Regeling vervallen per 20-07-2018

Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies

Geldend van 24-02-2005 t/m 19-07-2018

Intitulé

Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

artikel 1: begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

commissie de stedelijke commissie dan wel een stadsdeelcommissie;

raad de raad van de gemeente Enschede; fractie een politieke groepering in de raad;

presidium het presidium van de raad als bedoeld in artikel 4 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad;

agendacommissie de commissie als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

Hoofdstuk II Taken

artikel 2: taken van de commissies

  • 1 De stedelijke commissie adviseert en overlegt over onderwerpen waarover de raad bevoegd is te oordelen, voor zover ze niet specifiek betrekking hebben op één stadsdeel.

  • 2 Een stadsdeelcommissie adviseert en overlegt over onderwerpen waarover de raad bevoegd is te oordelen, die specifiek betrekking hebben op het betreffende stadsdeel.

  • 3 De commissie is ter uitvoering van haar taak belast met de volgende werkzaamheden:

    • a

      de voorbereiding van de besluitvorming van de raad over de onderwerpen op het werkterrein van de commissie en het daarover adviseren aan de raad;

    • b

      het in dat kader voeren van overleg met het college van burgemeester en wethouders dan wel één of meer leden daarvan;

    • c

      andere werkzaamheden die door de raad in het kader van zijn volksvertegenwoordigende, kaderstellende dan wel controlerende functie aan de commissie worden opgedragen.

artikel 3: bevoegdheden van de commissies

  • 1 Een commissie kan uit eigen beweging advies uitbrengen aan de raad over onderwerpen die op haar werkterrein liggen.

  • 2 Een commissie of haar voorzitter kan externe deskundigen en/of betrokkenen uitnodigen om onderwerpen die op het werkterrein van de commissie liggen toe te lichten binnen de voor dit onderwerp ter beschikking staande tijd.

Hoofdstuk III Samenstelling van de commissies

artikel 4: samenstelling van de stedelijke commissie

  • 1 In de stedelijke commissie hebben de fracties die in de raad meer dan tien zetels bezetten drie zetels, de fracties die in de raad zes tot en met tien zetels bezetten twee zetels en de overige fracties één zetel.

  • 2 De stedelijke commissie kent geen vaste samenstelling. De feitelijke bezetting van de zetels in de stedelijke commissie wordt overgelaten aan de fracties en kan per vergadering en zonodig per agenda-onderdeel wisselen.

  • 3 Fracties, die op grond van de verkiezingsuitslag met één lid in de raad zijn vertegenwoordigd, kunnen hun zetel in de stedelijke commissie bij verhindering van het betreffende raadslid ook bezetten door één van de twee daartoe vooraf bij naam aan te wijzen personen, die voorkomen op de kandidatenlijst voor de laatste raadsverkiezingen en die voldoen aan de eisen voor benoeming tot lid van de raad.

  • 4 Fracties, die op grond van de verkiezingsuitslag met twee leden in de raad zijn vertegenwoordigd, kunnen hun zetel in de stedelijke commissie bij verhindering van beide raadsleden ook bezetten door een daartoe vooraf bij naam aan te wijzen persoon, die voorkomt op de kandidatenlijst voor de laatste raadsverkiezingen en die voldoet aan de eisen voor benoeming tot lid van de raad.

  • 5 De in het derde en vierde lid bedoelde personen hebben voor wat betreft hun deelname aan de vergaderingen van de stedelijke commissie dezelfde rechten en plichten als een raadslid.

artikel 5: samenstelling van de stadsdeelcommissies

  • 1 De stadsdeelcommissies bestaan uit drie leden van de fracties die in de raad meer dan tien zetels bezetten, twee leden van de fracties die in de raad zes tot en met tien zetels bezetten en één lid van elk van de overige fracties.

  • 2 De leden van de stadsdeelcommissies worden door de raad benoemd op voordracht van de fracties.

