Regeling vervallen per 11-12-2017

Procedureregeling planschadevergoeding 2005

Geldend van 01-09-2005 t/m 10-12-2017

Intitulé

Procedureregeling planschadevergoeding 2005

Het college van burgemeester en wethouders van Emmen;

gelet op de artikelen 49 en 49a van deWet op de Ruimtelijke Ordening,

besluit vast te stellen de:

Procedureregeling planschadevergoeding 2005

Artikel 1: Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

  • a.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van deWet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);

  • b.

    planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit over vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel één van de andere in artikel 49 WRO genoemde schadeoorzaken;

  • c.

    aanvrager: hij/zij die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten over het geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komen van schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;

  • f.

    adviseur: een persoon of commissie belast met het adviseren over de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

  • g.

    drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49, derde lidWRO.

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1.

    Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt zonodig een afschrift toegezonden aan de derde belanghebbende.

  • 3.

    In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Als het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag binnen acht weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af als sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag.

  • 2.

    De termijn van acht weken kan één keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking

Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of artikel 4 wijst het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn een adviseur aan en verstrekt een opdracht om over de aanvraag advies uit te brengen.

Artikel 6: Werkwijze van de adviseur

  • 1.

    De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1.

    De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd advies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2.

    Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur het college schriftelijk in kennis, met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen hij het advies zal uitbrengen.

  • 3.

    Het college zendt een afschrift van het advies aan de aanvrager en zonodig een derde belanghebbende en stelt de aanvrager en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het advies schriftelijk een reactie daarop te geven.

Artikel 8: Beschikking van het college

  • 1.

    Binnen acht weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 9: Uitbetaling

Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 10: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 september 2005.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Procedureregeling planschadevergoeding 2005’.

    Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Emmen op ………;

    de secretaris,

    de burgemeester,