Regeling vervallen per 02-10-2017

Beleidsregels Ondernemersfonds gemeente Enkhuizen 2010

Geldend van 26-08-2010 t/m 01-10-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2009

Intitulé

Beleidsregels Ondernemersfonds gemeente Enkhuizen 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Enkhuizen 2009;

b e s l u i t:

De volgende beleidsregels “Beleidsregels Ondernemersfonds Gemeente Enkhuizen 2010” vast te stellen:

Artikel1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;

  • b.

    raad: raad van de gemeente Enkhuizen;

  • c.

    collectief belang: belang dat het particuliere belang van een onderneming of van een groep van ondernemingen overstijgt;

  • d.

    ontwikkelingspartnerschap: een samenwerkingsverband dat de begunstigde ten behoeve van de voorbereiding en subsidiëring van het in aanmerking te brengen project is aangegaan met medebelanghebbenden bij het project;

  • e.

    Adviesraad: een gemêleerd platform van maximaal vijf ondernemers dat advies uitbrengt over de aanvragen.

Artikel 2 Doelstelling Ondernemersfonds

Doelstelling van het ondernemersfonds is het steunen van projecten die een bijdrage leveren aan verbetering van het ondernemersklimaat in de Gemeente Enkhuizen.

Artikel 3 Subsidieverlening

  • 1. De gemeente Enkhuizen kan op basis van deze beleidsregels aan samenwerkingsvormen van ondernemers, als bedoeld in artikel 5, subsidie verlenen:

    • a.

      ten behoeve van haalbaarheidsstudies en planvorming;

    • b.

      ten behoeve van kennisontwikkeling- en overdracht;

    • c.

      ten behoeve van de ontwikkeling en uitbreiding van netwerken;

    • d.

      ten behoeve van investeringsprojecten.

  • 2. Het bevoegde orgaan om te beslissen op subsidieaanvragen is het college.

Artikel 4 Aanvrager

  • 1. 1.Voor subsidie komen de volgende samenwerkingsvormen in aanmerking:

    • a.

      verenigingen naar burgerlijk recht;

    • b.

      stichtingen;

    • c.

      ontwikkelpartnerschappen;

  • 2. Indien een ontwikkelpartnerschap aanvrager is, treedt een van de deelnemende partners in het ontwikkelpartnerschap op als subsidieaanvrager;

  • 3. Aanvragers dienen in de gemeente Enkhuizen gevestigd te zijn.

Artikel 5 Advisering

  • 1. de aanvrager dient een conceptaanvraag in bij de Adviesraad.

  • 2. de Adviesraad geeft advies over de aanvraag en dient dit in bij het college met een afschrift aan de aanvrager.

  • 3. als het advies van de Adviesraad is uitgebracht dient de aanvrager de officiële aanvraag in bij het college.

Artikel 6 Beslistermijn aanvraag

  • 1. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager door het college in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na indiening aanvullingen hierop te geven.

  • 3. De termijn als bedoeld in het eerste lid kan door het college in bijzondere omstandigheden, ter beoordeling aan het college met een termijn van zes weken worden verlengd. Het college informeert de aanvrager hierover schriftelijk.

Artikel. 7 Algemene voorwaarden voor subsidiëring

  • 1. Projecten waarvoor subsidie wordt gevraagd dienen te passen binnen de doelstelling van het ondernemersfonds, niet strijdig te zijn met het beleid van de gemeente Enkhuizen, en een collectief belang te dienen;

  • 2. Een aanvraag om subsidie komt slechts voor honorering in aanmerking indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de aanvraag heeft betrekking op één project;

    • b.

      de aanvrager maakt de financieringsbehoefte aannemelijk;

    • c.

      de financiering heeft geen betrekking op sanering van schulden, dan wel op een afbouw van bedrijfsactiviteiten;

    • d.

      in de gevraagde financiering kan niet op andere wijze worden voorzien;

    • e.

      de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, vereffening, surséance van betaling of akkoord en deze zijn niet aangevraagd of aanhangig;

    • f.

      er is niet begonnen met de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd;

    • g.

      de resultaten van het project zijn meetbaar.

  • 3. Kosten van voorbereiding van een project komen niet voor subsidie in aanmerking;

  • 4. Er wordt bij de honorering van de projecten rekening gehouden met een evenwichtige spreiding van activiteiten over de gemeente Enkhuizen en de verschillende bedrijfstakken.

Artikel 8 Inhoudelijke beoordelingscriteria voor subsidiëring

  • 1. Bij subsidieverstrekking wordt voorrang gegeven aan projecten die nieuwe dan wel innovatieve activiteiten betreffen met een te verwachten blijvend effect en die betreffen;

    • a.

      aanvullende fysieke voorzieningen in de openbare ruimte en/of bedrijventerreinen;

    • b.

      activiteiten op het gebied van marketing en promotie;

    • c.

      activiteiten die ondernemers faciliteren in het geval van administratieve- en aanbestedingstrajecten, dan wel;

    • d.

      activiteiten die criminaliteitspreventie bevorderen.

