Controleverordening gemeente Emmen

Geldend van 01-12-2003 t/m heden

Intitulé

Controleverordening gemeente Emmen

2003, nr. B2

De raad van de gemeente Emmen;

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2003, nr. 156;

gelet op artikel 213 Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen:

Controleverordening gemeente Emmen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    accountant een door de raad benoemde:

    • 1.

      registeraccountant of

    • 2.

      accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in artikel 36, lid 3, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of

    • 3.

      organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • b.

    accountantscontrole de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant ten behoeve van:

    • 1.

      de accountantsverklaring als bedoeld in artikel 213 Gemeentewet, lid 3

      • het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

      • het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

      • het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

    • 2.

      het verslag van bevindingen als bedoeld in artikel 213 Gemeentewet, lid 4

      • de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

      • onrechtmatigheden in de jaarrekening; waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6, Gemeentewet, in acht worden genomen.

  • c.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1.

    De accountantscontrole van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, lid 2, Gemeentewet, wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 5 jaar, met een mogelijkheid tot verlenging van maximaal 2 jaar.

  • 2.

    Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3.

    De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen en het aansluitende contract worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      uitgegaan wordt van de huidige wettelijk vastgelegde minimumeisen, welke zijn vastgesteld op 1%; indien hiervan afgeweken wordt dient dit expliciet in het programma van eisen en het af te sluiten contract te zijn opgenomen;

    • c.

      voor eventueel aanvullend uit te voeren tussentijdse controles worden steeds vooraf aanvullende afspraken vastgelegd;

    • d.

      de frequentie en tijdstip van rapportering van de standaard tussentijdse controle; en op basis van de jaarlijks vast te stellen planning de aanlevering van de rapportage over de controle van de jaarrekening.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

  • 1.

    Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3.

    Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt; het te hanteren model wordt door de accountant verstrekt;.

  • 4.

    Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening tijdig, samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad, zodanig dat vaststelling door de raad tijdig kan plaatsvinden.

  • 5.

    Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • 1.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze, waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2.

    De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan in voorkomende gevallen de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren; in onderleg overleg en rekening houdende met de raadsagenda worden de tijdstippen van aanvang en rapportering jaarlijks bepaald;

  • 3.

    Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen de accountant en een (vertegenwoordiging van) de raad, de portefeuillehouder financiën, de gemeentesecretaris, en de concerncontroller.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • 1.

    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • 2.

    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6. Specifieke controles en opdrachten

  • 1.

    Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2.

    Het college draagt de zorg voor de rechtmatige uitvoering van het beleid van de specifieke uitkeringen van het Rijk. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

  • 3.

    Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7. Rapportage

  • 1.

    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de gemeenterekening, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • 2.

    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde tussentijdse en eindejaarscontroles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang rechtstreeks aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, de administratie en of de beheersdaden zijn gecontroleerd alsmede de directeur van de dienst waar de ambtenaar werkzaam is en de concerncontroller. Frequentie en tijdstip aanlevering zijn contractueel bepaald en kunnen afhankelijk van de jaarlijks in overleg samen te stellen planning worden aangepast.

  • 3.

    De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • 4.

    De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met (een vertegenwoordiging van) de raad.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 2003, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van het verslagjaar 2004 en later.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Controleverordening gemeente Emmen”.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van 20 november 2003,

de griffier,

de voorzitter,