Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Emmen 2007

Geldend van 10-05-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Emmen 2007

De raad van de gemeente Emmen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2007, nummer: 07/307;

gelet op de bepalingen van de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra en de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs;

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van peuterspeelzalen en onderwijsinstellingen;

overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen de gemeente, schoolbesturen en besturen van peuterspeelzalen over het lokale onderwijsbeleid;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Emmen 2007.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het gemeentebestuur: het college tenzij de gemeenteraad de betreffende bevoegdheid nadrukkelijk aan zich heeft gehouden c.q. hogere wetgeving de bevoegdheid nadrukkelijk aan de gemeenteraad heeft opgedragen;

  • b.

    de wet: de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra, de Wet op het Voortgezet Onderwijs en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs;

  • c.

    bevoegd gezag: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra, de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet op het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van rijkswege bekostigde school op het grondgebied van de gemeente;

  • d.

    peuterspeelzaal: een instelling, die activiteiten ontplooit gericht op de vorming en educatie van kinderen in de leeftijd van 2 en 6 maanden tot het moment dat ze naar de basisschool gaan, gedurende minimaal 4 uur per week;

  • e.

    Koepeloverleg: overleg tussen het gemeentebestuur of vertegenwoordigers van het gemeentebestuur de bevoegde gezagen van peuterspeelzalen en niet onder het bestuur van de gemeente staande scholen voor primair en voortgezet onderwijs alsmede van instellingen voor middelbaar en hoger beroepsonderwijs of en vertegenwoordigers van genoemde instellingen;

  • f.

    agendacommissie: 2 vertegenwoordigers uit het Koepeloverleg en één ambtelijke medewerker van de gemeente Emmen die de vergaderingen voorbereiden en agenderen;

  • g.

    Onderwijsraad: het adviesorgaan voor de regering op het terrein van het onderwijs, gevestigd te Den Haag.

Artikel 2. Overlegstructuur.

De gemeente Emmen kent met betrekking tot het lokale onderwijsbeleid de volgende

overlegorganen:

  • 1.

    Koepeloverleg;

  • 2.

    Agendacommissie

Hoofdstuk 2 De inrichting en werkwijze van het overleg

Artikel 3. Omschrijving samenstelling en taak van de overlegorganen.

3.1 Samenstelling

  • 1.

    Tussen het gemeentebestuur, de besturen van instellingen van peuterspeelzaalwerk en de bevoegde gezagen van scholen voor primair, voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs in de gemeente vindt overleg plaats. Het overleg staat onder voorzitterschap van de wethouder van onderwijs of diens daartoe aangewezen vervanger.

  • 2.

    In het onder lid 1 van dit artikel bedoelde overleg hebben zitting:

    • -

      de besturen van instellingen van peuterspeelzaalwerk in de gemeente Emmen

    • -

      alle bevoegde gezagen van scholen voor primair, voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs die zich op het grondgebied van de gemeente Emmen bevinden.

  • 3.

    De bijeenkomsten van het Koepeloverleg worden voorbereid door de agendacommissie gevormd uit de deelnemers aan het overleg.

    3.2 Onderwerpen.

  • 1.

    Als onderwerpen komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs, de Wet op de Expertisecentra, de Wet op het Voortgezet Onderwijs, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokale onderwijsbeleid.

  • 2.

    Op de onderwerpen, als genoemd in het eerste lid onder b, is artikel 4 niet van toepassing.

    3.3 Werkwijze.

  • 1.

    Naast onderwerpen als bedoeld in artikel 3.1.2, lid 1, onder a, kunnen onderwerpen worden geagendeerd indien of het gemeentebestuur of een bevoegd gezag hiertoe een verzoek indient bij de agendacommissie. De agendacommissie plaatst het gevraagde onderwerp op de eerstvolgende agenda van het Koepeloverleg met zo mogelijk een voorstel voor behandeling van het agendapunt.

  • 2.

    Het Koepeloverleg is ten aanzien van alle onderwerpen gericht op het bereiken van overeenstemming tussen het gemeentebestuur en de bevoegde gezagen. Overeenstemming is vereist indien de wet of gemeentelijke verordening dit verlangt.

  • 3.

    Indien het overleg niet leidt tot overeenstemming, dan wordt hiervan mededeling gedaan in de verslaglegging van het overleg. Een exemplaar van de verslaglegging wordt binnen 10 werkdagen aan alle bevoegde gezagen toegezonden. De bevoegde gezagen hebben gedurende 10 werkdagen de gelegenheid schriftelijke reacties op de verslaglegging kenbaar te maken aan het college. Het verslag en de reacties van de bevoegde gezagen worden gevoegd bij de stukken welke uiteindelijk bij de besluitvorming worden betrokken.

  • 4.

    Voor zover de voorzitter of leden van het Koepeloverleg het noodzakelijk achten kunnen externe materiedeskundigen worden uitgenodigd om informatie te verstrekken omtrent een of meer agendapunten van de vergadering.

  • 5.

    Het gemeentebestuur draagt zorg voor de verzending van de agenda alsmede voor verslaglegging en rapportages.

    3.5 Vergaderingen.

  • 1.

    De bijeenkomsten van het Koepeloverleg worden belegd door het gemeentebestuur op advies van de agendacommissie.

  • 2.

    Indien 5 of meer leden van het Koepeloverleg een bijeenkomst nodig achten, wordt binnen 3 weken een bijeenkomst belegd.

  • 3.

    De bijeenkomsten van het Koepeloverleg worden gehouden in het raadhuis te Emmen.

Artikel 4. Advies Onderwijsraad.

  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of het gemeentebestuur een advies wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Het college is belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad het college uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    Het college neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Het college zendt zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader overleg over het advies wenselijk is. Het geeft dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Het college informeert de raad over dit overleg.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen.

Artikel 5. Onvoorziene gevallen.

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of ingeval van enig artikel op verschillende wijze wordt uitgelegd, wordt bij meerderheid van de deelnemers van het overlegorgaan beslist.

Artikel 6. Citeerartikel en datum inwerkingtreding.

I.

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Emmen 2007.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie van dit besluit.

    II.

    de Verordening onderwijsoverleg d.d. 25 juni 1998, in te trekken met ingang van de datum als bedoeld onder I. lid 2 van dit artikel.

    Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 april 2007

De griffier,

de voorzitter,

H.D. Werkman

C. Bijl