Verordening raadscommissies 2004

Geldend van 05-04-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening raadscommissies 2004

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 5 augustus 2004, nummer: 100;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de VERORDENING RAADSCOMMISSIES 2004

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadscommissie(s): de raadscommissie(s) als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: de voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • c.

    secretaris: de secretaris van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    raad: de gemeenteraad;

  • f.

    presidium: de vergadering van de raadsvoorzitter, de voorzitters van de raadscommissies en de griffier;

  • g.

    fractie: de raadsleden die op dezelfde kandidatenlijst zijn verkozen of anderszins samen optreden als politieke groepering in de raad.

  • h.

    griffier: de griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

HOOFDSTUK II INSTELLING EN TAKEN

Artikel 2 Instelling

Ingesteld worden de volgende raadscommissies:

  • 1.

    Raadscommissie Grondgebied;

  • 2.

    Raadscommissie Bestuur, organisatie en financiën en samenleving.

Artikel 3 Taakgebieden

  • 1. De verdeling van taakgebieden over de raadscommissies is gebaseerd op het beginsel van samenhangende taakgebieden.

  • 2. Met inachtneming van het gestelde in het vorige lid worden de taakgebieden als volgt over de commissies verdeeld:

    • -

      Raadscommissie Grondgebied: onderwerpen betreffende economische zaken, detailhandel, havendienst en visafslag, de Drecht, de Witte Duif, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, bouw en woningtoezicht, monumentenzorg, milieu, grondbedrijf, weg- en waterbouw, bouwkunde, plantsoen/groenvoorziening, materieel, verkeer, infra structurele projecten, markten;

    • -

      Raadscommissie Bestuur, organisatie en financiën: onderwerpen betreffende planning & control, crediteuren- en debiteuren administratie, invorderingsbeleid, bedrijvenadministratie, woz administratiebeheer, aanslag opleggingen, bezwaar en beroep inzake belastingen, belasting- en kwijtscheldingsbeleid, kwijtscheldingsafhandeling, secretariaat kamers van bezwaar en beroep, secretariële ondersteuning bestuur en management, personeel, organisatie, automatisering, informatisering, post- en archief, facilitair, openbare orde en veiligheid, communicatie, regionale zaken, juridische ondersteuning en –advisering, sociale uitkeringen, arbeidsmarkttoeleiding, vluchtelingenzorg, gehandicapten en ouderenzorg, fondsverwerving, onderwijs, cultuur, welzijn/gezondheidszorg, sport , burgerzaken, begraafplaatsen.

Artikel 4 Taken

De raadscommissies zijn belast met het voorbereiden van de besluitvorming van de raad inzake en het overleggen met het college of met de burgemeester over onderwerpen die behoren tot het aan de raadscommissie toegewezen taakgebied, alsmede het nemen van besluiten voorzover deze bevoegdheid bij afzonderlijk besluit is gedelegeerd aan de raadscommissie.

Artikel 5 Voorbereiding besluitvorming

  • 1. In het kader van de voorbereiding van de besluitvorming van de raad, zoals genoemd in artikel 4, hebben de raadscommissies tot taak om advies aan de raad uit te brengen over een voorstel of onderwerp dat tot het taakgebied van de raadscommissie behoort.

  • 2. De raadscommissies kunnen ook uit eigen beweging advies uitbrengen aan de raad.

  • 3. Indien de raad of het presidium besluit tot het inwinnen van advies van een raadscommissie, wint hij het advies in van de raadscommissie op wiens taakgebied het onderwerp is gelegen of geacht kan worden te liggen.

  • 4. De raadscommissies brengen hun adviezen schriftelijk aan de raad uit.

  • 5. In de adviezen komen de standpunten van de fracties tot uitdrukking.

  • 6. Indien een raadscommissie niet tot een eensluidend standpunt komt, worden alle onderscheiden standpunten ter kennis gebracht van de raad.

Artikel 6 Overleg

  • 1. Indien een raadscommissie het nodig oordeelt, al dan niet naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van de raad of van het presidium, nodigt zij het college, een of meer leden daarvan of de burgemeester uit om ten aanzien van een bepaald onderwerp met haar in overleg te treden.

  • 2. Het college of een of meer leden daarvan dan wel de burgemeester kunnen een raadscommissie verzoeken om ten aanzien van een bepaald onderwerp in overleg te treden.

