Verordening stimuleringsleningen stedelijke vernieuwing 2001

Geldend van 28-12-2005 t/m heden

Intitulé

VERORDENING STIMULERINGSLENINGEN STEDELIJKE VERNIEUWING ENKHUIZEN 2001

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    stedelijke vernieuwing: op stedelijk gebied gerichte inspanningen die strekken tot verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, bevordering van een duurzame ontwikkeling en verbetering van de woon-en milieukwaliteit, versterking van het economisch draagvlak, bevordering van de sociale samenhang, verbetering van de bereikbaarheid, verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte of anderszins tot structurele kwaliteitsverhoging van dat stedelijk gebied;

  • b.

    Stimuleringsfonds: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVN) te Hoevelaken;

  • c.

    subsidie: in deze verordening wordt onder subsidie verstaan de aanspraak op financiële middelen in de vorm van laagrentende stimuleringsleningen voor de in artikel 6, lid 1, genoemde categorieën van stedelijke vernieuwing;

  • d.

    revolverend fonds: het geheel van de fondsdelen waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar aanvullende overeenkomst met het Stimuleringsfonds, stimuleringsleningen kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • e.

    stimuleringslening: een laagrentende lening voor doeleinden zoals omschreven in deze verordening, die door het Stimuleringsfonds wordt verstrekt ten laste van het gemeentelijk revolverend fonds, een en ander op voordracht van de gemeente. Als stimuleringslening worden aangemerkt de volgende door het Stimuleringsfonds te verstrekken leningen: gemeentelijke stimuleringslening, Bouwfonds stimuleringslening 2000 en Bouwfonds Combinatielening;

  • f.

    marktrente: het gemiddelde rentepercentage dat het Stimuleringsfonds hanteert voor hypothecaire leningen met een rentevastperiode van 10 en 15 jaar, zoals dit geldt op het moment van het uitbrengen van de voorlopige toekenning van de stimuleringslening;

  • g.

    eigenaar: degene met het meest omvattende recht op een zaak. Onder eigenaar wordt mede verstaan:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • -

      de houder van een recht van opstal;

    • -

      de houder van een appartementsrecht;

    • -

      degene die een beperkt zakelijk recht (vruchtgebruik) heeft;

    • -

      degene die kan aantonen in de nabije toekomst hieraan te voldoen;

  • h.

    eigenaar-bewoner: de eigenaar die zelf in de eigen woning woont;

  • i.

    monumenten:

  • -

    panden die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, dan wel panden waaromtrent de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge artikel 3 van deze wet het voornemen tot plaatsing op de monumentenlijst heeft kenbaar gemaakt;

  • -

    panden die zijn opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • -

    panden die zijn opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de provinciale monumentenverordening van de provincie Noord-Holland;

  • j.

    woning: iedere woonruimte bestemd en in gebruik als zelfstandige permanente bewoning;

  • k.

    woonruimte: besloten ruimte met zelfstandige toegang, die al dan niet tezamen met één of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor zelfstandige bewoning door een huishouding;

  • l.

    schil of casco:

    • -

      de fundering;

    • -

      dragende muren, gevels, buitenkozijnen met ramen en deuren;

    • -

      balk-en vloerconstructies;

    • -

      dakconstructies, inclusief dakbedekkingen en dakkapellen;

    • -

      rook-en ventilatiekanalen;

    • -

      de riolering;

    • -

      de technische installaties

  • m.

    plan of werk: het totaal van de te treffen voorzieningen aan één van de in artikel 6, eerste lid, genoemde categorieën werken;

  • n.

    goedgekeurde kosten: de goedgekeurde subsidiabele kosten waarover een voorlopige stimuleringslening wordt toegekend.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1. De gemeenteraad van Enkhuizen heeft een revolverend fonds ingesteld waaruit laagrentende stimuleringsleningen kunnen worden toegekend voor de in artikel 6, eerste lid, genoemde categorieën van stedelijke vernieuwing.

  • 2. Het revolverend fonds is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds.

  • 3. De gemeenteraad kan besluiten extra middelen aan het revolverend fonds toe te voegen.

Artikel 3

Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst en de aanvullende deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Enkhuizen en het Stimuleringsfonds onverkort van toepassing.

Artikel 4

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de stedelijke vernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een stimuleringslening toe te kennen.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met financiële steun die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van stimuleringsleningen voorschriften verbinden.

Artikel 5

  • 1. Uit het revolverend fonds kunnen slechts leningen worden toegewezen tot maximaal het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen.

