Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie ten behoeve van het vaststellen van waardebeschikkingen op grond van de Wet WOZ en aanslagen

Geldend van 30-12-2011 t/m 31-12-2013

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie ten behoeve van het vaststellen van waardebeschikkingen op grond van de Wet WOZ en aanslagen

De Directeur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, aangewezen als heffingsambtenaar van de gemeenten Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo en Losser,

gelet op het bepaalde in:

  • ·

    Artikel 24 Wet WOZ;

  • ·

    Artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 3 van de Verordening rioolheffing van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 3 en 4 van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 2 van de Verordening hondenbelasting van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 3 van de Verordening toeristenbelasting van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 3 van de Verordeningen baatbelasting drukriolering van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 2 van de Verordening forensenbelasting van bovengenoemde gemeenten;

  • ·

    Artikel 4 van de Verordening BIZ-bijdrage van bovengenoemde gemeenten.

besluit

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie ten behoeve van het vaststellen van waardebeschikkingen op grond van de Wet WOZ en aanslagen op grond van bovengenoemde Verordeningen.

A. Inleiding

In sommige gevallen brengen wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende- zaak, perceel, eigendom of hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen.

In deze gevallen hanteert het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is mede gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

B. Voorkeursvolgorde genothebbbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht

1 Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen en gemeentelijke belastingen die worden bekend gemaakt aan c.q. geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht (hierna: genothebbende) wordt, indien er met betrekking tot een onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de WOZ-beschikking en aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. de gerechtigde krachtens recht van gebruik en

bewoning;

1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder-

of bovengrondse leidingen heeft;

1.1.3 de erfpachter;

  • 1.

    2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

  • 1.

    3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen

de bezitter.

2 Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen gemeentelijke belastingen die worden bekend gemaakt aan c.q. geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 indien er binnen één categorie genothebbende personen zijn die volgens de

beschikbare gegevens in de gemeente waarop de belasting betrekking heeft, wonen of gevestigd zijn:

2.1.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

2.1.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.1.5 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.1.6 degene die bij het Gemeentelijk Belastingkantoor als genothebbende of

gebruiker bekend is.

2.2indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de

beschikbare gegevens in de gemeente waarop de belasting betrekking heeft wonen of

gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in

Nederland wonen of gevestigd zijn:

    • 2.2.1

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 2.2.2

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • 2.2.3

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • 2.2.4

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • 2.2.5

      degene die bij het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • 2.3

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn.

      • 2.3.1

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

      • 2.3.2

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.3.3

        een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 2.3.4

        bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 2.3.5

        degene die bij het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente als genothebbende of gebruiker bekend is;

C. Voorkeursvolgorde belastingplicht krachtens gebruik en in de toeristenbelasting en

forensenbelasting

3 Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen en aanslagen gemeentelijke belastingen die worden bekend gemaakt aan c.q. geheven worden van gebruikers, houders of belastingplichtigen in de toeristenbelasting of forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 3.1

    degene die, al dan niet op grond van deze beleidsregels, ook als genothebbende

    krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is/wordt aangewezen, indien deze tevens

    een gebruiker is;

  • 3.2

    degene die achttien jaar of ouder is en volgens de gemeentelijke basisadministratie

    bevolking het langst staat ingeschreven; bij gelijke inschrijving in de gemeentelijke

    basisadministratie de oudste bewoner in leeftijd;

  • 3.3

    een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

  • 3.4

    degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt of reeds bekend is.

D. Voorkeursvolgorde belastingplicht krachtens feitelijk gebruik of houderschap

4 Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers en de hondenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 4.1

    degene die, al dan niet op grond van deze beleidsregels, ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is/wordt aangewezen, indien deze tevens een feitelijk gebruiker is;

  • 4.2

    degene die achttien jaar of ouder is en volgens de gemeentelijke basisadministratie bevolking het langst staat ingeschreven; bij gelijke inschrijving: degene die in leeftijd de oudste bewoner van het belastingobject is c.q. degene die in leeftijd de oudste bewoner van het object is waar de hond wordt gehouden;

  • 4.3

    degene die de nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft c.q. degene die de nutsvoorzieningen van het object waar de hond wordt gehouden op naam heeft;

  • 4.4

    degene die de huur van het hele belastingobject betaalt c.q. degene die de huur van het hele object waar de hond wordt gehouden betaalt;

  • 4.5

    degene die het langst in het belastingobject woont c.q. degene die het langst in het object waar de hond wordt gehouden woont;

  • 4.6

    degene die het belastingobject het langst gebruikt c.q. degene die het object waar de hond wordt gehouden het langst gebruikt;

  • 4.7

    degene die het grootste deel van het belastingobject gebruikt c.q. degene die het grootste deel van het object waar de hond wordt gehouden gebruikt;

  • 4.8

    degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

E. Vereniging op één aanslagbiljet

5 Indien en voor zover WOZ-waardebeschikkingen en aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

  • 5.

    1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

  • 5.

    2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

  • 5.

    3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

F. Uitzonderingen op de voorkeursvolgorde

6 De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

  • 6.

    1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande

    belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

  • 6.

    2 bij het Gemeentelijk Belastingkantoor of de gemeente welke belasting het betreft

    bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op

    zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie

    dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

G. Overige bepalingen

  • 1.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 3.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 4.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Het besluit tot het vaststellen van de “Beleidsregels van het GBT voor het aanwijzen van een belanghebbende en een belastingplichtige 2011“ van 3 januari 2011 van de Directeur Gemeentelijk Belastingkantoor Twente komt hiermee te vervallen, met dien verstande dat deze wel van toepassing blijft op eerdere aanwijzingen en aanslagopleggingen.

  • 6.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels van het GBT voor het aanwijzen van een belanghebbende en een belastingplichtige 2012“.

Vastgesteld op 15 december 2011,

De Directeur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente,

J.H.M. Beimer.