  • 2. Bij subsidieverstrekking wordt voorrang gegeven aan projecten waarin wordt samengewerkt tussen verschillende aanvragers.

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidieaanvraag kan naast de in artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de in de Algemene Subsidieverordening gemeente Enkhuizen 2009 genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of openbare orde;

  • c.

    niet voldaan is aan de criteria genoemd in artikel 3;

  • d.

    niet voldaan is aan minimaal één van de criteria genoemd in artikel 7.

Artikel 10 Subsidiebedrag

  • 1. Het maximum subsidiebedrag dat wordt verstrekt per aanvraag bedraagt € 50.000,-;

  • 2. Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten en is beperkt tot het maximum bedrag dat is vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening;

  • 3. Na de vaststelling van de begroting door de raad stelt deze het subsidieplafond vast.

Artikel 11 Aanvraag en te overleggen gegevens

  • 1. Een aanvraag tot verlening van een subsidie wordt tenminste twaalf weken voordat het project begint ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag worden in ieder geval gevoegd:

    • a.

      een volledige projectomschrijving en bijbehorende begroting;

    • b.

      een onderbouwd financieringsplan;

    • c.

      het inschrijfnummer Kamer van Koophandel;

    • d.

      een kopie van de statuten van de rechtspersoon die de aanvraag indient, of in geval van indiening namens een consortium, van alle deelnemende rechtspersonen, en

  • 3. in geval van indiening namens een samenwerkingsverband, een kopie van de samenwerkingsovereenkomst;

Artikel 12 Voorschotverlening

  • 1. Het college is bevoegd tot het verstrekken van voorschotten en het verbinden van voorwaarden daaraan;

  • 2. Indien subsidie wordt verstrekt bedraagt het eerste voorschot 30% van de maximale subsidie betreffende het project;

  • 3. Verdere voorschotten, waarbij het eerste voorschot wordt aangevuld tot ten hoogste 80% van de maximale subsidie, zijn onder voorwaarden, op verzoek mogelijk;

  • 4. Een laatste saldobetaling zal plaatsvinden bij einddeclaratie van het project.

  • 5. Indien de activiteiten niet worden uitgevoerd, of de subsidiemiddelen niet conform de projectaanvraag zijn besteed, zullen de al uitbetaalde voorschotten aan de gemeente Enkhuizen moeten worden terugbetaald.

Artikel 13 Rapportageplicht en evaluatie

  • 1. De aanvrager dient de gemeente Enkhuizen periodiek op de hoogte te stellen van de voortgang van het project;

  • 2. De subsidieaanvrager dient binnen drie maanden na de einddatum (zoals opgenomen in de beschikking van het project een volledige, naar daadwerkelijke uitgaven en inkomsten gespecificeerde en naar waarheid ondertekende einddeclaratie in. Deze is voorzien van een financieel-inhoudelijk eindverslag, waaruit tevens blijkt dat aan alle subsidievoorwaarden is voldaan en voorzien van een verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie.

  • 3. Indien het subsidiebedrag € 25.000,- of meer bedraagt, dient de einddeclaratie vergezeld te gaan van een accountantsverklaring;

  • 4. De begunstigde zal alle medewerking verlenen aan de opstelling van een evaluatierapport met betrekking tot deze beleidsregels.

Artikel 14 Uitvoeringsovereenkomst

Het college is bevoegd om een uitvoeringsovereenkomst met de subsidieaanvrager te sluiten ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 15 Intrekking, wijziging van de subsidieverlening

Behalve in gevallen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie intrekken of het subsidiebedrag ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:

  • a.

    de subsidieontvanger wijzigingen in aanwending van de subsidie niet vooraf ter beoordeling heeft voorgelegd aan het college;

  • b.

    de subsidieontvanger de activiteiten waarvoor subsidie is verkregen, beëindigt;

  • c.

    de subsidieontvanger de voorschriften in deze beleidsregels, of de verplichtingen vermeld in de beschikking of in de uitvoeringsovereenkomst bij de beschikking niet nakomt;

  • d.

    de subsidieontvanger in surseance van betaling of in staat van faillissement geraakt; dan wel

  • e.

    de subsidieontvanger na afgifte van de beschikking alsnog feiten pleegt, die tot weigering van een verklaring als bedoeld in artikel 9, lid 2 zou leiden.

Artikel 16 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het College afwijken van deze beleidsregels.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald worden als de ”Beleidsregels Ondernemersfonds gemeente Enkhuizen 2010”.