  • 2. Met inachtneming van artikel 22 worden alle aanvragen om steun op voet van deze verordening in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

  • 3. Aanvragen om steun welke in verband met het eerste lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.

  • 4. Vervallen.

  • 5. Vervallen.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de volgende werken:

    • a.

      leningaanvragen voor het opheffen van bouwtechnische gebreken aan de schil en het casco van bestaande particuliere eigen woningen door de eigenaar-bewoner (hoofdstuk 5);

    • b.

      leningaanvragen voor de realisering van woningen boven winkels en andere bedrijfsruimten (hoofdstuk 6);

    • c.

      leningaanvragen voor de restauratie van particuliere monumenten. De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar (hoofdstuk 7);

    • d.

      leningaanvragen voor de reconstructie van schuitenhuizen met een historisch karakter. De stimuleringslening wordt aangevraagd door de eigenaar (hoofdstuk 8).

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de categorieën, genoemd in het eerste lid, categorieën toe te voegen die betrekking hebben op stedelijke vernieuwing.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in afwijking van het eerste lid ook een stimuleringslening toe te kennen voor het treffen van voorzieningen aan gebouwen, niet zijnde een woning of een monument, indien daarmee de belangen van de stedelijke vernieuwing in voldoende mate zijn gediend.

  • 4. Deze verordening is niet van toepassing op de panden die behoren tot het rijksbuitenmuseum van het Zuiderzeemuseum en op overheidsgebouwen en gebouwen van publiekrechtelijke lichamen.

Artikel 7

  • 1. Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, kan slechts worden toegekend voor woningen die ouder zijn dan 30 jaar.

  • 2. Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 6, eerste lid 1, onder b, kan slechts worden toegekend voor panden in het kernwinkelgebied, waaronder voor deze verordening begrepen:

    • -

      Westerstraat tussen Prinsenstraat en Nieuwstraat;

    • -

      Vijzelstraat tussen Westerstraat en Wegje;

    • -

      hoek Van Bleiswijkstraat/Westerstraat, Zuiderkerkstraat, westzijde Zuiderkerksteeg, Torenstraat, oostzijde Venedie en Venedie vanaf nummer 10 tot de Melkmarkt, Melkmarkt.

  • 3. Een stimuleringslening als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, kan slechts worden toegekend voor schuitenhuizen gelegen in het beschermd stadsgezicht en uitsluitend voor de renovatie van bestaande schuitenhuizen of voor de reconstructie van schuitenhuizen die daar oorspronkelijk hebben gestaan.

Hoofdstuk 4 Stimuleringslening, toekenning en leningbedrag

Artikel 8

  • 1. Burgemeester en wethouders kennen geldelijke steun toe in de vorm van een stimuleringslening ter tegemoetkoming in de door hen vast te stellen kosten van voorzieningen voor de in artikel 6, lid 1, aangegeven categorieën van voorzieningen. Onder de kosten van voorzieningen als bedoeld in deze verordening wordt mede de financieringskosten verstaan.

  • 2. Een stimuleringslening wordt alleen toegekend voor plannen waarvan de goedgekeurde kosten van voorzieningen € 5.000 of meer zijn per aanvraag.

  • 3. Voor voorzieningen wordt geen stimuleringslening toegekend over dat deel waarvoor op grond van enige regeling al financiële steun is of wordt toegekend.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen de subsidiabele kosten voor de toekenning van een stimuleringslening vast.

  • 5. Burgemeester en wethouders leggen de voorlopige toekenning van de stimuleringslening vast in een toewijzingsbrief,waarin wordt vastgelegd:

    • -

      de goedgekeurde kosten;

    • -

      de maximale lening;

    • -

      de maximale looptijd;

    • -

      een vast rentepercentage voor de gemeentelijke stimuleringslening gedurende de gehele looptijd;

    • -

      toewijzingsnummer;

    • -

      de soort lening;

    • -

      of er wel of niet sprake is van een bouwkrediet;

    • -

      of er wel of niet sprake is van een advies van het bemiddelend orgaan;

    • -

      of er wel of niet sprake is van een hypotheek

  • 6. Van de toekenning van de voorlopige stimuleringlening doen burgemeester en wethouders melding bij het Stimuleringsfonds door middel van een afschrift van de toewijzingsbrief.