  • 3 Fracties die met één lid in de raad zijn vertegenwoordigd kunnen voor benoeming in de stadsdeelcommissies behalve het raadslid ook één van beide personen voordragen, bedoeld in artikel 4, derde lid.

  • 4 Fracties die met twee leden in de raad vertegenwoordigd zijn kunnen voor benoeming in de stadsdeelcommissies behalve één van beide raadsleden ook de persoon voordragen, bedoeld in artikel 4, vierde lid.

  • 5 De in het derde en vierde lid bedoelde personen hebben voor wat betreft hun deelname aan de vergaderingen van de stadsdeelcommissies dezelfde rechten en plichten als een raadslid.

  • 6 Een lid van een stadsdeelcommissie kan zich laten vervangen door een ander lid van zijn fractie dan wel door een vooraf aangewezen persoon als bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid.

  • 7 De leden van de stadsdeelcommissies worden benoemd voor de zittingsduur van de raad; in vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien door benoeming van een nieuw lid.

Hoofdstuk IV Voorzitterschap, agenda-overleg en secretariaat

artikel 6: voorzitterschap stedelijke commissie

  • 1 Het voorzitterschap van de stedelijke commissie wordt bij toerbeurt vervuld door drie leden van de raad.

  • 2 De plaatsvervangend voorzitter van de raad is eerste voorzitter van de stedelijke commissie. De tweede en derde voorzitter worden door de raad benoemd.

  • 3 De eerste voorzitter zit in voorkomend geval een overleg van de voorzitters voor en is voor het presidium en de griffie het eerste aanspreekpunt met betrekking tot de vergaderingen van de stedelijke commissie.

  • 4 Het daadwerkelijke voorzitterschap van de stedelijke commissie wordt door middel van inroostering verdeeld over de drie voorzitters; in geval van verhindering zorgen de voorzitters in onderling overleg voor vervanging.

  • 5 De fungerend voorzitter heeft tijdens de vergadering van de stedelijke commissie geen stemrecht.

  • 6 De fungerend voorzitter kan tijdens de vergadering het voorzitterschap tijdelijk overdragen aan één van de andere voorzitters indien hij bij een bepaald onderwerp aan de beraadslagingen wil deelnemen. Daarbij wordt het bepaalde in artikel 4, eerste en tweede lid, in acht genomen.

artikel 7: voorzitterschap stadsdeelcommissies

1De raad benoemt uit zijn midden voor elke stadsdeelcommissie een voorzitter.

2 Elke stadsdeelcommissie benoemt een lid van de raad als plaatsvervangend voorzitter.

3 De voorzitter is geen lid van de stadsdeelcommissie.

artikel 8: taken voorzitter

De voorzitter van een commissie is belast met:

  • a

    het leiden van de vergadering;

  • b

    het handhaven van de orde;

  • c

    het doen naleven van deze verordening en de overige regelingen voor de commissies;

  • d

    hetgeen deze verordening of de overige regelingen voor de commissies hem verder opdragen.

artikel 9: agendering

  • 1 De drie voorzitters van de stedelijke commissie vormen samen de agendacommissie. De agendacommissie heeft voorafgaande aan een vergadering van de stedelijke commissie agenda-overleg op een daartoe door de drie voorzitters te bepalen moment.

  • 2 Onverlet de bevoegdheid van de raad en de commissies om zelf hun agenda vast te stellen, wordt in het agenda-overleg bepaald welke onderwerpen behandeling in een commissie behoeven en welke rechtstreeks voor een vergadering van de raad kunnen worden geagendeerd.

  • 3 Wanneer een onderwerp in een commissie moet worden behandeld wordt tevens bepaald voor welke commissie het zal worden geagendeerd.

  • 4 Een onderwerp wordt slechts in één commissie behandeld.

  • 5 De griffier dan wel een door hem aangewezen griffiemedewerker woont het agenda-overleg bij en draagt zorg voor uitvoering van de agendering conform de afspraken in het overleg.

artikel 10: secretariaat

  • 1 Het secretariaat van de commissies wordt vervuld door daartoe door de griffier aan te wijzen medewerkers van de griffie.

