Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Emmen...;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ....,

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel 147 eerste lid, van de Gemeentewet,

overwegende dat,

bij verordening regels dienen te worden gesteld over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is geregeld, waarbij geregeld is op welke wijze cliënten invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid met betrekking tot de Wet werk en bijstand en aanverwante regelingen en het minimabeleid,

overwegende dat,

het college het wenselijk acht de vormgeving van de cliëntenparticipatie Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, op gelijke wijze bij verordening te realiseren,

besluit vast te stellen:

de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Emmen;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van Emmen;

  • c.

    wethouder: de verantwoordelijke wethouder voor de uitvoering van de wet en de daarmee samenhangende regelingen en het minimabeleid;

  • d.

    dienst: de dienst belast met de uitvoering van de wet en aanverwante regelingen en het minimabeleid;

  • e.

    diensthoofd: het hoofd van de dienst;

  • f.

    CWI: Centrum voor werk en inkomen;

  • g.

    wet: de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Taak

De cliëntenraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college, het diensthoofd en de raad te informeren en te adviseren over het beleid en de uitvoering van de wet en de daarmee samenhangende regelingen, inclusief de regelingen die de gemeente uitvoert voor mensen met een inkomen rond het minimum.

Artikel 3 Periodiek overleg

  • 1.

    Minimaal tweemaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de wethouder, het diensthoofd en de cliëntenraad.

  • 2.

    Minimaal eenmaal per maand, of zo dikwijls dit door de cliëntenraad noodzakelijk wordt geacht, vindt overleg plaats waarbij ambtelijke ondersteuning aanwezig is.

  • 3.

    Naast het in het tweede lid bedoelde overleg, kan de cliëntenraad zo vaak hij het wenselijk acht overleg voeren zonder de aanwezigheid van ambtelijke ondersteuning.

  • 4.

    In beginsel zijn alle vergaderingen openbaar, tenzij een meerderheid van tweederde van het aantal aanwezige leden besluit een onderwerp in een besloten vergadering te bespreken.

Artikel 4 Onderwerpen van overleg

  • 1.

    Aan de cliëntenraad wordt in ieder geval advies gevraagd over dan wel betrokken bij:

    • -

      nieuw te voeren beleid;

    • -

      evaluatie en de vraagstelling hierbij;

    • -

      (wijziging van) vast te stellen verordeningen;

    • -

      het beleidsplan, waaronder het jaarplan en het meerjarenbeleidskader;

    • -

      het jaarverslag van Sociale Zaken;

    • -

      de samenwerking met CWI en UWV;

    • -

      nieuw te ontwikkelen formulieren;

    • -

      de voordracht van nieuwe leden.

  • 2.

    Naast de genoemde onderwerpen, heeft de cliëntenraad de bevoegdheid alle aangelegenheden die het beleid, uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening met de betrekking tot haar taak genoemd in artikel 2, aan de orde te stellen.

  • 3.

    De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele klanten betrekking hebben, met uitzondering van de procedures en regelingen.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijk invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 2.

    Voor zover de cliëntenraad gepubliceerde collegevoorstellen onder de aandacht krijgt waarvoor men geen verzoek om adviesverstrekking heeft ontvangen, maar waarover men toch wil adviseren, dan stelt de cliëntenraad het college hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    Uiterlijk 4 weken nadat advies is gevraagd, of nadat de kennisgeving zoals bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt door de cliëntenraad geadviseerd.

  • 4.

    De cliëntenraad kan zich ten behoeve van zijn adviserende taak laten informeren en adviseren door derden.

  • 5.

    De cliëntenraad kan leden van het college of gemeentelijke functionarissen uitnodigen om nadere uitleg te geven over voorliggende voorstellen of onderwerpen. Indien nodig kan de cliëntenraad ook inlichtingen inwinnen bij de onderscheiden gemeentelijke diensten en afdelingen.

Artikel 6 Het advies

  • 1.

    Het advies wordt schriftelijk uit gebracht en is met redenen omkleed.

  • 2.

    Indien de cliëntenraad volledig eens is met het onderliggende voorstel, kan worden volstaan met een mondeling advies, waarvan een aantekening bij het voortel wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien het advies niet door het college wordt overgenomen, wordt aan de cliëntenraad gemotiveerd aangegeven waarom het advies niet is overgenomen.

  • 4.

    Het schriftelijke advies van de cliëntenraad, maakt als bijlage deel uit van de college- en raadsvoorstellen.

  • 5.

    Indien het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de cliëntenraad, dan wordt dit in het voorstel vermeld en nader gemotiveerd.

Artikel 7 De informatievoorziening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate informatievoorziening waardoor de cliëntenraad zijn taak naar behoren kan uitvoeren. De informatie wordt, voor zover de cliëntenraad hierin niet zelf kan voorzien, desgevraagd in een speciale leesvorm (braille, digitaal, of grootletterschrift) aangeleverd

  • 2.