  • 7. Op basis van de toewijzingsbrief kan de aanvrager bij het Stimuleringsfonds een offerte aanvragen voor de stimuleringslening. De aanvrager ontvangt daartoe van de gemeente bij de toewijzingsbrief een aanvraagformulier voor de Stimuleringslening.

  • 8. De gemeente is bereid voor de door het Stimuleringsfonds te verstrekken Bouwfonds stimuleringslening 2000 of Bouwfonds Combinatielening een borgstelling af te geven. Voor financieringen groter dan € 10.000 is voor deze garantie een advies van het Bemiddelend Orgaan vereist.

  • 9. De stimuleringslening wordt vastgelegd in een onderhandse/notariële akte. Voor een stimuleringslening hoger dan € 10.000 is hypothecaire zekerheid vereist. Voor stimuleringsleningen gelijk of lager dan € 10.000 is geen hypothecaire zekerheid vereist, tenzij burgemeester en wethouders bepalen dat wel hypothecaire zekerheid vereist is.

  • 10. De voorlopig toegekende stimuleringslening wordt gestort in en bij het Stimuleringsfonds te openen bouwkrediet. Declaraties uit het bouwkrediet behoeven de goedkeuring van de gemeente. De eigen financiële middelen worden in het bouwkrediet gestort, tenzij anders is overeengekomen.

Artikel 9

  • 1. Voor verbetering van bestaande particuliere eigen woningen waarvan de goedgekeurde kosten minder dan € 15.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 15 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 2%.

  • 2. Voor verbetering van bestaande particuliere eigen woningen waarvan de goedgekeurde kosten € 15.000 of meer bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een maximum van € 75.000, een looptijd van 20 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 2%.

  • 3. Voor de realisering van woningen boven winkels en andere bedrijfsruimten waarvan de goedgekeurde kosten minder dan € 15.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 15 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 2%.

  • 4. Voor de realisering van woningen boven winkels en andere bedrijfsruimten waarvan de goedgekeurde kosten € 15.000 of meer bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een maximum van € 45.000, een looptijd van 20 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 2%.

  • 5. Voor de restauratie van particuliere gemeentelijke monumenten (rijksmonumenten voorzover de aanvraag voor 31 december 2005 is ingediend) waarvan de goedgekeurde kosten minder dan € 15.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 15 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%.

  • 6. Voor de restauratie van particuliere gemeentelijke monumenten (rijksmonumenten voorzover de aanvraag voor 31 december 2005 is ingediend) waarvan de goedgekeurde kosten € 15.000 of meer, maar minder dan € 50.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 20 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%.

  • 7. Voor de restauratie van particuliere gemeentelijke monumenten (rijksmonumenten voorzover deaanvraag voor 31 december 2005 is ingediend) waarvan de goedgekeurde kosten € 50.000 of meer bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een maximum van € 100.000, een looptijd van 30 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 1%.

  • 8. Voor de reconstructie van schuitenhuizen met een historisch karakter waarvan de goedgekeurde kosten minder dan € 10.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 10 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een minimumpercentage van 2%.

  • 9. Voor de reconstructie van schuitenhuizen met een historisch karakter waarvan de goedgekeurde kosten € 10.000 of meer bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een maximum van € 22.500, een looptijd van 15 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 2,5% beneden de marktrente met een inimumpercentage van 2%.

  • 10. In, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, uitzonderlijke gevallen kan een lager rentepercentage voor stimuleringsleningen van restauraties van rijksmonumenten worden toegekend.

Artikel 10

  • 1. 1 De stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende voorschriften:

    • a.

      binnen zes maanden na toekenning met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

    • b.

      de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaar na de toekenning;

    • c.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • d.

      toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

    • e.

      inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

    • f.

      de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

    • g.

      de gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

    • h.

      de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening, worden verstrekt;

    • i.

      de materialen die worden gebruikt bij de te treffen voorzieningen zoveel mogelijk voldoen aan de eisen en aanbevelingen zoals opgenomen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen. Voor monumenten kan hiervan ontheffing worden verleend als dit vanuit het belang van monumentenzorg noodzakelijk is;

    • j.

      bij het treffen van voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met de algehele bouwregelgeving;

    • k.

      indien er sprake is van een monument, het monument na het treffen van de voorzieningen uit een oogpunt van monumentenzorg aan redelijke eisen voldoet, dan wel een redelijke bijdrage levert aan het stadsgezicht;

    • l.

      het pand of object na oplevering deugdelijk wordt onderhouden;

    • m.

      Vervallen;

    • n.