  • 2 De griffier draagt zorg voor vervanging wanneer de aangewezen secretaris verhinderd is.

  • 3 De secretaris is geen lid van de commissie.

Hoofdstuk V Werkwijze

artikel 11: reglement van orde

  • 1 De werkwijze van de stedelijke commissie wordt vastgelegd in een reglement van orde dat als bijlage 1 onderdeel uitmaakt van deze regeling.

  • 2 De werkwijze van de stadsdeelcommissies wordt vastgelegd in een reglement van orde dat als bijlage 2 onderdeel uitmaakt van deze regeling.

  • 3 In het reglement van orde worden in ieder geval de volgende onderwerpen geregeld:

    • a

      oproep en agenda;

    • b

      openbaarheid vergaderingen en vergaderstukken;

    • c

      besluitvorming;

    • d

      deelname aan de beraadslagingen;

    • e

      orde van de vergadering;

    • f

      betrokkenheid burgers.

Hoofdstuk VI Overige bepalingen

artikel 12: gevallen waarin de verordening niet voorziet

In de gevallen waarin deze verordening, met inbegrip van de bijlagen, niet voorziet of voor meerdere uitleg vatbaar is beslist c.q. beslissen:

  • a

    voor zover het de werkwijze van een stadsdeelcommissie betreft: de voorzitter van de stadsdeelcommissie;

  • b

    voor zover het de werkwijze van de stedelijke commissie betreft: de drie voorzitters van de stedelijke commissie of in spoedeisend geval de fungerend voorzitter;

  • c

    voor zover het de bevoegdheden van de commissies betreft: de raad of in spoedeisend geval de betrokken commissie. In laatstbedoeld geval wordt het besluit van de commissie als voorlopige voorziening aangemerkt en bij de eerstvolgende gelegenheid ter bekrachtiging aan de raad voorgelegd.

artikel 13: inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze bekend is gemaakt.

  • 2

    Tegelijkertijd vervalt de Verordening op de Stedelijke commissie en de Stadsdeelcommissies, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 januari 2005 en gewijzigd bij raadsbesluit van 10 april 2006.

BIJLAGE 1 REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE STEDELIJKE COMMISSIE

Hoofdstuk I: Vergaderingen en agenda

artikel 1: vergaderrooster

  • 1

    De commissie vergadert in beginsel eenmaal per twee weken op maandagavond. In beginsel vangen de vergaderingen om 19.00 uur aan en eindigen niet later dan 22.30 uur.

  • 2

    Tijdig voor de aanvang van elk zittingsjaar stelt het presidium het vergaderrooster voor de commissie voor dat jaar vast.

  • 3

    De commissie kan buiten het vastgestelde rooster ook vergaderen op voorstel van de eerste voorzitter dan wel op verzoek van tenminste twee fracties die samen tenminste vier zetels in de commissie bezetten.

artikel 2: oproep

  • 1

    De oproep voor een vergadering wordt uiterlijk zes dagen voor de vergadering door de griffier verzonden. De oproep bevat dag, tijdstip en plaats, alsmede de conceptagenda voor de vergadering.

  • 2

    Met de oproep worden in kopie meegezonden de stukken die aan een agendapunt ten grondslag liggen, voor zover ze van belang zijn voor een goed begrip van het onderwerp. Dit geldt niet voor stukken waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd. Dergelijke stukken blijven berusten bij de griffier, die de leden van de raad, met inbegrip van de personen bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van de Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies, op hun verzoek inzage verleent.

  • 3

    De oproep en bijbehorende stukken worden zowel digitaal als op papier aan alle raadsleden gezonden, met inbegrip van de personen bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van de Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies.

artikel 3: agenda

  • 1

    De agenda voor de vergaderingen van de commissie wordt in concept opgesteld door de agendacommissie, overeenkomstig het bepaalde in in artikel 9 van de Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies.