  • 3. De raadscommissie kan de raad naar aanleiding van het overleg adviseren bepaalde besluiten te nemen.

HOOFDSTUK III SAMENSTELLING

Artikel 7 Samenstelling

  • 1. De raadscommissies bestaan elk uit een voorzitter en een aantal leden.

  • 2. Ieder lid van de raad is lid van de raadscommissies met dien verstande dat in een vergadering van een raadscommissie ten hoogte twee leden namens een fractie aan de vergadering van de raadscommissie deelnemen.

  • 3. Tot lid van een raadscommissie zijn behalve raadsleden ook personen benoembaar die geen zitting hebben in de gemeenteraad.

  • 4. Elke fractie kan aan de raad schriftelijk een voorstel indienen voor de bezetting van ten hoogste twee zetels door niet-raadsleden voor alle raadscommissies gezamenlijk.

  • 5. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie dat geen raadslid is.

  • 6. Een niet raadslid dat wordt voorgedragen als lid van een raadscommissie overlegt zijn of haar geloofsbrieven aan de raad. De geloofsbrieven worden door de commissie voor de geloofsbrieven onderzocht. De raad gaat niet tot benoeming over dan nadat de commissie voor de geloofsbrieven heeft verklaard dat daartegen geen bezwaren bestaan.

  • 7. Horizontale vervanging binnen de commissies is mogelijk

Artikel 8 Voorzitter

  • 1. De voorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. Elke in de raad vertegenwoordigde fractie kan schriftelijk bij de gemeenteraad een voorstel indienen voor de benoeming van een lid van de raad tot voorzitter van een raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is geen lid en wordt niet meegerekend bij het op grond van artikel 7, tweede lid per fractie geldende aantal leden.

  • 4. In geval van afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de voorzitter van een andere raadscommissie.

Artikel 9 Secretaris

  • 1. Elke raadscommissie wordt bijgestaan door een secretaris, zijnde de griffier of diens plaatsvervanger.

  • 2. De secretaris is bij elke vergadering aanwezig.

  • 3. In geval van afwezigheid wordt de secretaris vervangen door een door de griffier daartoe aangewezen medewerker van de griffie.

Artikel 10 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De leden van de raadscommissies treden uiterlijk af op het tijdstip van aftreden van de leden van de raad.

  • 2. Degene die ter vervulling van een tussentijdse vacature tot lid van een raadscommissie wordt benoemd, heeft zitting voor de resterende zittingsduur van de raad.

  • 3. Indien een lid van een raadscommissie dat tevens lid van de raad is, ophoudt lid van de raad te zijn, houdt dat lid tevens op lid van de raadscommissie te zijn.

  • 4. Indien een lid van een raadscommissie, niet zijnde raadslid, ophoudt te voldoen aan de in artikel 7, achtste lid genoemde eisen, houdt dat lid van rechtswege op lid van de raadscommissie te zijn.

  • 5. Een lid van een raadscommissie kan te allen tijde ontslag nemen en doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7 en 8.

  • 7. Indien een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van de fractie is benoemd.

  • 8. De raad kan een lid van een raadscommissie op verzoek van de fractie die het betreffende lid heeft voorgedragen bij met redenen omkleed besluit ontslaan.

HOOFDSTUK IV WERKWIJZE

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereidingen

Artikel 11 Vergaderschema en frequentie

  • 1. De raadscommissies vergaderen tenminste overeenkomstig het schema dat en over de onderwerpen die daartoe door het presidium worden vastgesteld.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts zo dikwijls haar voorzitter dit nodig oordeelt of indien ten minste twee raadscommissieleden mondeling dan wel schriftelijk met opgave van redenen daartoe aan de voorzitter de wens te kennen geven.

Artikel 12 Termijnagenda

Vervallen.

Artikel 13 Agenda

  • 1. De voorzitter stelt de agenda van de raadscommissievergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter tot uiterlijk achtenveertig uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij de aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

  • 4. Op voorstel van de voorzitter of een commissielid kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan die agenda toevoegen of van de agenda afvoeren, dan wel de volgorde van de behandeling van de agendapunten veranderen.

  • 5. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 14 Uitnodiging en toezending stukken

  • 1. De voorzitter nodigt de leden schriftelijk uit voor een vergadering van de raadscommissie. Behoudens spoedeisende gevallen wordt de uitnodiging ten minste zeven dagen vóór de aanvang van de vergadering verzonden.