      Vervallen;

    • o.

      niet eerder met een werk wordt begonnen dan nadat burgemeester en wethouders de bestaande situatie hebben beoordeeld, dan wel dat van burgemeester en wethouders toestemming is verkregen met het werk te beginnen vooruitlopend op de voorlopige toekenning van de stimuleringslening;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid, onder a, genoemde termijn toestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid, onder b, genoemde termijn toestaan waarbij de voorzieningen in fasen, doch uiterlijk binnen 4 jaren worden getroffen, mits in de eerste fase, zo nodig, ten minste de fundering wordt hersteld.

Artikel 11

  • 1. Een stimuleringslening wordt niet toegekend indien:

      • a.

        de kosten van de te treffen voorzieningen door een verzekeringsmaatschappij of anderszins zijn of worden gedekt;

      • b.

        het voorzieningen betreffen die niet als sober en doelmatig worden gezien;

      • c.

        het voorzieningen betreffen die niet in het belang van de stedelijke vernieuwing zijn;

      • d.

        de verbetering noodzakelijk is als gevolg van nalatig onderhoud. De bewijslast dat er geen sprake is van nalatig onderhoud ligt bij de aanvrager;

      • e.

        het pand of object in de 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege is verbeterd;

      • f.

        het pand of object na het treffen van de voorzieningen niet voldoet aan wettelijke eisen van constructieve veiligheid en stabiliteit;

      • g.

        Vervallen;

      • h.

        met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat burgemeester en wethouders de bestaande situatie hebben beoordeeld. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders hiervan afwijken;

      • i.

        het pand of object waaraan de voorzieningen worden getroffen bestemd is om binnen een periode van tien jaar te worden afgebroken;

      • j.

        het niet voldoende aannemelijk is dat het pand of object waaraan de voorzieningen worden getroffen na het treffen van de voorzieningen nog tenminste 10 jaar in stand zal blijven;

      • k.

        voor de te treffen voorzieningen een vrijstelling, bouwvergunning of monumentenvergunning vereist is en deze niet onherroepelijk is of zijn verleend.

Hoofdstuk 5 Verbetering van particuliere woningen

Artikel 12

Aan de eigenaar kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan de schil en het casco van een woning en de verbetering van de indeling van de woning. Hieronder wordt ook verstaan het treffen van voorzieningen in een bestaand pand, geen woning zijnde, met het doel dit pand voor bewoning geschikt te maken.

Artikel 13

Onder de kosten van de voorzieningen worden voorzover van toepassing en noodzakelijk in elk geval verstaan de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    het architectenhonorarium

  • b.

    het verrichten van een haalbaarheidsstudie

  • c.

    inspectie-of adviesrapport voor een monument, zoals bouwhistorisch onderzoek

  • d.

    grondonderzoek

  • e.

    adviezen van erkende deskundigen op het gebied van constructies, installaties of bouwfysica

  • f.

    overig technisch onderzoek

  • g.

    het verkrijgen van een bouwtechnisch garantiecertificaat

  • h.

    de aanbestedingskosten

  • i.

    de aanneemsom

  • j.

    de kosten van het dagelijks toezicht

  • k.

    de risicoverrekening van loon-en materiaalprijsstijgingen

  • l.

    de leges voor de bouwvergunning

  • m.

    precariorechten

  • n.

    de verschuldigde omzetbelasting, voorzover die door de eigenaar niet kan worden terugontvangen.

Artikel 14

Onder het treffen van voorzieningen vallen in ieder geval de volgende onderdelen:

a) het verbeteren van een fundering op staal, waaronder wordt verstaan:

  • -

    het ontgraven tot aan de fundering;

  • -

    het slopen van een verzakt gedeelte;

  • -

    het opmetselen en het aanhelen;

  • -

    het maken een beganegrond vloerconstructie, met inkassingen in de gevels;

b). het verbeteren van een fundering op palen, waaronder wordt verstaan:

  • -

    het ontgraven van de paalkop;

  • -

    het slaan of pulsen van nieuwe palen;

c). het herstel van gevels en dragende muren, waaronder wordt verstaan:

  • -

    het vervangen van halfsteens of steens metselwerk of spouwmuur of vergelijkbare dragende constructies;

  • -

    het, met de gevels, vervangen van kozijnen met vulling;

  • -

    het vervangen van lateien;

d). herstel van vloerconstructies, waaronder wordt verstaan:

  • -

    het slopen van plinten en verrotte vloerdelen;

  • -

    het slopen van verrotte balken of het waterpas stellen van bestaande balken;