  • 2

    In de conceptagenda worden ookde onderwerpen opgenomen die door één of meer raadsleden voor agendering bij de griffie zijn aangemeld; aanmelding dient uiterlijk plaats te vinden op de laatste werkdag voorafgaande aan het agenda-overleg waarin de conceptagenda wordt opgesteld.

  • 3

    De agenda bevat in ieder geval een punt “rondvraag”, bedoeld voor het stellen van korte vragen met betrekking tot actuele zaken. Raadsleden kunnen onderwerpen voor de rondvraag tot uiterlijk 10.00 uur op de dag van de van de vergadering bij de griffie aanmelden. De rondvraag wordt zoveel mogelijk aan het begin van de vergadering geagendeerd.

  • 4

    De voorzitter kan weigeren om onderwerpen voor de rondvraag toe te laten op grond van dezelfde redenen als genoemd in artikel 39, derde lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

  • 5

    In de agenda wordt per agendapunt de tijdsduur aangegeven die voor behandeling van het onderwerp wordt uitgetrokken. De voorzitter is bevoegd om onderwerpen die binnen de gestelde tijd niet afgehandeld zijn, door te schuiven naar de agenda van de eerstvolgende stedelijke commissie.

artikel 4: terinzagelegging voor raadsleden

  • 1

    Alle vergaderstukken worden, zoveel mogelijk in originele versie, vanaf het moment van verzending tot aan het begin van de vergadering in de leeskamer van de raad ter inzage gelegd, met uitzondering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd.

  • 2

    De ter inzage liggende stukken mogen in geen geval uit de leeskamer worden meegenomen.

Hoofdstuk II: Openbaarheid vergaderingen en vergaderstukken; betrokkenheid burgers

artikel 5: openbaarheid

  • 1

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2

    Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken wanneer de commissie op voorstel van de voorzitter of één der leden besluit dat een vergadering of een deel daarvan besloten zal zijn. De beraadslaging daarover vindt achter gesloten deuren plaats.

  • 3

    In geval van een besloten vergadering beslist de commissie over de aanwezigheid van andere personen dan de leden van de commissie, de voorzitter en de secretaris. Aan het eind van een besloten vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het besprokene en de eventuele betrokken stukken.

artikel 6: aankondiging vergaderingen

  • 1

    Dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door:

    • a

      terinzagelegging van de vergaderstukken bij de publieksbalie in het stadskantoor;

    • b

      aankondiging op de gemeentelijke internetsite, waarbij tevens de digitaal beschikbare vergaderstukken worden geplaatst;

    • c

      een advertentie in het plaatselijke dag- of huis-aan-huisblad, waarbij wordt vermeld waar en wanneer de vergaderstukken ter inzage liggen.

  • 2

    Bij de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid wordt gewezen op de mogelijkheid van spreekrecht, als bedoeld in artikel 8.

artikel 7: publiek en pers; geluid- en beeldregistratie

  • 1

    De vergaderingen van de commissie, voor zover niet van besloten karakter, kunnen worden bijgewoond door publiek en pers op voor hen bestemde plaatsen in de vergaderruimte. Bij verwachte grote publieke belangstelling wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van audiovisuele apparatuur om publiek in de gelegenheid te stellen de vergadering buiten de vergaderruimte te volgen.

  • 2

    Degene die in de vergaderruimte tijdens de vergadering geluid- of beeldregistraties wil maken dient dit voor aanvang van de vergadering te melden aan de voorzitter en zich naar zijn aanwijzingen te gedragen.

artikel 8: spreekrecht burgers

  • 1

    Ter vergadering aanwezige burgers kunnen het woord voeren over geagendeerde onderwerpen wanneer zij zich daartoe uiterlijk om 10.00 uur op de dag van de vergadering hebben aangemeld bij de griffie.

