Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2021

Geldend van 19-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2021

De raad van de gemeente Enkhuizen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 17 november 2020, nummer

gelet op de artikelen 147 en 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet

besluit:

de Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2021 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder :

  • 1.

    (grof) bedrijfsafval: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen welke door aard, omvang of hoeveelheid, niet periodiek worden ingezameld.

  • 2.

    kantoor-, winkel- en dienstenafval (KWD-afval): Afvalstoffen uit de kantoren/winkels/ dienstensector, voor zover dit afval vergelijkbaar is met huishoudelijk afval.

  • 3.

    glasafval: verpakkingsglas- schoon glas: zonder kurken, doppen, deksels, kroonkurken en aardewerk.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Met dien verstande dat het belastbare feit beperkt blijft tot belastbare feiten die betrekking hebben tot of zich voordoen binnen het gebied gelegen in de binnenstad van Enkhuizen zoals aangegeven op de bij deze verordening gevoegde kaart.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden als volgt geheven:

    • 1.1

      Het recht bedraagt per belastingjaar voor het verwijderen van qua samenstelling met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval,

      • -

        Voor het aanbieden tot en met 4 vuilniszakken per week € 379,62 per jaar excl. BTW.

      • -

        Voor het aanbieden van 5 tot en met 9 vuilniszakken per week € 753,47 per jaar excl. BTW.

    • 1.2

      Als sprake is van bedrijfsactiviteiten waarbij aannemelijk is dat glasafval ontstaat, dient een afzonderlijke overeenkomst te bestaan met een inzamelaar voor het inzamelen van glasafval. In beginsel gaat de gemeente er van uit, mits het tegendeel wordt aangetoond, dat een bedoeld bedrijf glas stort in een gemeente container die primair is bedoeld voor glasafval van huishoudens. Deze bedrijven betalen aan reinigingsrecht additioneel € 125,80 excl. BTW per jaar.

    • 1.3

      Bedrijven die meer glas hebben dan wat een normaal huishouden gemiddeld heeft, mogen van deze mogelijkheid geen gebruik maken. Bijvoorbeeld een horecabedrijf, deze zijn gehouden een overeenkomst te hebben met een derde (private) partij voor de afvoer van glas.

    • 1.4

      Bedrijven die bedrijfsafval aanbieden dat niet met huishoudelijk afval vergelijkbaar is, mogen geen gebruik maken van de gemeentelijke inzamelingsdienst en zijn gehouden een overeenkomst te hebben met een derde (private) partij voor de afvoer van bedrijfsafval.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in artikel 4 worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld artikel 4 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen het aangewezen belastinggebied verhuist en ook vanuit het nieuwe adres bedrijfsafval aanbiedt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het tweede lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan in één termijn binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, ingeval voor de betaling van de aanslagen, aan de gemeente Enkhuizen een machtiging voor automatische incasso is verstrekt, worden de betalingen in tien termijnen automatisch afgeschreven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. Indien automatische incasso niet als hiervoor vermeld kan worden gerealiseerd, dient betaling overeenkomstig het eerst lid te geschieden.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 2.500,00 of méér bedraagt, moeten de aanslagen worden betaald overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Voor de heffing reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Reinigingsrechten 2020, laatstelijk gewijzigd per raadsbesluit van 17 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Reinigingsrechten 2021”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 15 december 2020.

De raad voornoemd,

de griffier,

H.C. Lankman

de voorzitter,

E.A. van Zuijlen

Gebied waarbinnen de verordening reinigingsrechten van tepassing is:

afbeelding binnen de regeling