Regeling vervallen per 01-01-2015

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enkhuizen;gelet op artikel 160, lid 1 onder C van de Gemeentewet;besluit vast te stellen de volgende:

Geldend van 21-04-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enkhuizen;gelet op artikel 160, lid 1 onder C van de Gemeentewet;besluit vast te stellen de volgende:

Regeling Ambtelijke Organisatie

Hoofdstuk 1: De structuur van het ambtelijk apparaat

Artikel 1: Algemeen

  • 1.1

    • Het ambtelijk apparaat van de gemeente Enkhuizen wordt ingedeeld in organisatorische eenheden. Deze organisatorische eenheden worden aangeduid met de algemene benaming Afdeling, Stafafdeling en Brandweer.

  • 1.2. Burgemeester en Wethouders en/ of de gemeentesecretaris kunnen besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen eenheden, ter voorbereiding en/of uitvoering van bijvoorbeeld beleid dat meerdere organisatorische eenheden aangaat. Het beheer van zo'n verband (project) kan worden opgedragen aan een Projectmanager. Tot het instellen van een verband/ project wordt niet besloten dan nadat de gemeentesecretaris hiermee heeft ingestemd en na afstemming met het Managementteam.

Artikel 2: Organisatiestructuur

  • 2.1 Het ambtelijk apparaat van de gemeente Enkhuizen is, afgezien van de griffie en de Brandweer, ingedeeld in de volgende eenheden:

    De afdelingen, te weten:

    • -

      concernstaf

    • -

      afdeling facilitair

    • -

      afdeling stedelijke ontwikkeling (SO)

    • -

      afdeling stedelijk beheer (SB)

    • -

      afdeling samenleving

    • -

      afdeling dienstverlening

      Stafafdeling BMO:

    De plaats van deze organisatorische eenheden in de ambtelijke organisatie wordt aangegeven in een als bijlage bij deze regeling gevoegd organogram.

  • 2.4 De organisatie, het beheer en de taken van de gemeentelijke brandweer, alsmede de benoeming en verantwoordelijkheden van de brandweercommandant zijn neergelegd in het “Handboek Brandweer 2010”.

Artikel 3: Algemeen en dagelijks beheer

  • 3.1 Onder de verantwoordelijkheid van het college berust het dagelijkse beheer van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, bij de gemeentesecretaris. Hij/ zij treedt op als algemeen directeur. Hij/ zij kan uit eigen beweging aanwijzingen geven aan de afdelingshoofden en medewerkers en, na overleg met het college, aanwijzingen geven om de kwaliteit van het gemeentelijk beleid en de samenhang van het gemeentelijk beleid te verzekeren.

  • 3.2 Onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris berust het dagelijks beheer van de afdelingen bij de afdelingshoofden.

  • 3.3 Het dagelijks beheer van de Stafafdeling BMO berust bij de gemeentesecretaris. .

  • 3.4 Hoofdstuk 2 van deze regeling is van toepassing.

Artikel 4: Mandaat

  • 4.1 Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

  • 4.2 Burgemeester en Wethouders hebben hun besluiten tot het verlenen van mandaat in een verzamelbesluit (mandaatstatuut) verwerkt, dat voor een ieder inzichtelijk en beschikbaar is.

Artikel 5: Organisatiestructuur wijzigen

  • 5.1 Op basis van de vastgestelde doelstellingen en taakopdrachten kunnen Burgemeester en Wethouders, op voorstel van de gemeentesecretaris en/of een afdelingshoofd, de hoofdstructuur van iedere organisatorische eenheid zoals neergelegd in artikel 2 nader vaststellen.

  • 5.2 Artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden is van toepassing.

Hoofdstuk 2: Instructie Gemeentesecretaris

Als bedoeld in artikel 103, lid 2 van de Gemeentewet

Artikel 6: Ondersteuning college

  • 6.1 De gemeentesecretaris draagt onverminderd de verantwoordelijkheid van de burgemeester de zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het college.