  • 2

    Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan de lengte van de spreektijd beperken in verband met het aantal sprekers of het tijdschema van de vergadering. De voorzitter kan sprekers onderbreken wanneer hij constateert dat eenzelfde onderwerp door één of meer andere sprekers al voldoende aan de orde is gesteld. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een langere spreektijd dan vijf minuten toestaan indien het tijdschema van de vergadering dat toelaat.

  • 3

    Het woord kan niet worden gevoerd over:

    • a

      een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c

      een gedraging waarover op grond van de Algemene wet bestuursrecht een klacht kan of kon worden ingediend.

    • d

      een onderwerp dat naar oordeel van de voorzitter reeds voldoende in een voorgaande vergadering van de raad of één van zijn commissies aan de orde is geweest.

Hoofdstuk III Werkwijze, vergaderorde en besluitvorming

artikel 9: aanwezigheid burgemeester, wethouders, gemeentesecretaris en niet-gemeentelijke deskundigen

  • 1

    De voorzitter nodigt de leden van het college uit om in de vergadering van de commissie aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen voor zover die betrekking hebben op hun portefeuille.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan de commissie op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten dat een lid van het college niet aan de beraadslagingen over een agendapunt mag deelnemen.

  • 3

    De commissie kan het college van burgemeester en wethouders verzoeken de gemeentesecretaris of andere ambtelijke medewerkers in de vergadering aanwezig te laten zijn en te laten deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 4

    Op voorstel van de voorzitter of één der leden kan de commissie besluiten om niet in dienst van de gemeente zijnde deskundigen dan wel anderszins bij een agendapunt betrokkenen uit te nodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

artikel 10: verslaglegging

Van de vergadering van de commissie wordt door de secretaris een besluitenlijst gemaakt die in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de commissie wordt voorgelegd.

artikel 11: spreektermijnen en spreektijd

  • 1

    Bij elk agendapunt krijgen eerst de burgers die om spreekrecht hebben verzocht het woord en vervolgens de commissieleden en de eventuele overige deelnemers aan de beraadslaging.

  • 2

    Er is per geagendeerd onderwerp slechts één woordvoerder per fractie.

  • 3

    De beraadslaging over een agendapunt geschiedt in ten hoogste twee termijnen. Elke termijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4

    De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers.

  • 5

    Indien het vergaderschema dat vereist kan de commissie op voorstel van de voorzitter besluiten een maximale spreektijd per spreker te hanteren.

  • 6

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden onderbroken behalve door:

    • a

      een lid van de commissie bij interruptie, wanneer de voorzitter de interruptie toelaat;

    • b

      de voorzitter om de spreker aan de vergaderregels te herinneren dan wel hem tot de orde te roepen.

artikel 12: voorstel van orde

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3

    Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

artikel 13: schorsing

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen voorstellen de vergadering voor een bepaalde tijd te schorsen om gelegenheid te scheppen voor nader beraad dan wel om praktische redenen.

  • 2

    Over een voorstel tot schorsing beslist de commissie terstond.

artikel 14: handhaving orde tijdens de vergadering

  • 1

    De voorzitter is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering.

  • 2

    De voorzitter kan daartoe bij verstoring van de orde:

    • a

      leden van de commissie of andere aanwezigen een waarschuwing geven;

    • b

      leden van de commissie of andere sprekers het woord ontnemen;

    • c

      leden van de commissie of andere aanwezigen uit de vergadering laten verwijderen;

    • d

      bij herhaalde ordeverstoring leden van de commissie of andere personen de toegang tot de vergaderingen van de commissie gedurende een bepaalde periode ontzeggen;

    • e

      de vergadering schorsen;

    • f

      bij herhaalde ordeverstoring de vergadering sluiten.

  • 3

    In de vergaderzaal is tijdens de vergadering het gebruik alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk op de orde van de vergadering kunnen maken niet toegestaan, tenzij de voorzitter daarvoor in bijzondere gevallen toestemming verleent.

artikel 15: besluitvorming en stemming

  • 1

    Na behandeling van een agendapunt sluit de voorzitter het onderwerp af en doet daarbij zonodig een voorstel inzake de verdere afhandeling van het onderwerp.

