Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Emmen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Emmen 2014

De raad van de gemeente Emmen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014, nummer: 14/126;

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en artikel 147 eerste lid, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen

De Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Emmen 2014

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Emmen;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van Emmen;

  • c.

    wethouder: de verantwoordelijke wethouder voor de uitvoering van de wet en de daarmee samenhangende regelingen en het minimabeleid;

  • d.

    afdelingsmanager: de manager van de afdeling Participatie;

  • e.

    wet: de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Taak

De cliëntenraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college, de afdelingsmanager en de raad te informeren en te adviseren over het beleid en de uitvoe¬ring van de wet en de daarmee samenhangende regelingen, inclusief de regelingen die de gemeente uitvoert voor mensen met een inkomen rond het minimum.

Artikel 3 Periodiek overleg

  • 1.

    Minimaal tweemaal per jaar vindt er overleg plaats tussen de wethouder, de afdelingsmanager en de cliëntenraad.

  • 2.

    Minimaal eenmaal per maand, of zo dikwijls dit door de cliëntenraad noodzakelijk wordt geacht, vindt overleg plaats waarbij ambtelijke ondersteuning aanwezig is.

  • 3.

    Naast het in het tweede lid bedoelde overleg, kan de cliëntenraad zo vaak hij het wenselijk acht overleg voeren zonder de aanwezigheid van ambtelijke ondersteuning.

  • 4.

    In beginsel zijn alle vergaderingen openbaar, tenzij een meerderheid van tweederde van het aantal aanwezige leden besluit een onderwerp in een besloten vergadering te bespreken.

Artikel 4 Onderwerpen van overleg

1.

Aan de cliëntenraad wordt in ieder geval advies gevraagd over dan wel betrokken bij:

-

nieuw te voeren beleid;

-

evaluatie en de vraagstelling hierbij;

-

(wijziging van) vast te stellen verordeningen;

-

het beleidsplan, waaronder het jaarplan en het meerjarenbeleidskader;

-

de samenwerking met het UWV-Werkbedrijf;

-

nieuw te ontwikkelen formulieren;

-

de voordracht van nieuwe leden.

2.

Naast de genoemde onderwerpen, heeft de cliëntenraad de bevoegdheid alle aangelegenheden die het beleid, uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening met de betrekking tot haar taak genoemd in artikel 2, aan de orde te stellen.

3.

De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele klanten betrekking hebben, met uitzondering van de procedures en regelingen.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijk invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 2.

    Voor zover de cliëntenraad gepubliceerde collegevoorstellen onder de aandacht krijgt waarvoor men geen verzoek om adviesverstrekking heeft ontvangen, maar waarover men toch wil adviseren, dan stelt de cliëntenraad het college hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    Uiterlijk 4 weken nadat advies is gevraagd, of nadat de kennisgeving zoals bedoeld in het tweede lid is uitgebracht, wordt door de cliëntenraad geadviseerd.

  • 4.

    De cliëntenraad kan zich ten behoeve van zijn adviserende taak laten informeren en adviseren door derden.

  • 5.

    De cliëntenraad kan leden van het college of gemeentelijke functionarissen uitnodigen om nadere uitleg te geven over voorliggende voorstellen of onderwerpen. Indien nodig kan de cliëntenraad ook inlichtingen inwinnen bij de onderscheiden gemeentelijke afdelingen.

Artikel 6 Het advies

  • 1.

    Het advies wordt schriftelijk uit gebracht en is met redenen omkleed.

  • 2.

    Indien de cliëntenraad het volledig eens is met het onderliggende voorstel, kan worden volstaan met een mondeling advies, waarvan een aantekening bij het voortel wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien het advies niet door het college wordt overgenomen, wordt aan de cliëntenraad gemotiveerd aangegeven waarom het advies niet is overgenomen.

  • 4.

    Het schriftelijke advies van de cliëntenraad, maakt als bijlage deel uit van de college- en raadsvoorstellen.

  • 5.

    Indien het college in een voorstel aan de raad afwijkt van het advies van de cliëntenraad, dan wordt dit in het voorstel vermeld en nader gemotiveerd.

Artikel 7 De informatievoorziening

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate informatievoorziening waardoor de cliëntenraad zijn taak naar behoren kan uitvoeren. De informatie wordt, voor zover de cliëntenraad hierin niet zelf kan voorzien, desgevraagd in een speciale leesvorm (braille, digitaal, of grootletterschrift) aangeleverd

  • 2.

    Het college stelt in ieder geval het abonnement van de raadsstukken ter beschikking aan de cliëntenraad.

  • 3.

