Regeling vervallen per 09-06-2023

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Emmen 2015

Geldend van 01-07-2015 t/m 08-06-2023

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Emmen 2015

De raad van de gemeente Emmen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2015, nummer: 15/458;

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 147 eerste lid, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

  • 1.

    de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening gemeente Emmen 2015 per 1 juli 2015 vast te stellen;

  • 2.

    de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Emmen 2014 en de Verordening cliëntenraad Wsw per 1 juli 2015 in te trekken.

    Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet en Wet sociale werkvoorziening gemeente Emmen 2015

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Emmen;

  • 2.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;

  • 3.

    wethouders: de verantwoordelijk wethouders van de gemeente Emmen voor de uitvoering van de wetgeving;

  • 4.

    afdelingsmanagers: de verantwoordelijk afdelingsmanagers van de gemeente Emmen voor de uitvoering van de wetgeving;

  • 5.

    wetgeving: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw);

  • 6.

    cliëntenraad: de Cliëntenraad Participatiewet en Wet sociale werkvoorziening gemeente Emmen.

Artikel 2 Taak

De cliëntenraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college, de afdelingsmanagers en de raad te adviseren over het beleid en de uitvoering van de wetgeving en de daarmee samenhangende regelingen, inclusief de regelingen die de gemeente uitvoert in het kader van het armoedebeleid.

Artikel 3 Periodiek overleg

  • 1.

    Minimaal eenmaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de wethouders, de afdelingsmanager Inkomen en de cliëntenraad.

  • 2.

    Minimaal tienmaal per jaar, of zo dikwijls dit door de cliëntenraad noodzakelijk wordt geacht, vindt overleg plaats waarbij ambtelijke ondersteuning aanwezig is.

  • 3.

    Naast het in het tweede lid bedoelde overleg, kan de cliëntenraad zo vaak hij het wenselijk acht overleg voeren zonder de aanwezigheid van ambtelijke ondersteuning.

  • 4.

    In beginsel zijn alle overleggen openbaar. Indien een agendapunt om geheimhouding vraagt, kan de cliëntenraad besluiten dit agendapunt in een besloten overleg te bespreken.

Artikel 4 Onderwerpen van overleg

  • 1.

    De cliëntenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd dan wel betrokken bij:

    • a.

      nieuw te voeren beleid;

    • b.

      evaluatie en de vraagstelling hierbij;

    • c.

      (wijziging van) vast te stellen verordeningen;

    • d.

      het beleidsplan, waaronder het jaarplan en het meerjarenbeleidskader;

    • e.

      de samenwerking met het UWV, het regionaal Werkbedrijf en de arbeidsmarktregio Drenthe; en

    • f.

      nieuw te ontwikkelen formulieren.

  • 2.

    Naast de in het eerste lid genoemde onderwerpen, heeft de cliëntenraad vanuit zijn taak zoals beschreven in artikel 2 de bevoegdheid alle aangelegenheden aan de orde te stellen inzake het beleid, de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening.

  • 3.

    De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren:

    • a.

      naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele klanten betrekking hebben, met uitzondering van de procedures en regelingen.

    • b.

      over taken en bevoegdheden die op grond van de Wet op de ondernemingsraden zijn voorbehouden aan de ondernemingsraad van de bedrijven waar personen zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid sub b werkzaam of gedetacheerd zijn.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1.

    De cliëntenraad wordt vroegtijdig om advies gevraagd, op een zodanig tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 2.

    Voor zover de cliëntenraad gepubliceerde collegevoorstellen onder de aandacht krijgt waarvoor men geen verzoek om adviesverstrekking heeft ontvangen, maar waarover men toch wil adviseren, dan stelt de cliëntenraad het college hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    Uiterlijk 4 weken nadat advies is gevraagd, of nadat de kennisgeving zoals bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt door de cliëntenraad geadviseerd.

  • 4.

    De cliëntenraad kan zich ten behoeve van zijn adviserende taak laten informeren en adviseren door derden.

  • 5.

    De cliëntenraad kan leden van het college of gemeentelijke functionarissen uitnodigen om nadere uitleg te geven over voorliggende voorstellen of onderwerpen. Indien nodig kan de cliëntenraad ook inlichtingen inwinnen bij gemeentelijke afdelingen.

Artikel 6 Advies

  • 1.

    Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en is met redenen omkleed.