  • 2

    De commissie kan slechts besluiten nemen wanneer meer dan de helft van het aantal zetels bezet is.

  • 3

    Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 4

    Bij staking van stemmen beslist het lot indien het benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen betreft. In alle andere gevallen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

BIJLAGE 2 REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE STADSDEELCOMMISSIES

Hoofdstuk I: Vergaderingen en agenda

artikel 1: vergaderrooster

  • 1

    De stadsdeelcommissies vergaderen in beginsel eenmaal per vijf weken op dinsdagavond. In beginsel vangen de vergaderingen om 19.30 uur aan en eindigen niet later dan 22.30 uur.

  • 2

    Tijdig voor de aanvang van elk zittingsjaar stelt het presidium het vergaderrooster voor de stadsdeelcommissies voor dat jaar vast.

  • 3

    Een stadsdeelcommissie kan buiten het vastgestelde rooster ook vergaderen op voorstel van de voorzitter dan wel op verzoek van tenminste twee raadsfracties die samen tenminste vier zetels in de commissie bezetten.

artikel 2: oproep

  • 1

    De oproep voor een vergadering wordt uiterlijk zes dagen voor de vergadering door de griffier verzonden. De oproep bevat dag, tijdstip en plaats, alsmede de conceptagenda voor de vergadering.

  • 2

    Met de oproep worden in kopie meegezonden de stukken die aan een agendapunt ten grondslag liggen, voor zover ze van belang zijn voor een goed begrip van het onderwerp. Dit geldt niet voor stukken waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd. Dergelijke stukken blijven onder berusting van de griffier, die de leden van de raad, met inbegrip van de personen bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van de Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies, op hun verzoek inzage verleent.

  • 3

    De oproep en bijbehorende stukken worden zowel digitaal als op papier aan alle leden van de betreffende stadsdeelcommissie gezonden.

artikel 3: agenda

  • 1

    De agenda voor de vergaderingen van een stadsdeelcommissie wordt in concept opgesteld door de voorzitter van de commissie, rekening houdend met de uitkomsten van het agenda-overleg als bedoeld in artikel 9 van de Verordening op de Stedelijke commissie en de Stadsdeelcommissies.

  • 2

    In de conceptagenda worden ook de onderwerpen opgenomen die door één of meer commissieleden voor agendering bij de griffie zijn aangemeld; aanmelding dient uiterlijk acht dagen vóór de vergaderdatum van de stadsdeelcommissie plaats te vinden.

  • 3

    De agenda bevat in ieder geval een punt “rondvraag”, bedoeld voor het stellen van korte vragen of met betrekking tot actuele zaken. Commissieleden kunnen onderwerpen voor de rondvraag tot uiterlijk 10.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffie aanmelden. De rondvraag wordt zoveel mogelijk aan het begin van de vergadering geagendeerd.

  • 4

    De voorzitter kan weigeren om onderwerpen voor de rondvraag toe te laten op grond van dezelfde redenen als genoemd in artikel 39, derde lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

  • 5

    In de agenda wordt per agendapunt de tijdsduur aangegeven die voor behandeling van het onderwerp wordt uitgetrokken. De voorzitter is bevoegd om onderwerpen die binnen de gestelde tijd niet afgehandeld zijn, door te schuiven naar de agenda van de eerstvolgende stadsdeelcommissie.

  • 6

    De agenda kan desgewenst een informeel gedeelte bevatten, waarop de bepalingen van dit reglement slechts van toepassing zijn indien en voor zover de commissie daartoe besluit.

artikel 4: terinzagelegging voor raadsleden

  • 1

    Alle vergaderstukken worden, zoveel mogelijk in originele versie, vanaf het moment van verzending tot aan het begin van de vergadering in de leeskamer van de raad ter inzage gelegd, met uitzondering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd.

