Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering van havengeld Haven Wijdenes 2018

Geldend van 21-06-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering van havengeld Haven Wijdenes 2018

Het algemeen bestuur van het Recreatieschap Westfriesland

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 7 maart 2018

besluit:

vast te stellen de Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering van havengeld Haven Wijdenes 2018

Artikel 1 begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    Haven Wijdenes: Voor de openbare dienst en (recreatie)vaart bestemde wateren alsmede kaden, wallen en steigers die bij het Recreatieschap in beheer of in onderhoud zijn, volgens bijgevoegde schets van Haven Wijdenes, bijlage 1.

  • b)

    Schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water.

  • c)

    Ligplaats innemen: Het aanleggen met een schip aan een kade, laad- en losplaats of steiger of dat gedeelte van het openbaar vaarwater in beheer bij het Recreatieschap dat gebruikt mag worden voor het afmeren van een schip.

  • d)

    Passantenligplaats: Plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een schip bij tijdelijk verblijf te worden ingenomen met bijbehorende voorzieningen.

  • e)

    Lengte: De totale lengte van het schip met inbegrip van een vaste boegspriet, een papagaaistok en een roer.

  • f)

    Verblijfperiode: periode met één overnachting van maximaal 24 uur aaneengesloten, waarvan de uren of een deel hiervan vallen tussen 18.00 uur en 9.00 uur.

  • g)

    periode: het hele jaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'havengelden' worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de Haven Wijdenes, overeenkomstig de bestemming ervan en/of het genot van door of vanwege het Recreatieschap Westfriesland verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is, naar omstandigheden beoordeeld, degene die met het schip de ligplaats inneemt, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor deze persoon optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 2 worden geheven naar:

    • a.

      de lengte van het vaartuig;

    • b.

      het aantal verblijfperiodes, artikel 1f

  • 2. In het bij de verordening behorende tarievenoverzicht is aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

Artikel 5 Belastingtarieven

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in het bij deze verordening behorende tarievenoverzicht.

  • 2. Voor de toepassing van de tarieven wordt een gedeelte van de eenheid van de maatstaf van heffing voor een volle eenheid gerekend.

  • 3. De lengte wordt door de heffingsambtenaar vastgesteld conform de in artikel 1e bepaalde begripsomschrijving.

Artikel 6 Vrijstellingen

De rechten als bedoeld in artikel 2 worden niet geheven ter zake van het innemen van een (passanten) ligplaats met:

  • a.

    een schip dat onderhoudswerkzaamheden aan percelen in beheer van het Recreatieschap uitoefent;

  • b.

    een schip dat, na afloop van de termijn waarvoor de rechten zijn voldaan, de wateren niet kan verlaten wegens stremming van het scheepvaartverkeer als gevolg van storm, ijsgang of andere weersomstandigheden, terwijl het verlaten van de wateren is voorgenomen en voor afloop van de termijn waarvoor de rechten zijn voldaan kenbaar is gemaakt aan de heffingsambtenaar, of daartoe gemandateerd persoon, een en ander ter beoordeling van deze;

  • c.

    een schip indien en voor zover uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst voor het innemen van een ligplaats aan het Recreatieschap Westfriesland gelden zijn verschuldigd.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 8 Belastingtijdvak

Met betrekking tot de rechten als bedoeld in artikel 2 en opgenomen in het bij deze verordening behorende tarievenoverzicht, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor een ligplaats wordt ingenomen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De 'havengelden' zijn verschuldigd op het moment dat het gebruik van de haven aanvangt, mits er ook sprake is van minimaal één verblijfsperiode.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten moeten worden betaald tegelijk met het doen van aangifte.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet, in geval van verzending van een aanslag, deze worden betaald in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 11 Kwijtschelding

Voor de haven- en liggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juni 2018.

  • 3. Deze verordening met bijbehorend tarievenoverzicht wordt aangehaald als “Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering van havengeld Haven Wijdenes 2018”.

Ondertekening

Aldus besloten door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 16 mei 2018.

Secretaris,

Astrid Huisman

voorzitter

Nico Slager

Bijlage Tarievenoverzicht 2018, behorende bij de Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering havengeld Haven Wijdenes 2018

De in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief verschuldigde omzetbelasting.

Het tarief als bedoeld in artikel 5 van de Verordening Recreatieschap Westfriesland op de heffing en invordering havengelden Haven Wijdenes 2018 bedraagt per verblijfsperiode € 1,- per strekkende meter van het schip.

Behoort bij besluit van het algemeen bestuur van 16 mei 2018