Slotbepalingen

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de dag waarop publicatie heeft plaatsgevonden en werken terug tot 1 november 2009.

Enkhuizen,

Secretaris, Burgemeester,

Nota-toelichting Algemene toelichting op de "Beleidsregels Ondernemersfonds Gemeente Enkhuizen 2010

Artikel 1. Begripsomschrijvingen c. Collectief belang: doel is om geen individuele bedrijven te subsidiëren voor individuele projecten. Een individueel bedrijf mag wel aanvrager zijn, maar dan mede namens een grotere groep ondernemers. Dit om te waarborgen dat het project een collectief belang dient.

Artikel 2. Doelstelling Ondernemersfonds De beleidsregels bevatten een zo breed mogelijk geformuleerde doelstelling.

Artikel 3. Subsidieverlening De subsidieverlening is uiteindelijk bedoeld voor ondernemers. Aan de rechtsvorm zullen wel eisen worden gesteld, genoemd in artikel 4.

Artikel 4. Aanvrager De subsidieaanvragen moeten een collectief belang dienen. Om dit zoveel mogelijk te waarborgen, worden er eisen gesteld aan de rechtsvorm van de aanvrager. Verenigingen naar burgerlijk recht, stichtingen en ontwikkelpartnerschappen kunnen aanvrager zijn. Het ontwikkelpartnerschap is een tijdelijk samenwerkingsverband tussen partners om een project voor te bereiden en voor te dragen voor subsidiëring. In dat geval treedt één van de deelnemende partners in het ontwikkelpartnerschap op als subsidieaanvrager. De aanvrager draagt zorg voor eventuele benodigde cofinanciering (aanvullende financiering) en voor een samenwerkingsovereenkomst. De aanvrager is eindverantwoordelijk voor het project.

Artikel 5. Advisering De, uit vertegenwoordigers van geledingen van het bedrijfsleven bestaande, Adviesraad zal aan het gemeentebestuur adviseren over concrete subsidieaanvragen.

Artikel 7. Algemene voorwaarden voor subsidiëring Lid 2 sub d: Hier is bedoeld dat de gevraagde bijdrage nodig is om het project te financieren. Op het moment dat er ook op andere wijze financiering voor het project voorhanden is, is er geen sprake meer van additionaliteit.

Lid 3: Kosten van het indienen van de subsidieaanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking. Hierbij valt te denken aan kosten van een subsidieadviesbureau.

Artikel 8. Inhoudelijke beoordelingscriteria voor subsidiëring Het moet bij voorkeur gaan om vernieuwende projecten, die iets toevoegen aan het bestaande aanbod in Enkhuizen. Projecten die vernieuwingskracht hebben en origineel zijn.

Het project moet ten minste aan één van de gestelde criteria voldoen.

Artikel 10 Subsidiebedrag Onder subsidiabele kosten worden verstaan die kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn c.q. onlosmakelijk verbonden zijn aan het project. Alleen deze kosten komen voor subsidie in aanmerking.

In het algemeen geldt voor de in de aanvraag opgenomen kostensoorten dat: - de berekening doorzichtig en verifieerbaar moet zijn; - zij doelmatig zijn en rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het desbetreffende project; - de opgevoerde kosten reëel zijn.

In de beschikking wordt de hoogte van het subsidiebedrag vastgesteld. Als het project in de uitvoering duurder wordt kan er geen extra subsidie worden verkregen. Wordt het project goedkoper, dan dient het ongebruikte deel van de subsidie te worden teruggestort.

Artikel 11 Aanvraag en te overleggen gegevens Lid 2 sub a. Onder een begroting wordt verstaan het totaal van de te maken kosten en de verwachte inkomsten voor het project, met verifieerbare onderbouwingen.

Lid 2 sub b. Onder een financieringsplan wordt verstaan het totaal aan financiering dat voorhanden is voor het project, waaronder eigen bijdragen, andere subsidies en het tekort

Artikel 12 Voorschotverlening Lid 4. De subsidieaanvrager dient binnen drie maanden na de einddatum (zoals opgenomen in de beschikking) van het project een volledige, naar daadwerkelijke uitgaven en inkomsten gespecificeerde en naar waarheid ondertekende einddeclaratie in, voorzien van een financieel-inhoudelijk eindverslag, waaruit tevens blijkt dat aan alle subsidievoorwaarden is voldaan en voorzien van een verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie.

Artikel 13 Rapportageplicht en evaluatie De einddeclaratie is voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, indien het subsidiebedrag € 25.000,- of meer bedraagt.

Artikel 14 Uitvoeringsovereenkomst In een dergelijke overeenkomst, ter uitvoering van de subsidiebeschikking waarin de belangrijkste voorwaarden zijn opgenomen, kunnen nadere afspraken worden vastgelegd over de uitvoering van de bij subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen. ​