  • 2

    De ter inzage liggende stukken mogen in geen geval uit de leeskamer worden meegenomen.

Hoofdstuk II: Openbaarheid vergaderingen en vergaderstukken; betrokkenheid burgers

artikel 5: openbaarheid

  • 1

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2

    Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken wanneer de commissie op voorstel van de voorzitter of één der leden besluit dat een vergadering of een deel daarvan besloten zal zijn. De beraadslaging daarover vindt achter gesloten deuren plaats.

  • 3

    In geval van een besloten vergadering beslist de commissie over de aanwezigheid van andere personen dan de leden van de commissie, de voorzitter en de secretaris. Aan het eind van een besloten vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het besprokene en de eventuele betrokken stukken.

artikel 6: aankondiging vergaderingen

Dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door:

  • terinzagelegging van de vergaderstukken bij de publieksbalie in het stadskantoor en in het betreffende stadsdeelkantoor c.q. servicecentrum;

  • aankondiging op de gemeentelijke internetsite, waarbij tevens de digitaal beschikbare vergaderstukken worden geplaatst;

  • een advertentie in het plaatselijke dag- of huis-aan-huisblad, waarbij wordt vermeld waar en wanneer de vergaderstukken ter inzage liggen.

Bij de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid wordt gewezen op de mogelijkheid van spreekrecht, als bedoeld in artikel 8.

artikel 7: publiek en pers; geluid- en beeldregistratie

De vergaderingen van de stadsdeelcommissies, voor zover niet van besloten karakter, kunnen worden bijgewoond door publiek en pers op voor hen bestemde plaatsen in de vergaderruimte. Bij verwachte grote publieke belangstelling wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van audiovisuele apparatuur om publiek in de gelegenheid te stellen de vergadering buiten de vergaderruimte te volgen.

Degene die in de vergaderruimte tijdens de vergadering geluid- of beeldregistraties wil maken dient dit voor aanvang van de vergadering te melden aan de voorzitter en zich naar zijn aanwijzingen te gedragen.

artikel 8: spreekrecht burgers

Ter vergadering aanwezige burgers kunnen het woord voeren wanneer zij zich daartoe uiterlijk om 10.00 uur op de dag van de vergadering hebben aangemeld bij de griffie, onder opgave van het onderwerp waarover zij willen spreken. Op het toelaten van aangemelde onderwerpen is het bepaalde in artikel 3, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan de lengte van de spreektijd beperken in verband met het aantal sprekers of het tijdschema van de vergadering. De voorzitter kan sprekers onderbreken wanneer hij constateert dat eenzelfde onderwerp door één of meer andere sprekers al voldoende aan de orde is gesteld. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een langere spreektijd dan vijf minuten toestaan indien het tijdschema van de vergadering dat toelaat.

Het woord kan niet worden gevoerd over:

  • a.

    een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

  • b.

    benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

  • c.

    een gedraging waarover op grond van de Algemene wet bestuursrecht een klacht kan of kon worden ingediend;

  • d.

    een onderwerp dat naar oordeel van de voorzitter reeds voldoende in een voorgaande vergadering van de raad of één van zijn commissies aan de orde is geweest.

Burgers die het woord willen voeren over niet-geagendeerde onderwerpen krijgen daarvoor de gelegenheid bij het agendapunt “rondvraag”. Burgers die over geagendeerde onderwerpen willen spreken krijgen daarvoor de gelegenheid bij het betreffende agendapunt.

Wanneer een burger het woord voert over een niet-geagendeerd onderwerp wordt de commissie in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

Hoofdstuk III Werkwijze, vergaderorde en besluitvorming

artikel 9: aanwezigheid burgemeester, wethouders, gemeentesecretaris en niet-gemeentelijke deskundigen

De voorzitter nodigt het collegelid dat portefeuillehouder is voor het betrokken stadsdeel uit om de vergaderingen van de stadsdeelcommissie bij te wonen en deel te nemen aan de beraadslagingen. De portefeuillehouder kan zich daarin laten bijstaan door de betrokken stadsdeelmanager.