    Het college wijst een ambtelijk begeleid(st)er cliëntenraad aan als aanspreekpunt en ter ondersteuning van zijn adviestaak.

Artikel 8 Samenstelling cliëntenraad

1.

In de cliëntenraad mogen alleen inwoners van de gemeente Emmen zitting nemen die:

-

algemene bijstand, of een Ioaw- of Ioaz uitkering ontvangen; of

-

gebruik maken van een voorziening zoals bedoeld in de Re-integratieverordening; of

-

een uitkering ontvangen op grond van de Algemene nabestaandenwet, minimaal één jaar werkloos zijn en ingeschreven staan bij het UWV-Werkbedrijf; of

-

niet uitkeringsgerechtigden die minimaal één jaar werkloos zijn en ingeschreven staan bij het UWV-Werkbedrijf.

2.

De cliëntenraad bestaat uit minimaal 5 leden en maximaal 11 leden.

3.

De leden worden op voordracht van de afdelingsmanager door het college benoemd.

4.

Bij de voordracht wordt er naar gestreefd dat de samenstelling van de cliëntenraad zodanig is en blijft dat deze een representatieve afspiegeling is van de doelgroep zoals genoemd in het eerste lid.

5.

De leden nemen op persoonlijke titel zitting in de cliëntenraad en handelen zonder last.

6.

De zittingstermijn voor de leden bedraagt maximaal 4 jaar en mag eenmaal met 2 jaar worden verlengd.

7.

Het lidmaatschap van de cliëntenraad is onverenigbaar met:

-

Het lidmaatschap van de raad;

-

Het lidmaatschap van het college.

8.

Het lidmaatschap eindigt door werkaanvaarding.

9.

Bij disfunctioneren van een van de leden kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter, het dagelijks bestuur en het desbetreffende lid niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de voorzitter/cliëntenraad dit aan de orde bij het afdelingshoofd en kan hij het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 9 De voorzitter

  • 1.

    De vergaderingen van de cliëntenraad worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Deze heeft een adviserende stem.

  • 2.

    De voorzitter wordt op voordracht van de cliëntenraad en na een daartoe strekkend advies van de afdelingsmanager door het college voor een periode van 4 jaar benoemd. Deze periode kan eenmaal met 2 jaar worden verlengd.

  • 3.

    Bij disfunctioneren van de voorzitter kan de cliëntenraad het vertrouwen opzeggen. Indien overleg tussen voorzitter en het dagelijks bestuur aangevuld met een van de leden, niet leidt tot herstel van het vertrouwen, stelt de cliëntenraad dit aan de orde bij de afdelingsmanager en kan hij het college verzoeken de benoeming ongedaan te maken.

Artikel 10 Het dagelijks bestuur

  • 1.

    De cliëntenraad benoemt uit haar midden een algemeen adjunct, een secretaris en een penningmeester die samen met de voorzitter het dagelijks bestuur vormen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur stelt de agenda vast voor de vergadering van de cliëntenraad.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt de datum en het tijdstip van de vergadering vast.

Artikel 11 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De leden van de cliëntenraad en de onafhankelijk voorzitter ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een onkostenvergoeding. De hoogte van deze vergoeding wordt door het college vastgesteld.

  • 2.

    De onkostenvergoeding wordt maandelijks toegekend indien minimaal de helft van het aantal vergaderingen is bijgewoond.

Artikel 12 Subsidie en verslaglegging

  • 1.

    Het college kent jaarlijks ten behoeve van de werkzaamheden van de cliëntenraad een budget toe in de vorm van een subsidie aan de hand van de door de cliëntenraad ingediende begroting.

  • 2.

    De cliëntenraad dient jaarlijks voor 1 december een begroting in.

  • 3.

    De cliëntenraad legt binnen drie maanden na afloop van het subsidiejaar financiële verantwoording af aan het college over de besteding van de subsidie. Tevens brengt de cliëntenraad dan verslag uit aan het college van zijn activiteiten en bevinden van het voorgaande jaar.

Artikel 13 Facilitering

Het college stelt vergaderruimte en –faciliteiten beschikbaar aan de cliëntenraad.

Artikel 14 Garantstelling

Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of lid zijn geweest van de cliëntenraad uit hoofde van dit lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun uitkering en de bejegening door een medewerker van de afdelingen Werk en Participatie.

Artikel 15 Evaluatie

Het college evalueert eenmaal per vier jaar het functioneren van de cliëntenraad en eventueel vaker indien de cliëntenraad, het college of de raad dit nodig acht.

Artikel 16 Geheimhouding

De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden ook worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente, zal de cliëntenraad informatie en gegevensdragers die hem ter beschikking staan niet aan derden kenbaar maken.