  • 2. De uitnodiging bevat de voorlopige agenda, zoals genoemd in artikel 12, eerste lid.

  • 3. De bij de voorlopige agenda behorende stukken worden, behoudens het bepaalde in het vierde lid van dit artikel, tegelijkertijd met de uitnodiging aan de leden toegezonden. In bijzondere gevallen kan hiervan, met opgave van redenen, worden afgeweken.

  • 4. Indien omtrent stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken onder berusting van de secretaris. De secretaris verleent inzage aan de leden van de raadscommissie, alsmede de leden van de raad en andere personen voor zover aan hen kennisneming onder geheimhouding is toegestaan.

  • 5. Indien een aanvullende agenda wordt opgesteld zoals bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de leden en plaatsvervangende leden toegezonden.

  • 6. De vergadering wordt tegelijk met de in het eerste lid bedoelde uitnodiging ter openbare kennis gebracht.

Artikel 15 Toezending uitnodiging aan het college en de burgemeester

De voorzitter stuurt de uitnodiging voor de raadscommissievergadering met de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 14, vierde lid bedoelde stukken, ter kennisneming aan het college en de burgemeester.

Artikel 16 Aanwezigheid burgemeester, college, gemeentesecretaris en griffier

  • 1. De raadscommissie beslist bij wijze van algemene regel of per geval of het wenselijk is dat de burgemeester en een of meer leden van het college of de gemeentesecretaris in de vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2. De voorzitter nodigt in de door de commissie aangewezen gevallen de burgemeester, één of meer leden van het college of de gemeentesecretaris uit in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen. Zij zijn bevoegd zich te doen vergezellen van ambtenaren die op hun verzoek en met instemming van de voorzitter het woord mogen voeren om inlichtingen te verschaffen.

  • 3. Indien de burgemeester, een lid van het college of de gemeentesecretaris niet is uitgenodigd kan deze de voorzitter verzoeken hem alsnog uit te nodigen om in de raadscommissievergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslaging deel te nemen. De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4. De raadscommissie kan bij de aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester, één of meer leden van het college of de gemeentesecretaris alsnog in de vergadering aanwezig kunnen zijn en aan de beraadslagingen deel kunnen nemen.

  • 5. De griffier is bevoegd in de vergaderingen van de raadscommissies aanwezig te zijn. De raadscommissie kan beslissen dat de griffier aan de beraadslagingen kan deelnemen.

Artikel 17 Uitnodiging ambtenaren, deskundigen en betrokkenen

Al dan niet op verzoek van één of meer andere leden van de raadscommissie kan de voorzitter ambtenaren, andere deskundigen of anderszins bij geagendeerde onderwerpen betrokkenen uitnodigen om informatie of adviezen, hetzij mondeling in een raadscommissievergadering, hetzij schriftelijk naar voren te brengen.

Artikel 18 Openbare kennisgeving en ter inzage leggen van stukken

  • 1. Tegelijkertijd met de uitnodiging voor de vergadering brengt de voorzitter de dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden met de uitnodiging en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 3. Indien na het verzenden van de stukken nieuwe of aanvullende stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raadscommissieleden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 4. Indien omtrent stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze in afwijking van het tweede lid onder berusting van de secretaris.

Paragraaf 2 Orde van de vergadering

Artikel 19 Presentie

De namen van de voorzitter, de secretaris en de aanwezige leden worden vermeld in het verslag zoals bedoeld in artikel 30.

Artikel 20 Vergaderquorum en besluitquorum

  • 1. Een raadscommissie kan niet beraadslagen of besluiten als niet meer dan de helft van het aantal fracties vertegenwoordigd is.

  • 2. Een raadscommissie besluit bij gewogen stemming waarbij de stemverhouding is gerelateerd aan het aantal raadsleden van de desbetreffende fractie in de raad.

  • 3. Bij staking van stemmen is het voorstel niet aangenomen.

  • 4. Een stemming is slechts geldig als daaraan meer dan de helft van het aantal aanwezige fracties heeft deelgenomen.

  • 5. Bij het vaststellen of aan de in het eerste en vierde lid bedoelde meerderheid is bereikt wordt de voorzitter niet meegerekend.

