Beleidsregels acceptatie kredietverstrekking en incasso leningen Gemeentelijke Kredietbank Emmen

Geldend van 02-07-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels acceptatie kredietverstrekking en incasso leningen Gemeentelijke Kredietbank Emmen

Beleidsregels acceptatie kredietverstrekking en incasso leningen Gemeentelijke Kredietbank Emmen

Inleiding:

Sociale kredietverstrekking is het uitgangspunt bij de kredietverstrekking van team Schulddienstverlening.

Team Schulddienstverlening is lid van de NVVK en aangesloten bij Sociale Banken Nederland (SBN). Door het lidmaatschap van de NVVK is de gedragscode Sociale Kredietverstrekking bindend voor team Schulddienstverlening. Als organisatie heeft team Schulddienstverlening in het kader van de kredietverstrekking te maken met de Wet op het consumentenkrediet (Wck), de wet Financiering decentrale overheden (Fido) en de Wet fincancieel toezicht (Wft).

In artikel 19, lid 1 van het Reglement Gemeentelijke Kredietbank Emmen, als bedoeld in artikel 4:37 Wft, is aangegeven dat de kredietbank criteria vastlegt, die de kredietbank ten grondslag legt aan de beoordeling van de kredietaanvraag (op grond van artikel 1 van genoemd reglement wordt onder kredietbank Team Schulddienstverlening verstaan). Hieronder volgen deze criteria.

Voorwaarden voor kredietverstrekking:

Slechts de natuurlijke persoon komt in aanmerking voor een lening bij team Schulddienstverlening, wanneer:

  • de aanvrager 18 jaar of ouder is, en;

  • een inkomen op minimaal de voor hem geldende bijstandsnorm heeft, en;

  • inwoner is van de gemeente Emmen, Coevorden of Borger-Odoorn, en;

  • het inkomen van de kredietnemer niet hoger is dan 130% van het bruto minimumloon inclusief vakantietoeslag, en/of;

  • de kredietnemer een beschadigd BKR heeft, en/of;

  • de kredietnemer een tijdelijke verblijfsvergunning heeft, en/of;

  • de kredietnemer een lening geweigerd is vanwege zijn leeftijd, en/of;

  • de kredietnemer over een schriftelijke afwijzing voor een gelijke kredietaanvraag beschikt bij een financiële instelling met een vergunning op grond van de Wft.

    Klachten:

    Als de kredietnemer van mening is dat zijn aanvraag niet goed is behandeld, kan hij een klacht indienen bij de klachtenfunctionaris van de gemeente Emmen. Indien de kredietnemer niet tevreden is over de uitkomst van de interne klachtenprocedure, kan de kredietnemer een klacht indien bij de commissie Kwaliteitszorg van de NVVK of de Ombudsman.

    De gedragscode Sociale Kredietverlening van de NVVK hanteert de volgende omschrijving voor sociale kredietverstrekking:

    Niet eens met het besluit op een verzoek om kredietverstrekking:

    Kredietverstrekking valt onder de Wck en niet onder de Wgs (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). Beslissingen over het al dan niet verstrekken van een lening vallen niet onder de Awb (Algemene wet bestuursrecht) en daarom kan er geen bezwaar gemaakt worden tegen een toekenning of afwijzing van een verzoek om kredietverstrekking. Als de kredietnemer het niet eens is met een genomen besluit, zal de reactie van de kredietnemer besproken worden in de ‘intervisie leningen’. Wanneer de kredietnemer het niet eens is met het genomen besluit, vindt er collegiale consultatieplaats.

    Sociale kredietverlening:

    Sociale kredietverstrekking is het uitgangspunt bij de kredietverstrekking van team Schulddienstverlening.

    Sociale kredietverlening:

    kredietverlening als bedoeld in de Wet financiering decentrale overheden en

    waarbij de kredietnemer bewust wordt gemaakt van de risico’s van het krediet,

    een individueel advies wordt gegeven en waarbij niet de omzet van de kredietbank

    prevaleert.

    Sociaal krediet:

    een krediet dat verstrekt wordt in het kader van sociale kredietverlening,

    niet zijnde een saneringskrediet als bedoeld in de Gedragscode Schuldregeling NVVK.