    Het college stelt in ieder geval het abonnement van de raadsstukken ter beschikking aan de cliëntenraad.

  • 3.

    Het college wijst een ambtelijk begeleid(st)er cliëntenraad aan als aanspreekpunt en ter ondersteuning van zijn adviestaak.

Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    In de cliëntenraad mogen alleen inwoners van de gemeente Emmen zitting nemen die:

    • -

      algemene bijstand, of een Ioaw- of Ioaz uitkering ontvangen; of

    • -

      gebruik maken van een voorziening zoals bedoeld in de Reïntegratieverordening; of

    • -

      een uitkering ontvangen op grond van de Algemene nabestaandenwet, minimaal één jaar werkloos zijn en ingeschreven staan bij het CWI; of

    • -

      niet uitkeringsgerechtigden die minimaal één jaar werkloos zijn en ingeschreven staan bij het CWI.

  • 2.

    De cliëntenraad bestaat uit minimaal 5 leden en maximaal 11 leden.

  • 3.

    De leden worden op voordracht van het diensthoofd door het college benoemd.

  • 4.

    Bij de voordracht wordt er naar gestreefd dat de samenstelling van de cliëntenraad zodanig is en blijft dat deze een representatieve afspiegeling is van de doelgroep zoals genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    De leden nemen op persoonlijke titel zitting in de cliëntenraad en handelen zonder last.

  • 6.

    De zittingstermijn voor de leden bedraagt maximaal 4 jaar en mag eenmaal met 2 jaar worden verlengd.

  • 7.

    Het lidmaatschap van de cliëntenraad is onverenigbaar met:

    • -

      Het lidmaatschap van de raad;

    • -

      Het lidmaatschap van het college.

  • 8.

    Het lidmaatschap eindigt door werkaanvaarding.

  • 9.

    Bij disfunctioneren van een van de leden kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter, het dagelijks bestuur en het desbetreffende lid niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de voorzitter/cliëntenraad dit aan de orde bij het diensthoofd en kan hij het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 9 De voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van de cliëntenraad wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Deze heeft een adviserende stem.

  • 2.

    De voorzitter wordt op voordracht van de cliëntenraad en na een daartoe strekkend advies van het diensthoofd door het college voor een periode van 4 jaar benoemd. Deze periode kan eenmaal met 2 jaar worden verlengd.

  • 3.

    Bij disfunctioneren van de voorzitter kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter en het dagelijks bestuur aangevuld met een van de leden, niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij het diensthoofd en kan hij het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 10 Het dagelijks bestuur

  • 1.

    De cliëntenraad benoemt uit haar midden een algemeen adjunct, een secretaris en een penningmeester die samen met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt de agenda vast voor de vergadering van de cliëntenraad.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt de datum en het tijdstip van de vergadering vast.

Artikel 11 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De leden van de cliëntenraad en de onafhankelijk voorzitter ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een onkostenvergoeding. De hoogte van deze vergoeding wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    De onkostenvergoeding wordt maandelijks toegekend indien minimaal de helft van het aantal vergaderingen is bijgewoond.

Artikel 12 Subsidie en verslaglegging

  • 1.

    Het college kent jaarlijks ten behoeve van de werkzaamheden van de cliëntenraad een budget toe in de vorm van een subsidie aan de hand van de door de cliëntenraad ingediende begroting.

  • 2.

    De cliëntenraad dient jaarlijks voor 1 december een begroting in.

  • 3.

    De cliëntenraad legt binnen drie maanden na afloop van het subsidiejaar financiële verantwoording af aan het college over de besteding van de subsidie. Tevens brengt de cliëntenraad dan verslag uit aan het college van zijn activiteiten en bevinden van het voorgaande jaar

Artikel 13 Facilitering

Het college stelt vergaderruimte en -faciliteiten beschikbaar aan de cliëntenraad

Artikel 14 Garantstelling

Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of lid zijn geweest van de cliëntenraad uit hoofde van dit lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun uitkering en de bejegening door medewerker van de dienst.

Artikel 15 Evaluatie

Het college evalueert eenmaal per vier jaar het functioneren van de cliëntenraad en eventueel vaker indien de cliëntenraad, het college of de raad dit nodig acht.

Artikel 16 Geheimhouding

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden ook worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 17 Slotbepaling

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    De cliëntenraad stelt ten behoeve van zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. Daarin wordt in ieder geval geregeld:

    • -

      de wijze van besluitvorming bij stemming;

    • -

      het noodzakelijke quorum;

    • -

      de wijze van agendering;

    • -

      de taken en bevoegdheden van de voorzitter, de algemeen adjunct, de secretaris en de penningmeester.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met ingang van 1 januari 2005 inwerking.

  • 2.

    Op deze dag vervalt het Reglement betreffende, doel, taak, samenstelling en werkwijze, ambtelijke ondersteuning en budget van de cliëntenraad van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de gemeente Emmen.