Artikel 21 Woordvoerderschap en aantal spreektermijnen

  • 1. Van elke in een raadscommissie vertegenwoordigde fractie treedt per onderwerp één lid op als woordvoerder.

  • 2. De voorzitter of indien in functie de plaatsvervangend voorzitter zijn geen woordvoerder namens hun fracties in de raadscommissievergadering.

  • 3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie op voorstel van de voorzitter anders beslist.

Artikel 22 Immuniteit

De leden van de raadscommissie en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging van een raadscommissie kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 191, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering over hetgeen zij in de raadscommissievergadering hebben gezegd of aan de raadscommissie schriftelijk hebben overgelegd.

Artikel 23 Leiding vergaderingen

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering en ziet toe op de naleving van deze verordening.

  • 2. De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering, waaronder de wijze van behandeling van de agendapunten en de volgorde van de sprekers. Hij verleent de sprekers op hun verzoek het woord.

  • 3. Ieder lid kan voorstellen doen over de orde van de vergadering. De raadscommissie beslist.

  • 4. De voorzitter ziet toe dat sprekers in hun betoog niet worden gestoord. Korte interrupties zijn toegestaan. De voorzitter kan bepalen dat een spreker zonder interrupties zijn betoog kan afmaken.

  • 5. De voorzitter constateert bij elk agendapunt welk besluit er is genomen en ziet toe dat de adviezen van de raadscommissie al dan niet via het presidium aan de raad worden voorgelegd. Ook overigens brengt hij de daarvoor in aanmerking komende onderwerpen onder de aandacht van raad of presidium.

  • 6. Indien de agenda daartoe aanleiding geeft kan de voorzitter overgaan tot het instellen van een spreektijd voor de leden van de raadscommissie en andere deelnemers aan de beraadslagingen.

Artikel 24 Orde vergaderingen

  • 1. De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en in de vergaderruimte en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 2. De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan een spreker die door gedrag of woordkeus de orde verstoort het woord ontnemen.

  • 3. De voorzitter kan de raadscommissie voorstellen aan een lid van de raadscommissie dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid van de raadscommissie de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid van de raadscommissie bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 25 Toehoorders en pers

  • 1. Indien voor hen plaatsen zijn aangewezen kunnen toehoorders en vertegenwoordigers van de pers uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Zij die geluid- en beeldregistraties tijdens openbare vergaderingen willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 26 Verbod mobiele telefoons

Tijdens vergaderingen is het gebruik en het stand-by houden van mobiele telefoons voor de leden, de toehoorders en de pers zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Artikel 27 Ingekomen brieven van burgers

  • 1. De voorzitter nodigt degene die zich schriftelijk tot de raad heeft gewend en wiens brief door de raad naar de desbetreffende raadscommissie is verwezen, uit om zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de raadscommissie waarin de brief wordt behandeld.

  • 2. Het in het eerste lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op personen die zich schriftelijk rechtstreeks tot de raadscommissie hebben gewend.

Artikel 28 Afhandeling van ingekomen brieven

De raadscommissie noch haar voorzitter zijn bevoegd de ingekomen brieven te beantwoorden.

De raadscommissie stelt de brieven na behandeling in haar vergadering voorzien van een advies ter inhoudelijke afdoening in handen van de raad, het college of de burgemeester.

Artikel 29 Inspreekrecht burgers

  • 1. De voorzitter stelt personen die bij de raadscommissie wensen in te spreken op geagendeerde onderwerpen in de gelegenheid om het woord te voeren.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • b.

      onderwerpen die aan de orde worden gesteld bij de mededelingen, in de rondvraag of in een besloten gedeelte van de vergadering;

  • 3. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. In tweede termijn kan de inspreker reageren op gemaakte opmerkingen.

  • 5. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 30 Verslaglegging en ter inzage legging verslag

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het maken van een verslag van een raadscommissievergadering, dat de raadscommissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 2. Het verslag houdt in elk geval in

    • a.

      de namen van de voorzitter, de leden en de secretaris:

    • b.

      de namen van de burgemeester, de leden van het college en andere deelnemers aan de beraadslagingen;

    • d.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • e.

      een zakelijke samenvatting van het besprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

    • f.

      de inhoud van de genomen besluiten, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de voor- en tegenstemmers:

    • g.

      de inhoud van de adviezen, met vermelding van de standpunten van de onderscheiden fracties, tenzij sprake is van een eensluidend standpunt.