  • -

    het aanbrengen van (nieuwe) balken of vloeren of vloerdelen;

  • -

    het vervangen van balkons;

  • -

    het vervangen, in samenhang met de vloer, van trappen;

e). herstel van kapconstructies, waaronder wordt verstaan:

  • -

    het repareren of het vernieuwen van de kapconstructie zoals, gordingen, muurplaten en spant(en) en in samenhang hiermee:

  • -

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van de dakbedekking;

  • -

    het afhalen en het aanbrengen (zo nodig vernieuwen) van panlatten, tengels en dakbeschot;

  • -

    het vernieuwen van goten;

  • -

    het vernieuwen van schoorstenen.

    • f.

      ) het maken van:

  • -

    een doucheruimte met basisinrichting;

  • -

    een ruimte om te koken met basisinrichting;

  • -

    verblijfsruimten of het veranderen daarvan.

Artikel 15

  • 1. De aanvraag om toekenning van een stimuleringslening wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. voorzover van belang wordt geacht door burgemeester en wethouders, bevat de aanvraag naast het aanvraagformulier:

    • -

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • -

      een gebrekenlijst;

    • -

      een werkomschrijving;

    • -

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van de woning (schaal 1:100);

    • -

      een eventuele lijst van eerder gesubsidieerde voorzieningen;

    • -

      een bewijs van eigendom;

    • -

      voorzover van toepassing een afschrift van de akte van splitsing;

    • -

      voorzover van toepassing een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappelijk zijn;

    • -

      alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3. Vervallen.

  • 4. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen acht weken na indiening van de aanvraag om de stimuleringsregeling of binnen acht weken na ontvangst van het laatste advies. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel: 16

  • 1. Als tijdens het treffen van voorzieningen, zich de noodzaak voordoet om van het vastgestelde plan af te wijken, behoeft die afwijking de voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Die toestemming wordt slechts verleend indien:

    • a.

      a. overtuigend is aangegeven dat de afwijking gewenst dan wel noodzakelijk is;

    • b.

      b. een gespecificeerde begroting van de kosten die verband houden met de afwijking is ingediend;

    • c.

      c. overigens door de afwijking geen strijd ontstaat met enige bepaling in deze verordening;

    • d.

      d. de kosten van het meerwerk niet leiden tot een niet-draagbare lastenverzwaring.

  • 3. De kosten van het meerwerk als gevolg van een planwijziging leiden niet automatisch tot het recht op meer geldelijke steun. Minderwerk kan binnen de kaders van deze verordening worden gecompenseerd met meerwerk.

Artikel 17

De voorlopige stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende voorschriften:

  • a.

    de eigenaar van het pand of object onderhoudt dat als een goed huisvader.

  • b.

    de aanwijzingen die voortvloeien uit de periodieke inspecties worden opgevolgd.

Hoofdstuk 6 Realiseren van woningen boven winkels en bedrijfsruimten

Artikel 18

Aan de eigenaar van de boven een winkel of ander bedrijfsgebouw gelegen ruimte kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van het realiseren van woonruimte boven winkels en andere bedrijfsgebouwen.

Artikel 19

Een stimuleringsregeling wordt niet toegekend voor:

  • a.

    woningen die op enigerlei wijze niet geschikt of bestemd zijn om gedurende het hele jaar door dezelfde persoon of personen te worden bewoond, zoals bijvoorbeeld recreatiewoningen;

  • b.

    noodwoningen;

  • c.

    panden die ingevolge een besluit van burgemeester en wethouders bestemd zijn om te worden gesloopt.

Artikel 20

De artikelen 13, 14, 15, 16 en 17 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 7: Restauratie van monumenten

Artikel 21

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument (rijksmonumenten voorzover de aanvraag voor 31 december 2005 is ingediend) kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van:

    • a.

      voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand;

    • b.

      overige voorzieningen, het normale onderhoud te bovengaand, die voor de instandhouding van het pand noodzakelijk zijn.

  • 2. In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende bijzondere gevallen, kan de voorlopige stimuleringslening op een hoger bedrag worden vastgesteld dan voortvloeit uit de toepassing van artikel 9, zevende lid;

  • 3. Een voorlopige stimuleringslening kan worden toegekend voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken, indien de voorzieningen in het belang van de instandhouding van het monument met spoed dienen te worden getroffen.