  • 2.

    Indien de cliëntenraad het volledig eens is met het onderliggende voorstel, kan worden volstaan met een mondeling advies, waarvan een aantekening bij het voorstel wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien het advies niet door het college wordt overgenomen, wordt aan de cliëntenraad gemotiveerd aangegeven waarom het advies niet is overgenomen.

  • 4.

    Het schriftelijke advies van de cliëntenraad, maakt als bijlage deel uit van de college- en raadsvoorstellen.

  • 5.

    Indien het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de cliëntenraad, dan wordt dit in het voorstel vermeld en nader gemotiveerd.

Artikel 7 Informatievoorziening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate informatievoorziening, waardoor de cliëntenraad zijn taak naar behoren kan uitvoeren. De informatie wordt, voor zover de cliëntenraad hierin niet zelf kan voorzien, desgevraagd in een speciale leesvorm (braille, digitaal, of grootletterschrift) aangeleverd.

  • 2.

    Het college stelt in ieder geval het abonnement van de raadsstukken ter beschikking aan de cliëntenraad.

Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    In de cliëntenraad mogen alleen zitting nemen:

    • a.

      de personen of hun vertegenwoordigers bedoeld in artikel 7 eerste lid van de Participatiewet, die inwoner zijn van gemeente Emmen; en

    • b.

      de personen of hun vertegenwoordigers bedoeld in artikel 2 derde lid van de Wsw, die inwoner zijn van gemeente Emmen.

  • 2.

    De cliëntenraad bestaat uit minimaal 5 leden en maximaal 11 leden.

  • 3.

    De leden worden op voordracht van de cliëntenraad en na een daartoe strekkend advies van de afdelingsmanager Inkomen door het college benoemd.

  • 4.

    Bij de voordracht wordt er naar gestreefd dat de samenstelling van de cliëntenraad zodanig is en blijft dat deze een representatieve afspiegeling is van de doelgroep zoals genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    De leden nemen op persoonlijke titel zitting in de cliëntenraad en handelen zonder last.

  • 6.

    De zittingstermijn voor de leden bedraagt maximaal 4 jaar en kan eenmaal met 4 jaar worden verlengd.

  • 7.

    Het lidmaatschap van de cliëntenraad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de raad;

    • b.

      het lidmaatschap van het college;

    • c.

      personen werkzaam bij een sociale werkvoorziening bedrijf, anders dan personen zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid sub b; en

    • d.

      leden van een ondernemingsraad van een sociale werkvoorziening bedrijf, of personen die verbonden zijn aan een dergelijke ondernemingsraad.

  • 8.

    Het lidmaatschap van de cliëntenraad eindigt indien betreffend lid niet meer behoort tot de personen of hun vertegenwoordigers zoals benoemd in het eerste lid.

  • 9.

    Bij disfunctioneren van een van de leden kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen de voorzitter, het dagelijks bestuur en het desbetreffende lid niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij de afdelingsmanager Inkomen. Deze kan vervolgens het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 9 Voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van de cliëntenraad worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. De voorzitter heeft een adviserende stem.

  • 2.

    De voorzitter wordt op voordracht van de cliëntenraad en na een daartoe strekkend advies van de afdelingsmanager Inkomen door het college benoemd.

  • 3.

    De zittingstermijn voor de voorzitter bedraagt maximaal 4 jaar en kan eenmaal met 4 jaar worden verlengd.

  • 4.

    Bij disfunctioneren van de voorzitter kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter en het dagelijks bestuur aangevuld met een van de leden, niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij de afdelingsmanager Inkomen. Deze kan vervolgens het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 10 Dagelijks bestuur

  • 1.

    De cliëntenraad benoemt uit haar midden een algemeen adjunct, een secretaris en een penningmeester die samen met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt de agenda vast voor het overleg van de cliëntenraad.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt de datum en het tijdstip van het overleg vast.

Artikel 11 Onkostenvergoeding

De leden van de cliëntenraad en de onafhankelijk voorzitter ontvangen een onkostenvergoeding. De hoogte en toekenningsvoorwaarden van deze vergoeding worden door het college vastgesteld.

Artikel 12 Subsidie en verslaglegging

  • 1.

    Het college kent jaarlijks ten behoeve van de werkzaamheden van de cliëntenraad een budget toe in de vorm van een subsidie, aan de hand van de door de cliëntenraad ingediende begroting.