    De gedragscode noemt de volgende uitgangspunten/visie voor sociale kredietverstrekking:

  • de kredietbank neemt bij sociale kredietverlening de volgende uitgangspunten in acht: de kredietverlening levert een bijdrage aan een verbetering van de positie van de kredietnemer ten aanzien van werk, inkomen, zorg en/of welzijn;

  • de kredietbank handelt zonder winstoogmerk;

  • de kredietbank houdt zich bezig met maatschappelijk verantwoorde sociale kredietverlening en voorkomt overkreditering bij de kredietnemer;

  • de kredietbank houdt rekening met de maatschappelijke en financiële context van de kredietnemer, waarbij in het bijzonder wordt gekeken of de kredietnemer gebruik heeft gemaakt van de beschikbare (inkomens)voorzieningen;

  • de kredietbank verstrekt sociaal krediet en beoogt dit te doen tot het werkelijk voor het doel van de aanvrager benodigde bedrag;

  • de kredietbank adviseert de kredietnemer bij voorkeur een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden. De kredietbank kan ook kiezen voor een doorlopend krediet¹;

  • de kredietbank is verplicht de kredietnemer een afwijzing van de kredietaanvraag te motiveren. Ook verplicht kredietbank zich de kredietnemer te adviseren nadat een kredietaanvraag is afgewezen. In geval van een problematische schuldsituatie vindt verwijzing naar de schuldhulpverlening plaats²;

  • de kredietbank voert, zulks ter voorkoming van problematische schuldsituaties, een sociaal incassobeleid, gericht op het duurzaam oplossen van financiële problemen en de daaraan ten grondslag liggende oorzaken;

  • de kredietbank kan aan de kredietverlening voorwaarden verbinden teneinde een goede nakoming van de betalingsverplichtingen uit de kredietovereenkomst te waarborgen;

  • de kredietbank streeft bij sociale kredietverlening, niet zijnde een saneringskrediet, naar een zo laagmogelijk rentepercentage. Het rentepercentage dient in beginsel 2% lager te zijn dan het wettelijk geldende maximale rentepercentage; NOOT: het rentepercentage moet volgens de gedragscode van de NVVK 2% onder het wettelijk geldende maximale rentepercentage liggen. Het is een politieke keuze om daar naar boven van af te wijken.

  • het rentepercentage wordt periodiek aangepast aan de marktconforme rentepercentages;

  • de kredietbank neemt in het kader van de vervulling van haar taak als sociale kredietverstrekker actief deel aan de ontwikkeling van producten die aansluiten bij de wensen van de doelgroep;

  • de kredietbank voert op het gebied van sociale kredietverlening een actief en op de andere kredietbanken afgestemd communicatiebeleid.

    __________

    ¹) In Emmen is ervoor gekozen om alleen aflopende kredieten te verstrekken.

    ²) Omdat in Emmen de kredietverlening en de schulddienstverlening in één team ondergebracht zijn, wordt de kredietnemer in dit geval verwezen naar het schulddienstverleningstraject van team Schulddienstverlening.

    Algemene uitgangspunten:

  • -

    kredieten worden niet op basis van onderpand verstrekt;

  • -

    als het doel van de gevraagde lening betaling van schulden is, wordt de aanvraag afgewezen en wordt de kredietnemer naar het traject schulddienstverlening van team Schulddienstverlening verwezen (indien een krediet onderdeel is van het schulddienstverleningsplan, kan alsnog een aanvraag in behandeling worden genomen).

  • -

    uitsluiting van de dienstverlening van team Schulddienstverlening is niet van toepassing op kredietverstrekking (dit betekent dat, in het geval het doel van de gevraagde lening betaling van schulden is, alsnog een aanvraag in behandeling kan worden genomen).

    Uitgangspunten bij het beoordelen of een krediet al dan niet verstrekt kan worden:

  • -

    een lening moet binnen 3 jaar (36 maandelijks termijnen) afgelost kunnen worden. Hiervan kan afgeweken worden als daarvoor gegronde redenen zijn. Wanneer er wordt afgeweken is de maximale looptijd van een lening in ieder geval 60 maanden. De minimale looptijd is 3 maanden;