  • 6.2 De gemeentesecretaris draagt er desgevraagd en uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het college over alle informatie kunnen beschikken die zij behoeven om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

  • 6.3 De gemeentesecretaris draagt zorg voor een tijdige en gedegen advisering aan het college. Zo nodig adviseert de secretaris het college bij het nemen van beslissingen.

  • 6.4 De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van de voorbereiding van de besluitvorming.

  • 6.5 De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een tijdige en correcte uitvoering van de beslissingen van het college.

  • 6.6 De gemeentesecretaris draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, het vastleggen van de beslissingen van het college in een besluitenlijst en het openbaar maken van de besluitenlijst van het college. Hij/ zij wordt hierbij ondersteund door de adjunct-secretaris.

  • 6.7 Ten aanzien van de in dit artikel omschreven taken kunnen Burgemeester en Wethouders nadere regels stellen.

Artikel 7: Ondersteuning commissies

  • 7.1 Tenzij bij afzonderlijke regeling anders is bepaald, is artikel 6 van overeenkomstige toepassing met betrekking tot door het college ingestelde adviescommissies.

Artikel 8: Aansturing ambtelijk apparaat

  • 8.1 1 Ten aanzien van de ambtelijke organisatie, met uitzondering van de griffie, heeft de gemeentesecretaris de eindverantwoordelijkheid voor:

    • 1.

      integrale beleidsvoorbereiding;

    • 2.

      de uitvoering van het vastgestelde beleid;

    • 3.

      de tijdige implementatie van nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving.

  • 8.2 De Burgemeester houdt jaarlijks een beoordelingsgesprek met de gemeentesecretaris.

Artikel 9: Informatieplicht

  • 9.1 De gemeentesecretaris draagt er zorg voor dat de afdelingshoofden tijdig op de hoogte worden gesteld van alle door de raad en het college genomen besluiten waaraan financiële consequenties voor hun eenheid zijn verbonden.

Artikel 10: Ambtelijke ondersteuning

  • 10. 1 Voor zover de gemeentesecretaris bij de uitvoering van de taken op grond van paragraaf 7 t/m 9 behoefte heeft aan ambtelijke bijstand, kan in overleg met het managementteam capaciteit beschikbaar gemaakt worden.

  • 10. 2 De gemeentesecretaris heeft het recht bij alle aan Burgemeester en Wethouders ondergeschikte ambtenaren, zowel individueel als per organisatorische eenheid, de inlichtingen in te winnen die voor een goede vervulling van zijn/ haar taak nodig zijn.

  • 10. 3 Burgemeester en Wethouders kunnen over het in dit artikel bepaalde nadere regels stellen.

Hoofdstuk 3: Werkwijze van het ambtelijk apparaat

Artikel 11: Managementteam

  • 11.1

    • 1 Ter bewaking van eenheid in de uitoefening van de aan het ambtelijke apparaat opgedragen taken voert de gemeentesecretaris met de afdelingshoofden regelmatig gezamenlijk overleg. Dit overleg wordt aangeduid met de benaming “managementteam”.

  • 11. 2 Het overleg met de Brandweercommandant vindt ad hoc plaats c.q. de Brandweercommandant neemt op onderwerpen deel als agendalid aan het gezamenlijke overleg.

  • 11. 3 De adjunct-secretaris en projectmanager nemen op onderwerp deel als agendalid aan het gezamenlijk overleg.

  • 11. 4 De gemeentesecretaris is voorzitter van het managementteam.

  • 11. 5 De voorzitter van het managementteam kan in incidentele gevallen (naar aanleiding van de agenda) functionarissen aanwijzen die tevens aan het overleg deelnemen.

  • 11. 6 De in het eerste lid bedoelde leden van het managementteam worden in geval van afwezigheid wegens verlof of ziekte vervangen door één van hun afdelingshoofdencollegae. In geval van afwezigheid van de voorzitter treedt de loco secretaris als voorzitter op.

  • 11. 7 Als secretaris van het managementteam treedt een door de gemeentesecretaris aangewezen ambtenaar op.