  • 2.

    De cliëntenraad dient jaarlijks voor 1 december een begroting in voor het komende subsidiejaar.

  • 3.

    De cliëntenraad legt binnen drie maanden na afloop van het subsidiejaar financiële verantwoording af aan het college over de besteding van de subsidie. Tevens brengt de cliëntenraad dan verslag uit aan het college van zijn activiteiten en bevinden van het voorgaande jaar.

Artikel 13 Facilitering

  • 1.

    Het college stelt vergaderruimte en –faciliteiten beschikbaar aan de cliëntenraad.

  • 2.

    Het college wijst een ambtelijk begeleid(st)er aan voor de cliëntenraad, als aanspreekpunt en ter inhoudelijke en procedurele ondersteuning van zijn adviestaak.

Artikel 14 Garantstelling

Het college draagt er zorg voor dat personen die lid zijn of lid zijn geweest van de cliëntenraad uit hoofde van dit lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld of anders worden bejegend door gemeentelijke functionarissen.

Artikel 15 Evaluatie

Het college evalueert eenmaal per 4 jaar het functioneren van de cliëntenraad en eventueel vaker indien de cliëntenraad, het college of de raad dit nodig acht.

Artikel 16 Geheimhouding

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden geïnformeerd zijn over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 17 Slotbepaling

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    De cliëntenraad stelt ten behoeve van zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. Daarin wordt in ieder geval geregeld:

    • a.

      de wijze van besluitvorming bij stemming;

    • b.

      het noodzakelijke quorum;

    • c.

      de wijze van agendering; en

    • d.

      de taken en bevoegdheden van de voorzitter, de algemeen adjunct, de secretaris en de penningmeester.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met ingang van 1 juli 2015 in werking.

  • 2.

    Op deze dag vervallen de Verordening cliëntenraad Wsw zoals vastgesteld in de raad van 26 juni 2008 en de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Emmen 2014 zoals vastgesteld in de raad van 20 februari 2014.

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 juni 2015.

de griffier,

de voorzitter,

H.D. Werkman

C. Bijl

Algemene toelichting

 

Het college hecht groot belang aan adequate cliëntenparticipatie bij beleid en uitvoering van de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw. Deze verordening geeft hier invulling aan.

Het bij verordening vaststellen van regels inzake cliëntenparticipatie wordt bovendien door de wet voorgeschreven. Het betreft hier artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening. Deze artikelen zijn niet gelijkluidend, maar wel van een gelijke strekking. De gemeente dient zorg te dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wetgeving. De gemeente dient ook regels te stellen over de wijze waarop personen (en/of hun vertegenwoordigers) worden betrokken bij de uitvoering van de wetgeving. Daarbij wordt in ieder geval geregeld dat deze personen (en/of hun vertegenwoordigers):

  • vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen;

  • ondersteund worden om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden; en

  • worden voorzien van de benodigde informatie.

     

    Artikelsgewijze toelichting

     

    Artikel 1 Definities

    Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

    De afdelingsmanager Inkomen en de afdelingsmanager Leren en Werken zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wetgeving. De cliëntenraad kan beiden adviseren. Ten aanzien van periodiek overleg (artikel 3), de samenstelling van de cliëntenraad (artikel 8) en de benoeming van de voorzitter (artikel 9) geldt dat de afdelingsmanager Inkomen vanuit de gemeentelijke organisatie als coördinerend afdelingsmanager richting de cliëntenraad optreedt.

     

    Artikel 2 Taak

    In dit artikel is de taak van de cliëntenraad vastgelegd. De cliëntenraad brengt advies uit over de uitvoering van de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw en de daarmee samenhangende regelingen, waaronder mede wordt verstaan het armoedebeleid van de gemeente. Naast advisering aan het college, is de cliëntenraad ook bevoegd om advies uit te brengen aan de raad en aan de afdelingsmanagers. Daar waar het beleidszaken betreft zal veelal advies worden uitgebracht aan het college. Over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de Participatiewet, Ioaw, Ioaz en Wsw zal veelal worden geadviseerd aan de afdelingsmanagers.