  • -

    bij kredietnemers met een bijstandsuitkering of een inkomen op bijstandsniveau zijn de normen kredietverlening zoals deze zijn vastgesteld door de NVVK uitgangspunt om vast te stellen of het door de kredietnemer gevraagde krediet kan worden verstrekt ( de normen worden elk half jaar aangepast en zijn te vinden in het ledendomein op de site van de NVVK onder normoverzichten). Vorengenoemde is een uitgangspunt waarvan afgeweken kan worden als daarvoor gegronde redenen zijn;

  • -

    bij kredietnemers van 65 jaar en ouder is de termijn waarin de lening moet worden afgelost niet 36 maanden maar als volgt:

    - 65 jaar tot 75 jaar: 24 maanden

    - 75 jaar tot 80 jaar: 18 maanden

    - 80 jaar en ouder: 12 maanden

  • -

    bij kredietnemers die een bijstandsuitkering of een inkomen op bijstandniveau hebben wordt de looptijd van 36 maanden strakker gehanteerd dan bij kredietnemers met een hoger inkomen. Reden hiervoor is dat kredietnemers met een bijstandsuitkering of een inkomen op bijstandsniveau minder “speelruimte” in hun inkomen hebben dan mensen met een hoger inkomen, waardoor een langere looptijd niet gewenst is.

  • -

    er wordt geen maximumbedrag met betrekking tot een te verstrekken lening gehanteerd;

  • -

    in principe vragen we geen borg voor te verstrekken leningen. Uitgangspunt is dat de kredietnemer de gevraagde lening terug kan betalen. In specifieke gevallen kan wel een borg gevraagd worden. Hierbij kan gedacht worden aan:

  • 1.

    de kredietnemer kan op basis van zijn huidige inkomen de gevraagde lening krijgen, maar het inkomen van de kredietnemer is niet voor de hele looptijd gegarandeerd;

  • 2.

    er is een dringende noodzaak om de lening te verstrekken, maar de situatie van de kredietnemer is (nog) niet helemaal duidelijk;

  • 3.

    de kredietnemer heeft voldoende afloscapaciteit om de gevraagde lening af te lossen, maar er is sprake van een slechte BKR of er is in het verleden een lening bij team Schulddienstverlening afgeboekt of geïnd via de deurwaarder;

  • 4.

    er is sprake van een verlengde looptijd (dus een looptijd afwijkend van bovengenoemde looptijden) i.v.m. de leeftijd van de kredietnemer.

  • 5.

    als er sprake is van een in het verleden afgeboekte lening.

  • -

    borgstelling: waar de kredietnemer ook woont, de kredietnemer wordt door de kredietverstrekker gevraagd om zelf met een aanvaardbare borg te komen. Indien nodig kan de kredietverstrekker de kredietnemer advies geven over bijv. het vragen van een borg bij Sociale Zaken van de gemeente waar hij woont.

  • -

    bij kredietnemers waarbij het doel van lening het aanvragen van verblijfsvergunning is, is de looptijd van de lening maximaal 12 maanden;

  • -

    bij kredietnemers met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, moet de lening binnen de termijn van de verblijfsvergunning afgelost kunnen worden;

  • -

    bij kredietnemers met een tijdelijk contract wordt bij het vaststellen van de looptijd van de lening gekeken naar de situatie van de kredietnemer en de aard van het contract(is het bijv. het 1e contract of werkt de kredietnemer al jaren op contractbasis bij dezelfde werkgever? )

  • -

    past de aflossing binnen het budget van de kredietnemer?

  • -

    wat is het pingedrag van de kredietnemer? Bankafschriften worden standaard bekeken;

    • o

      er wordt geen lening verstrekt indien aan de aanvrager al een krediet is verstrekt ter hoogte van zijn maximale kredietsom c.q. kredietlimiet, de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schuldregeling, een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen dan wel een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend dan wel ten aanzien van de aanvrager een verzoek tot faillietverklaring door een derde is ingediend.

  • -

    een in het verleden afgeboekte lening kan een weigeringsgrond zijn.

    Debiteurenbewaking

    Aanmaanprocedure

  • 1.

    Kredietnemers die in de voorafgaande maand niet aan de betalingsverplichting/betalingsregeling hebben voldaan, worden door middel van een eerste herinnering verzocht de achterstand per omgaande over te maken op rekening van de kredietbank.

  • 2.

    Als de aflossing van het krediet via een werkgever of een uitkerende instantie loopt, wordt contact opgenomen met de werkgever/uitkerende instantie om te informeren waarom het aflossingsbedrag niet is voldaan. De vervolgstappen in de aanmaningsprocedure zijn afhankelijk van de reden van niet betalen.