De voorzitter zendt de agenda voor de vergaderingen van de stadsdeelcommissie ter kennisneming aan de overige leden van het college; zij kunnen desgewenst in de vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslagingen deelnemen voorzover die betrekking hebben op hun portefeuille.

In afwijking van het eerste en het tweede lid kan de commissie op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten dat een lid van het college niet aan de beraadslagingen over een agendapunt mag deelnemen.

De commissie kan het college van burgemeester en wethouders verzoeken de gemeentesecretaris of andere ambtelijke medewerkers in de vergadering aanwezig te laten zijn en te laten deelnemen aan de beraadslagingen.

Op voorstel van de voorzitter of één der leden kan de commissie besluiten om niet in dienst van de gemeente zijnde deskundigen dan wel anderszins bij een agendapunt betrokkenen uit te nodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

artikel 10: verslaglegging

Van de vergadering van de commissie wordt door de secretaris een besluitenlijst gemaakt die in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aan de commissie wordt voorgelegd.

artikel 11: spreektermijnen en spreektijd

  • 1

    Bij elk agendapunt krijgen eerst de burgers die om spreekrecht hebben verzocht het woord en vervolgens de commissieleden en de eventuele overige deelnemers aan de beraadslaging.

  • 2

    Alle leden van de raad kunnen aan de beraadslagingen in de commissie deelnemen met dien verstande dat per fractie slechts één lid het woord kan voeren bij een agendapunt.

  • 3

    Er is per geagendeerd onderwerp slechts één woordvoerder per fractie.

  • 4

    De beraadslaging over een agendapunt geschiedt in ten hoogste twee termijnen. Elke termijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 5

    De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers.

  • 6

    Indien het vergaderschema dat vereist kan de commissie op voorstel van de voorzitter besluiten een maximale spreektijd per spreker te hanteren.

  • 7

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden onderbroken behalve door:

    • a

      een lid van de commissie bij interruptie, wanneer de voorzitter de interruptie toelaat;

    • b

      de voorzitter om de spreker aan de vergaderregels te herinneren dan wel hem tot de orde te roepen.

artikel 12: voorstel van orde

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3

    Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.

artikel 13: schorsing

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen voorstellen de vergadering voor een bepaalde tijd te schorsen om gelegenheid te scheppen voor nader beraad dan wel om praktische redenen.

  • 2

    Over een voorstel tot schorsing beslist de commissie terstond.

artikel 14: handhaving orde tijdens de vergadering

  • 1

    De voorzitter is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering.

  • 2

    De voorzitter kan daartoe bij verstoring van de orde:

    • a

      leden van de commissie of andere aanwezigen een waarschuwing geven;

    • b

      leden van de commissie of andere sprekers het woord ontnemen;

    • c

      leden van de commissie of andere aanwezigen uit de vergadering laten verwijderen;

    • d

      bij herhaalde ordeverstoring leden van de commissie of andere personen de toegang tot de vergaderingen van de commissie gedurende een bepaalde periode ontzeggen;

    • e

      de vergadering schorsen;

    • f

      bij herhaalde ordeverstoring de vergadering sluiten.

  • 3

    In de vergaderzaal is tijdens de vergadering het gebruik alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk op de orde van de vergadering kunnen maken niet toegestaan, tenzij de voorzitter daarvoor in bijzondere gevallen toestemming verleent.

artikel 15: besluitvorming en stemming

  • 1

    Na behandeling van een agendapunt sluit de voorzitter het onderwerp af en doet daarbij zonodig een voorstel inzake de verdere afhandeling van het onderwerp.

  • 2

    De commissie kan slechts besluiten nemen wanneer meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 3

    Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 4

    Bij staking van stemmen beslist het lot indien het benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen betreft. In alle andere gevallen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.