Artikel 17 Slotbepaling

1.

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

2.

De cliëntenraad stelt ten behoeve van zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. Daarin wordt in ieder geval geregeld:

-

de wijze van besluitvorming bij stemming;

-

het noodzakelijke quorum;

-

de wijze van agendering;

-

de taken en bevoegdheden van de voorzitter, de algemeen adjunct, de secretaris en de penningmeester.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt met ingang van 1 januari 2014 inwerking.

  • 2.

    Op deze dag vervalt de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand zoals vastgesteld in de raad van 23 december 2004.

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 februari 2014.

de griffier,

de voorzitter,

H.D. Werkman

C. Bijl

Algemene toelichting

Artikel 47 WWB, schrijft voor dat gemeenten de cliëntenparticipatie in een verordening vastleggen. In deze verordening moet in ieder geval zijn vastgelegd de wijze waarop:

  • -

    periodiek overleg wordt gevoerd met de klanten en hun vertegenwoordigers;

  • -

    onderwerpen voor het overleg kunnen worden aangemeld;

  • -

    de leden van de cliëntenraad worden voorzien van informatie om de aan hen opgedragen adequaat uit te kunnen voeren.

    In de toelichting op dit artikel wordt gesteld dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringstructuur waarin de cliënt centraal staat.

    Op grond van artikel 42 Ioaw en artikel 47 Ioaz, is de gemeente gehouden om de cliëntenparticipatie voor deze groep uitkeringsgerechtigden ook vorm te geven. Door in te aanhef van de verordening te verwijzen naar deze artikelen en het lidmaatschap van de cliëntenraad open te stellen voor deze groep, is ook de cliëntenparticipatie voor de Ioaw en Ioaz vastgelegd.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1

    Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

    Artikel 2

    In dit artikel is de taak van de cliëntenraad vastgelegd. De cliëntenraad brengt advies uit over de uitvoering van de WWB en de daarmee samenhangende regelingen, waaronder mede de Ioaw en Ioaz worden verstaan, en over het minimabeleid van de gemeente. Naast advisering aan het college, is het de cliëntenraad ook bevoegd om advies uit te brengen aan de raad en aan de afdelingsmanager. Daar waar het beleidszaken betreft zal veelal advies worden uitgebracht aan het college. Over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de WWB, de Ioaw en Ioaz zal veelal worden geadviseerd aan de afdelingsmanager.

    Artikel 3

    De cliëntenraad heeft verschillende vormen van overleg. Met dit artikel is een minimumfrequentie bepaald van de diverse overleggen. Ook is vastgelegd dat de vergaderingen in beginsel openbaar zijn.

    Artikel 4

    De taak van de cliëntenraad is ruim omschreven. Dit betekent dat over zeer veel diverse onderwerpen advies gevraagd wordt. Om hieraan enigszins richting te geven, is in dit artikel bepaald over welke onderwerpen in ieder geval advies wordt gevraagd.

    Om duidelijk te maken dat de cliëntenraad er niet is voor individuele belangenbehartiging, is in het derde lid opgenomen dat de cliëntenraad niet bevoegd is om te adviseren over bezwaarschriften, klachten en andere op individuele klanten betrekking hebbende zaken.

    Artikel 5

    Duidelijk is dat het advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Ook moet de cliëntenraad een redelijke termijn hebben om het advies uit te kunnen brengen. De termijn mag echter niet dusdanig lang zijn dat het besluitvormingsproces onnodig wordt vertraagd. Een termijn van maximaal 4 weken is hiervoor een redelijke termijn.

    Om goed geïnformeerd te zijn, kan de cliëntenraad zich door derden laten adviseren. Ook kunnen zij ambtenaren vragen om een nadere uitleg te geven over de onderliggende stukken.

    Artikel 6

    In beginsel wordt schriftelijk geadviseerd. Hier kan van worden afgeweken als de cliëntenraad geen enkele bedenking heeft tegen het onderliggende voorstel en het er volledig mee eens is. Hiervan wordt dan een aantekening gemaakt bij het voorstel. Indien het advies niet, of niet geheel, wordt overgenomen, wordt in het voorstel gemotiveerd aangegeven waarom niet.

    Het advies van de cliëntenraad maak altijd als bijlage deel uit van het college- en/of raadsvoorstel. Het college en de raad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies. Artikel 7

    Om het adviesrecht goed uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de cliëntenraad over voldoende informatie beschikt. Het is een taak van het college dat deze informatievoorziening adequaat is. Welke informatie verstrekt moet worden, is op voorhand niet te zeggen. Het abonnement van de raadsstukken wordt in ieder geval aan de cliëntenraad ter beschikking gesteld zodat zij kennis kunnen nemen van alle raadsvoorstellen.