Artikel 22

Vervallen

Artikel 23

De artikelen 13, 14, 15, 16 en 17 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 8 Reconstructie van schuitenhuizen

Artikel 24

Aan de eigenaar van een schuitenhuis kan een voorlopige stimuleringslening worden toegekend voor de renovatie of reconstructie van een schuitenhuis naar het oorspronkelijk historisch ontwerp, of daarvan afgeleide gelijkwaardige vormen.

Artikel 25

De vaststelling van de goedgekeurde kosten geschiedt voorzover mogelijk op dezelfde wijze als voor de verbetering van bestaande particuliere eigen woningen. Voorzover van toepassing gelden de artikelen 13, 14, 15, 16 en 17 dienovereenkomstig.

Hoofdstuk 9 Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling

Artikel 26

  • 1. Vaststelling van de stimuleringslening c.q. afsluiting van het bouwkrediet vindt plaats nadat:

    • a)

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden gereed zijn gemeld;

    • b)

      de onder a bedoelde werkzaamheden door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c)

      de bij de gereedmelding behorende gegevens en bescheiden, genoemd in het tweede lid, zijn overgelegd en door burgemeester en wethouders gecontroleerd en akkoord zijn bevonden;

    • d)

      er is voldaan aan de opgelegde voorschriften;

    • e)

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde-en niet gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten.

  • 2. Deze gereedmelding bevat:

    • a)

      vervallen;

    • b)

      een kostenoverzicht;

    • c)

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt, dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 27

  • 1. Na uitvoering en gereedmelding van het plan stellen burgemeester en wethouders binnen acht weken na de dag waarop de gereedmelding is gedaan de definitieve stimuleringslening vast. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

    2) De hoogte van de vast te stellen stimuleringslening wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van de voorzieningen, of op basis van de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze lager zijn.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen de stimuleringslening vast met inachtneming van de goedgekeurde kosten van meer-en minderwerk.

  • 3. De vastgestelde stimuleringslening bedraagt niet meer dan het voorlopig toegekende leningsbedrag.

Artikel 28

  • 1. Voorzover uitbetaling nog niet heeft plaatsgevonden geschiedt uitbetaling binnen zes weken na verloop van de in artikel 27, eerste lid, genoemde termijn en wordt uitsluitend gedaan op een bij de gereedmelding door de eigenaar opgegeven giro-of bankrekening.

  • 2. Er wordt geen rente vergoed over te late betalingen.

  • 3. Als het definitieve leningsbedrag lager is dan het voorlopige, lost de leningnemer het verschil binnen 30 dagen na een schriftelijk verzoek daartoe af.

Hoofdstuk 10 Intrekken van de stimuleringslening

Artikel 29

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning of vaststelling van een stimuleringslening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften;

    • b.

      de stimuleringslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

    • c.

      er binnen zes maanden geen gebruik van is gemaakt.

  • 2. Burgemeester en wethouders trekken deze toewijzingsbrief in ieder geval in als de aanvrager meldt dat het werk niet door zal gaan.

  • 3. Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de al betaalde stimuleringslening geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de marktrente terugvorderen en de nog openstaande stimuleringslening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 4. De ontvanger van de stimuleringslening is verplicht om, onder het gestelde in dit artikel, binnen 30 dagen na de schriftelijke mededeling van de gemeente de stimuleringslening in zijn geheel af te lossen en het genoten rentevoordeel terug te betalen.

  • 5. In geval overtreding van de voorschriften in dit hoofdstuk de eigenaar verschoonbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 11 Aflossing van de stimuleringslening

Artikel 30

  • 1. Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst bepaalde.

  • 2. Extra aflossing op de stimuleringslening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3. Bij verkoop van de woning wordt het schuldrestant uit de verkoopopbrengst afgelost.

Hoofdstuk 12 Hardheidsclausule, slot-en overgangsbepalingen

Artikel 31

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 32

Vervallen.

Artikel 33

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 22 november 2001 en werkt terug tot en met 1 januari 2001.

  • 2. De Subsidieverordening Stadsvernieuwing Enkhuizen 1998, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 11 augustus 1997 vervalt op 22 november 2001.

  • 3. Aanvragen die zijn ingediend voordat de nieuwe verordening in werking trad, worden beoordeeld op basis van deze nieuwe verordening.

Artikel 34

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Stimuleringsleningen Stedelijke Vernieuwing Enkhuizen 2001.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 13 november 2001
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 6 december 2005 en werkt terug tot en met 1 januari 2005
(diverse uitvoeringsaanpassingen).