     

    Artikel 3 Periodiek overleg

    Met dit artikel is een minimumfrequentie bepaald van de overleggen van de cliëntenraad. Voor overleg tussen wethouders, de afdelingsmanager Inkomen en de cliëntenraad – zoals bedoeld in lid 1 – geldt natuurlijk dat er op verzoek vaker bijeen kan worden gekomen. Ook is in dit artikel vastgelegd dat de overleggen in beginsel openbaar zijn.

     

    Artikel 4 Onderwerpen van overleg

    De taak van de cliëntenraad is ruim omschreven. Dit betekent dat de cliëntenraad om advies wordt gevraagd dan wel wordt betrokken bij zeer diverse onderwerpen. Om hieraan enigszins richting te geven, is in dit artikel bepaald welke onderwerpen dit in ieder geval betreft.

    Om duidelijk te maken dat de cliëntenraad er niet is voor individuele belangenbehartiging, is in het derde lid opgenomen dat de cliëntenraad niet bevoegd is om te adviseren over bezwaarschriften, klachten en andere op individuele cliënten betrekking hebbende zaken. Daarnaast is de cliëntenraad niet bevoegd te adviseren rond kwesties die voorbehouden zijn aan de ondernemingsraden van sociale werkvoorziening bedrijven.

    Artikel 5 Werkwijze

    Duidelijk is dat het advies vroegtijdig wordt gevraagd, op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Ook moet de cliëntenraad een redelijke termijn hebben om het advies uit te kunnen brengen. De termijn mag echter niet dusdanig lang zijn dat het besluitvormingsproces onnodig wordt vertraagd. Een termijn van maximaal 4 weken is hiervoor een redelijke termijn.

    Om goed geïnformeerd te zijn, kan de cliëntenraad zich door derden laten adviseren. Ook kunnen zij gemeentelijke functionarissen vragen om een nadere uitleg te geven over de onderliggende stukken.

    Artikel 6 Advies

    In beginsel wordt schriftelijk geadviseerd. Hier kan van worden afgeweken als de cliëntenraad geen enkel (afwijkend) advies geeft bij het onderliggende voorstel en het er volledig mee eens is. Hiervan wordt dan een aantekening gemaakt bij het voorstel. Indien een advies niet wordt overgenomen, of niet geheel, wordt in het voorstel gemotiveerd aangegeven waarom niet.

    Het advies van de cliëntenraad maak altijd als bijlage deel uit van het college- en/ of raadsvoorstel. Het college en de raad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies.

    Artikel 7 Informatievoorziening

    Om het adviesrecht goed uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de cliëntenraad over voldoende informatie beschikt. Het is een taak van het college dat deze informatievoorziening adequaat is. Welke informatie verstrekt moet worden, is op voorhand niet uitputtend aan te geven. Het abonnement van de raadsstukken wordt in ieder geval aan de cliëntenraad ter beschikking gesteld, zodat de cliëntenraad kennis kan nemen van alle raadsvoorstellen.

     

    Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad

    In het eerste lid is vastgelegd wie lid kunnen worden van de cliëntenraad. De leden van de cliëntenraad komen uit de doelgroepen zoals omschreven is in artikel 7 eerste lid van de Participatiewet en artikel 2 derde lid van de Wsw. Ook dienen zij inwoner te zijn van gemeente Emmen. Vertegenwoordigers komen alleen voor lidmaatschap van de cliëntenraad in aanmerking, indien dit in belangrijke mate bijdraagt aan de representativiteit van de cliëntenraad en zittingname door een persoon die direct behoort tot de doelgroep niet mogelijk blijkt. Deze mogelijkheid wordt met name geboden om leden van de doelgroep die, als gevolg van hun beperking, niet in staat zijn om volledig te participeren in de cliëntenraad, toch

    via hun vertegenwoordiger in staat te stellen invloed uit te oefenen op het gemeentelijk beleid. In de regel gaat het dan om een familielid of andere vertrouwenspersoon. Het gaat hier aldus om een natuurlijk persoon die in nauw contact staat met een lid van de doelgroep. Een vertegenwoordiger hoeft zodoende ook niet geïndiceerd te zijn op grond van de Wsw dan wel uitkeringsgerechtigd te zijn, noch inwoner te zijn van gemeente Emmen.

     

    Het aantal leden van de cliëntenraad is zodanig gekozen dat het aantal aan de ene kant niet belemmerend werkt om zijn taak goed uit te kunnen voeren en aan de andere kant voldoende is om te komen tot een representatieve vertegenwoordiging.