  • 3. Het vastgestelde verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris en vervolgens gearchiveerd.

  • 4. De secretaris houdt een voortschrijdend overzicht bij van de openstaande afspraken van de raadscommissie. Dit overzicht wordt periodiek aan de raadscommissie ter kennis gebracht.

Artikel 31 Hoorzittingen

  • 1. De raadscommissies zijn bevoegd te besluiten tot het houden van hoorzittingen.

  • 2. De raadscommissies zijn bevoegd om op de hoorzitting belanghebbenden, deskundigen en belangstellenden uit te nodigen om hun mening te geven en met de raadscommissie van gedachten te wisselen over door de raadscommissie al dan niet op voorstel van raad of presidium aangewezen plannen of andere vraagstukken.

  • 3. Op een hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening op overeenkomstige wijze van toepassing.

Artikel 32 Gezamenlijke commissievergadering

  • 1. Onderwerpen worden ook als zij meerdere taakgebieden betreffen in één raadscommissie behandeld.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen, ter beoordeling van het presidium, raadscommissies gezamenlijk vergaderen.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet voor de behandeling van de begroting.

  • 4. Een gezamenlijke vergadering wordt door één van de voorzitters, door hen in onderling overleg bepaald, voorgezeten.

  • 5. Bij een gezamenlijke vergadering is voor wat betreft het vergaderquorum, het woordvoerderschap per fractie en de besluitvorming over het aan de raad uit te brengen advies, het bepaalde in de artikelen 20 en 21 op elk van de betreffende raadscommissies onverkort van toepassing.

  • 6. Voor het overige zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing op de gezamenlijke raadscommissies als geheel.

HOOFDSTUK V OPENBARE, BESLOTEN VERGADERING EN GEHEIMHOUDING

Artikel 33 Openbaarheid en beslotenheid vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissies worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren worden gesloten wanneer ten minste een vijfde van het aantal aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3. De raadscommissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden voor een openbare vergadering voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 5. Indien de deuren worden gesloten, verlaten alle aanwezigen, behalve de voorzitter, de leden en de secretaris van de raadscommissie de vergaderzaal.

  • 6. Als de raadscommissie beslist tot het houden van een besloten vergadering, beslist zij tevens of en zo ja, welke andere personen de vergadering kunnen bijwonen.

  • 7. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 35, eerste lid of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

Artikel 34 Verslag besloten vergadering

  • 1. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat in een besloten vergadering wordt vastgesteld en niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Op het verslag van een besloten vergadering is het bepaalde in artikel 30, tweede lid van toepassing. Bovendien bevat het verslag

    • a.

      het besluit dat met gesloten deuren wordt vergaderd;

    • b.

      het besluit of, en zo ja welke andere personen de besloten vergadering kunnen bijwonen;

    • c.

      het besluit of omtrent de inhoud van stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden, en de gronden waarop dit besluit is gebaseerd;

    • d.

      het besluit of en zo ja wanneer het verslag openbaar wordt.

  • 3. Uit een besloten vergadering van een raadscommissie mogen geen mededelingen worden gedaan noch mag in het openbaar geciteerd worden uit de verslagen van een besloten vergadering van een raadscommissie.

Artikel 35 Geheimhouding

  • 1. Een raadscommissie kan in een besloten vergadering op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raadscommissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd.

  • 2. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de raadscommissie haar opheft.

  • 3. Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

  • 4. Op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raadscommissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 5. Een raadscommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan de raad, leden van de raad of aan het college overlegt. Het bepaalde in de artikelen 25 en 55 van de Gemeentewet is van toepassing.

  • 6. Indien de raad op grond van artikel 25 Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt op verzoek van de raadscommissie die de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

  • 7. Inzake het ter inzage geven van stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd is artikel 14, vierde lid van toepassing.

HOOFDSTUK VI UITLEG, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt direct in werking na haar vaststelling

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies van de raad van de gemeente Enkhuizen vastgesteld bij raadsbesluit van 4 juni 2002.

Artikel 37 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening raadscommissies 2004.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 7 september 2004
De griffier, De wnd.voorzitter,
Gewijzigd bij raadsbesluit van 4 april 2006