    Artikel 8

    In het eerste lid is vastgelegd wie lid kunnen worden van de cliëntenraad. De leden van de cliëntenraad komen uit de doelgroepen zoals omschreven is in artikel 7, eerste lid van de wet. Het gaat dan om personen met een bijstandsuitkering, een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de zogenoemde niet uitkeringsgerechtigden (nuggers). Voor deze laatste twee groepen geldt, dat zij één jaar of langer werkloos moeten zijn en dat zij ingeschreven staan en blijven staan bij het UWV. Verder kunnen personen die gebruik maken van een gemeentelijke voorziening zoals omschreven in de Re-integratieverordening en personen met een Ioaw of een Ioaz uitkering lid worden van de cliëntenraad.

    Het aantal leden van de cliëntenraad zodanig is zodanig gekozen dat het aantal aan de ene kant niet belemmerend werkt om de taak goed uit te kunnen voeren en aan de andere kant voldoende is om te spreken van een representatieve vertegenwoordiging.

    Duidelijk dat de groep die een bijstandsuitkering ontvangt groter is dan de groep Anw-ers en nuggers die met behulp van de gemeente op een traject naar werk zijn geplaatst. In het derde lid is dan ook bepaald dat er naar gestreefd wordt de samenstelling van de cliëntenraad een representatieve afspiegeling te laten zijn van deze groepen. Dit betekent dat er bij de voordracht van de leden ook gekeken wordt naar de getalsmatige verhouding van doelgroepen.

    De leden van de cliëntenraad hebben op persoonlijke titel zitting in de raad. Zij handelen niet namens belangenvereniging of anderen, maar vertegenwoordigen de doelgroep. Duidelijk is dan ook dat het lidmaatschap van de cliëntenraad onverenigbaar is met de in lid 7 genoemde lidmaatschappen. Bij de voordracht kan rekening worden gehouden met het hebben van andere functies of lidmaatschappen dan de hier genoemde. Dit om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen.

    Als door werkaanvaarding het niet meer noodzakelijk is dat er een beroep wordt gedaan op een uitkering, behoort men niet meer tot doelgroep, waardoor het lidmaatschap van de cliëntenraad ook ophoudt.

    Mocht de cliëntenraad het vertrouwen in een van de leden willen opzeggen in verband met disfunctioneren, dan moet eerst alles in het werk worden gesteld om het vertrouwen weer te herstellen. Lukt dit niet, dan kan als uiterste middel aan het college verzocht worden de benoeming ongedaan te maken.

    Artikel 9

    De voorzitter is een technisch voorzitter en maakt geen deel uit van de cliëntenraad. Hij heeft een adviserende stem. Ook voor de voorzitter geldt dat bij disfunctioneren het vertrouwen kan worden opgezegd en het college gevraagd kan worden de benoeming ongedaan te maken. Dit is echter een laatste middel. Eerst moet er alles aan worden gedaan om het vertrouwen te herstellen.

    Artikel 10

    De cliëntenraad wijst uit haar midden een dagelijks bestuur die in ieder geval verantwoordelijk is voor de agenda’s voor de verschillende overleggen.

    Artikel 11

    Het is niet meer dan billijk om een onkostenvergoeding te verstrekken voor het bijwonen de vergadering.

    Artikel 12

    Om de werkzaamheden goed te kunnen verrichten, dient de cliëntenraad over eigen middelen te beschikken. Deze kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor het bezoeken van studiedagen etc. De middelen worden door het college verstrekt in de vorm van een subsidie. De cliëntenraad dient hiervoor jaarlijks een begroting in en legt verantwoording af door middel van een financieel jaar verslag.

    Artikel 13

    Dit artikel spreekt voor zich.

    Artikel 14

    Het is een taak van het college om te waarborgen dat het lidmaatschap van de cliëntenraad geen andere benaderingswijze door de afdelingen Werk en Participatie tot gevolg heeft.

    Artikel 15

    Het functioneren van de cliëntenraad wordt minimaal eenmaal in de 4 jaar geëvalueerd. Dit verslag wordt ter kennisname van de raad gebracht.

    Artikel 16

    Het mag duidelijk zijn dat de leden van de cliëntenraad een geheimhoudingsplicht hebben over de stukken die zij onder ogen krijgen en nog niet openbaar zijn gemaakt.

    Artikel 17

    In het huishoudelijk reglement legt de cliëntenraad nadere regels vast over onder meer de bevoegdheden, de werkwijze, de wijze van vergadering en de wijze van de totstandkoming van de besluitvorming.