     

    In het vierde lid is bepaald dat er naar gestreefd wordt de samenstelling van de cliëntenraad een representatieve afspiegeling te laten zijn van de gehele doelgroep. Dit betekent dat er bij de voordracht van de leden ook gekeken wordt naar de getalsmatige verhouding van doelgroepen.

     

    De leden van de cliëntenraad hebben op persoonlijke titel zitting in de raad. Zij handelen niet namens een belangenvereniging of anderen, maar vertegenwoordigen de doelgroep. Duidelijk is dan ook dat het lidmaatschap van de cliëntenraad onverenigbaar is met de in het zevende lid genoemde lidmaatschappen. Bij de voordracht kan rekening worden gehouden met het hebben van andere functies of lidmaatschappen dan de hier genoemde. Dit om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen.

    Het achtste lid bepaalt dat zodra een zittend lid niet meer behoort tot de doelgroep, er geen sprake meer kan zijn van lidmaatschap van de cliëntenraad en het lidmaatschap wordt beëindigd.

    Mocht de cliëntenraad het vertrouwen in een van de leden willen opzeggen in verband met disfunctioneren, dan moet eerst alles in het werk worden gesteld om het vertrouwen weer te herstellen. Lukt dit niet, dan kan als uiterste middel het college worden verzocht de benoeming ongedaan te maken.

    Artikel 9 Voorzitter

    De voorzitter is een onafhankelijk, technisch voorzitter en maakt geen deel uit van de cliëntenraad. Hij heeft een adviserende stem. Ook voor de voorzitter geldt dat bij disfunctioneren het vertrouwen kan worden opgezegd en het college gevraagd kan worden de benoeming ongedaan te maken. Dit is echter een laatste middel. Eerst moet er alles aan worden gedaan om het vertrouwen te herstellen.

     

    Artikel 10 Dagelijks bestuur

    De cliëntenraad wijst uit zijn midden een dagelijks bestuur aan dat in ieder geval verantwoordelijk is voor de agenda’s, data en tijdstippen van de overleggen.

     

    Artikel 11 Onkostenvergoeding

    Het is niet meer dan billijk om een onkostenvergoeding te verstrekken. Vaststelling hiervan is aan het college.

    Artikel 12 Subsidie en verslaglegging

    Om de werkzaamheden goed te kunnen verrichten, dient de cliëntenraad over eigen middelen te beschikken. Deze kunnen gebruikt worden voor bijvoorbeeld cursussen of het bezoeken van studiedagen. Ten aanzien van de cliëntenraad geldt het uitgangspunt dat zijn voorzitter en leden geen kosten behoeven te maken in het kader van de uitoefening van hun werkzaamheden en hun deelname aan bijbehorende activiteiten. De middelen worden door het college verstrekt in de vorm van een subsidie. De cliëntenraad dient hiervoor jaarlijks een begroting in en legt verantwoording af door middel van een financieel jaarverslag en een verslag van zijn activiteiten en bevinden in het betreffende jaar.

     

    Artikel 13 Facilitering

    Het college steunt de cliëntenraad op facilitair vlak en middels een ambtelijk ondersteuner. De taken van de ambtelijk ondersteuner strekken zich niet uit tot secretariële ondersteuning: hierin voorziet de cliëntenraad zelf middels zijn secretaris.

     

    Artikel 14 Garantstelling

    Het is een taak van het college om te waarborgen dat het lidmaatschap van de cliëntenraad geen andere benaderingswijze door gemeentelijke afdelingen en functionarissen tot gevolg heeft.

     

    Artikel 15 Evaluatie

    Het functioneren van de cliëntenraad wordt minimaal eenmaal in de 4 jaar geëvalueerd. Dit verslag wordt ter kennisname van de raad gebracht.

     

    Artikel 16 Geheimhouding

    Het mag duidelijk zijn dat de leden van de cliëntenraad een geheimhoudingsplicht hebben ten aanzien van (nog) niet-openbare stukken die zij onder ogen krijgen, alsmede anderszins niet-openbare informatie.

     

    Artikel 17 Inwerkingtreding

    De cliëntenraad stelt zelf zijn huishoudelijk reglement vast. Hierin worden in ieder geval de in het tweede lid opgesomde zaken nader geregeld.

    Artikel 18 Slotbepaling

    Dit artikel spreekt voor zich.