  • 3.

    Als het aflossingsbedrag niet is ontvangen en de kredietnemer heeft zelf geen contact gezocht met de kredietbank, zal de kredietbank de volgende aanmaningsprocedure volgen:

    1e aanmaning: 14 dagen na vervaldatum;

    2e aanmaning: 14 dagen na vervaldatum 1e aanmaning, wordt ook naar borgsteller verzonden (wanneer van toepassing);

    3e aanmaning: 14 dagen na vervaldatum 2e aanmaning, wordt ook naar borgsteller verzonden (wanneer van toepassing).

    Tussen de 2e en de 3e aanmaning wordt telefonisch contact gezocht met de kredietnemer om te achterhalen wat de oorzaak is van het niet nakomen van de gemaakte afspraken.

  • 4.

    Als de kredietnemer of de borgsteller ondanks de herinneringen niet betaalt, wordt aan beiden een formele sommatie, ook wel laatste aanmaning of ingebrekestelling genoemd, verzonden. Hierin worden kredietnemer en borgsteler gewaarschuwd dat een incassoprocedure zal worden gestart als de achterstand niet tijdig [binnen 14 dagen?]wordt betaald. De kosten van de procedure komen voor rekening van de klant/borgsteller. Feitelijk wordt hiermee overgegaan tot een juridische procedure. In deze formele sommatie is opgenomen dat de gemeente verplicht is een niet toegestane betalingsachterstand van meer dan twee termijnen te melden bij BKR in Tiel.

    Tijdelijk buiten invordering stellen

    Kredieten worden tijdelijk buiten invordering gesteld als de kredietnemer (en eventuele borgsteller) met onbekende bestemming is/zijn vertrokken.

    Een krediet wordt niet langer dan drie maanden tijdelijk buiten invordering gesteld. Na drie maanden wordt het krediet buiten invordering gesteld. Gedurende de resterende looptijd wordt periodiek onderzoek gedaan naar de feitelijke woon-/verblijfplaats van de kredietnemer (en eventuele borgsteller), zodat het aanmaantraject kan worden opgestart of voortgezet. Na het verstrijken van de looptijd vindt dit onderzoek nog twee maal plaats. Daarna kan het krediet worden afgeschreven.

    In handen van de deurwaarder geven

    Als de kredietnemer (of de borgsteller) de afspraken niet nakomt dan kan de vordering in handen worden gegeven van de deurwaarder, mits er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a.

    het woonadres van de kredietnemer is bekend;

  • b.

    de kredietnemer heeft een inkomen waarop voldoende beslag mogelijk is;

  • c.

    de kredietnemer niet is opgenomen in de Wsnp en niet failliet is;

  • d.

    het totaalbedrag van het openstaande krediet hoger is dan € 250,00;

  • e.

    de betalingsachterstand is groter dan 2 maandtermijnen.

    Afschrijven

  • 1.

    Een krediet wordt afgeschreven als:

    • a.

      de kredietnemer de Wsnp met een schone lei heeft beëindigd;

    • b.

      er voor het krediet een schuldbemiddeling tot stand is gekomen en deze geheel doorlopen is (finale kwijting);

    • c.

      er voor het krediet een saneringskrediet tot stand is gekomen (finale kwijting);

    • d.

      één van de contractanten is overleden. Dit met uitzondering van de vervallen termijnen;

    • e.

      het krediet is buiten invordering gesteld en periodiek onderzoek heeft niets opgeleverd.

  • 2.

    De afdelingsmanager van de afdeling Maatschappelijke Zaken en Zorg is bevoegd tot het afschrijven van kredieten.

    Terugkomen op het afschrijvingsbesluit

    Indien de kredietnemer de kredietbank onjuiste informatie heeft verstrekt en dit heeft geleid tot het op onjuiste gronden geheel of gedeeltelijk afschrijven van het krediet, wordt het besluit tot afschrijving ingetrokken. De schuld zal volledig worden ingevorderd. De schuld wordt bij beslag vermeerderd met de wettelijke rente en de incassokosten, berekend vanaf het tijdstip waarop het afschrijvingsbesluit bekend gemaakt is.

    Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op dinsdag 24 juni 2014.