Artikel 12: Projectmatig werken

  • 12. 1 Het college is vanuit haar wettelijke taak de opdrachtgever voor projecten die door de organisatie worden uitgevoerd.

  • 12. 2 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vloeien direct uit de Gemeentewet voort (duaal bestuur).

  • 12. 3 Eén van de leden van het college wordt aangewezen als gedelegeerd (bestuurlijk) opdrachtgever. Op basis van collegiale verantwoordelijkheid stemt hij zijn rol als gedelegeerd opdrachtgever af met de overige betrokken collegeleden / portefeuillehouders.

  • 12. 4 Projectopdrachten worden vastgelegd in een bestuursopdracht.

  • 12. 5 De opdrachtnemer / ambtelijk opdrachtgever draagt zorg voor de opstelling van de bestuursopdracht. De gedelegeerde (bestuurlijk) opdrachtgever wordt bij de opstellingen van de bestuursopdracht betrokken en draagt hiervoor directe bestuurlijke verantwoordelijkheid.

  • 12. 6 De bestuursopdracht bevat in ieder geval:

    • v

      De aanwijzing van de gedelegeerde opdrachtgever

    • v

      De aanwijzing van de opdrachtnemer/ambtelijk opdrachtgever en de betrokken afdelingen

    • v

      De aanleiding of probleemstelling

    • v

      De doelstellingen en beoogde effecten

    • v

      Het beoogde projectresultaat

    • v

      De kader en randvoorwaarden met de uitgangspunten voor inzet van middelen (geld, tijd en menskracht), doorlooptijd, fasering, informatievoorziening en communicatie.

  • 12. 7 De gemeentesecretaris is opdrachtnemer en tevens ambtelijk opdrachtgever aan de projectleider.

Artikel 13: Bestuursopdrachten

  • 13. 1 Burgemeester en Wethouders kunnen een kader aangeven voor de inbreng van het ambtelijke apparaat bij het ontwikkelen van beleid. Dit kader wordt aangeduid met de benaming "bestuursopdracht". Burgemeester en Wethouders stellen nadere regels vast waaraan de inhoud van bestuursopdrachten moet voldoen.

  • 13. 2 Elke zaak wordt primair voorbereid en uitgevoerd door het organisatieonderdeel tot wiens taakgebied de desbetreffende zaak behoort, tenzij in een bestuursopdracht anders wordt bepaald.

Artikel 14: Financieel management

  • 14. 1 De Financiële Verordening gemeente Enkhuizen 2009 is van toepassing.

  • 14. 2 Burgemeester en Wethouders geven ten aanzien van de in het vorige lid bedoelde verordening nadere regels door middel van een uitvoeringsbesluit en instructies voor functionarissen belast met financiële zaken.

Artikel 15: Bewaking rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid

  • 15. 1 De gemeentesecretaris en de afdelingshoofden/brandweercommandant dragen verantwoordelijkheid voor de toets van de bij Burgemeester en Wethouders ingediende beleidsvoorstellen:

    • a.

      de rechtmatigheid;

    • b.

      de juistheid en de volledigheid van de gegeven informatie, onder andere met het oog op handhaving van de vastgestelde begrotingsdiscipline;

    • c.

      de doelmatigheid;

    • d.

      de juistheid van de gevolgde en te volgen procedure;

  • 15. 2 Deze toetsing vindt in elk geval plaats aan de hand van de verordening en de besluiten als bedoeld in artikel 14.

Hoofdstuk 4: Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 16: Aanvullende regels

  • 16. 1 Voor zover dit nodig is, kunnen door Burgemeester en Wethouders voor bepaalde aangewezen organisatorische eenheden of delen daarvan afwijkende en/of aanvullende regels worden vastgesteld.

Artikel 17: Vaststellen en ingangsdatum

  • 17. 1 Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 17. 2 Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Ambtelijke Organisatie".

  • 17. 3 De Regeling Ambtelijke Organisatie zoals vastgesteld door het College op 8 februari 2005, wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Ondertekening

Enkhuizen,
Burgemeester en wethouders van Enkhuizen,
De secretaris, de burgemeester,

Bijlage: Organigram