsing ontstane fractie gaat in met ingang van de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de raad plaatsvindt.

Artikel 6

Rekening en verantwoording

  • 1.

    Voor 1 maart van elk kalenderjaar dient elke fractie bij de raad rekeing en verantwoording af te leggen over de besteding van de vergoeding, onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Het verslag vermeldt in elk geval:

    • a.

      het bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar aan vergoeding is ontvangen;

    • b.

      het bedrag van de uitgaven ten laste van de vergoeding over het voorafgaande kalenderjaar;

    • c.

      ten behoeve van welke uitgaven de vergoeding is besteed; en

    • d.

      het saldo van de inkomsten en uitgaven per 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar.

  • 3.

    Bij het verslag wordt gevoegd een verklaring van de fractie over de juistheid van de overgelegde gegevens. Deze verklaring wordt ondertekend door de fractievoorzitter en bij fracties met meer dan één zetel een tweede fractielid.

  • 4.

    Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid wordt door fracties die na verkiezingen of tussentijds als zodanig ophouden te bestaan rekening en verantwoording afgelegd binnen 3 maanden na de verkiezingsdatum respectievelijk de datum van beëindiging van de activiteiten.

  • 6.

    De aanspraak op uitbetaling van de termijnen schort op tot het moment van ontvangst van de in lid 1 bedoelde rekening en verantwoording.

  • 7.

    Het recht op vergoeding van het afgelopen kalenderjaar vervalt als voor het eind van het jaar geen rekening en verantwoording als bedoeld in dit artikel is afgelegd.

Artikel 7

Reserves

  • 1.

    De fractie reserveert het binnen een begrotingsjaar niet gebruikte deel van de vergoeding ter besteding door die fractie in het volgende begrotingsjaar.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 100 % van de vergoeding die de fractie in het voorgaande kalenderjaar op grond van artikel 2 toekwam.

  • 3.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie, die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 4.

    Als bij zetelverlies de fractie ophoudt te bestaan en naar het oordeel van de raad geen rechtsopvolger kan worden aangewezen, vervalt de reserve aan de raad.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve van een fractie hoger wordt dan 100% van de vergoeding waarop de fractie na verkiezing aanspraak kan maken, vervalt het meerdere.

Artikel 8

Vaststelling vergoeding

Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de accountant stelt de raad de bedragen vast van:

  • 1.

    de vergoeding van de desbetreffende fracties;

  • 2.

    de wijziging van de reserve;

  • 3.

    de resterende reserve;

  • 4.

    voor zover van toepassing de hoogte van de terugvordering van de ontvangen voorschotten.

Artikel 9

Hardheidsclausule

De raad kan artikel 6 lid 6 en 7 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van de uitoefening van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van de fractie, leidt tot een onbilhjldieid van overwegende aard.

Artikel 10

Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 2 december 2005 en werkt terug tot 1 januari 2005.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Fractievergoeding 2005".

    Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 december 2005

de griffier,

de voorzitter,

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

J.A. Hekman

C. Bijl