Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregel eenmalige uitkering 2012 - 2014 (taxi en auto)

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregel eenmalige uitkering 2012 - 2014 (taxi en auto)

beleidsregels vast te stellen inzake het verstrekken van een eenmalige aan WMO en AWBZ gehandicapten die een aangepaste auto hebben, of een taxi- of autokostenvergoeding ontvangen,

vast te stellen de

BELEIDSREGELS EENMALIGE UITKERING 2012-2014 voor WMO en AWBZ gehandicapten die een aangepaste auto hebben, of een taxi- of autokostenvergoeding ontvangen.

1 Recht op uitkering

Aan gehandicapten, die over beperkte financiële middelen beschikken, wordt eenmalig een uitkering van € 250,-- toegekend. Deze eenmalige uitkering is bestemd ter voorziening in extra (vervoers)kosten in de jaren 2012-2014 als gevolg van deelname aan maatschappelijke, culturele of sportactiviteiten.

1.1 Doelgroep

Voor de toepassing van deze regeling worden gerekend personen vanaf 21 jaar, die voldoen aan de middelentoets als vermeld in par. 2.5 én:

  • -

    WMO en AWBZ geïndiceerd zijn; en

  • -

    zelfstandig, of in een daarmee vergelijkbare situatie, wonen; en

  • -

    een handicap hebben die pathologisch van aard is (dat wil zeggen: een handicap die het gevolg is van ziekte en of trauma en niet is ontstaan als gevolg van 'normale' slijtage door ouderdom); en

  • -

    een aangepaste auto hebben, of een taxi- of autokostenvergoeding ontvangen.

1.2 Geen recht op een eenmalige uitkering hebben:

  • -

    personen die op 1 januari van het jaar van aanvraag niet in Enschede woonachtig zijn;

  • -

    personen zonder wettelijke verblijfsstatus;

  • -

    gehandicapten die in tehuizen ter verpleging of verzorging zijn opgenomen en vallen onder de AWBZ, dan wel in bejaardentehuizen zijn opgenomen; een uitzondering geldt voor de zelfstandig wonende bewoners van 21 jaar of ouder van het Geert de Leeuwhuis;

  • -

    personen die een eenmalige uitkering zwaar lichamelijk gehandicapten ontvangen;

  • -

    personen met een collectief vervoerpas (taxipas).

2 Uitvoeringsvoorschriften

2.1 Algemeen

Voor de toepassing van deze regeling wordt voor zover de uitvoeringsvoorschriften van deze regeling daarin niet voorzien aansluiting gezocht bij de bepalingen van de WWB.

2.2 Peildatum

Als peildatum voor de vaststelling van het recht op de eenmalige uitkering geldt 1 januari van het jaar van aanvraag.

2.3 Aanvraag

Personen die WMO en AWBZ geïndiceerd zijn, een aangepaste auto hebben, of een taxi of autokostenvergoeding ontvangen, wordt een verkort aanvraagformulier toegezonden. Voor overige rechthebbenden wordt gebruik gemaakt van een speciaal daartoe ontworpen aanvraagformulier. Via belangenorganisaties en intermediaire instanties en de media zal deze doelgroep actief worden benaderd en een aanvraag op verzoek worden toegezonden.

Cliënten dienen te tekenen voor de juistheid van de verstrekte gegevens.

2.4 Indiening aanvraag

Uiterste termijn indiening aanvraag: jaarlijks voor 1 oktober . Aanvragen, die nadien worden ingeleverd, worden niet meer in behandeling genomen. Als de aanvraag niet volledig is ingevuld, resp. niet voorzien is van een handtekening van aanvrager, resp. gevraagde bewijsstukken niet zijn ingeleverd, wordt de aanvraag (na een aan betrokkene geboden hersteltermijn) niet in behandeling genomen.

2.5 Middelentoets

Voor de middelentoets geldt: 110 procent van de bijstandsnorm. Voor de vermogenstoets wordt aangesloten bij de regels van de WWB.

2.6 Tijdstip uitbetaling

De eenmalige uitkering wordt uitbetaald uiterlijk binnen 8 weken na het indienen van de aanvraag.

2.7 Beoordeling in de zin van de regeling

Het merendeel van de doelgroep is reeds vanuit de WMO en AWBZ bekend. Zonodig wordt voor de indicatiestelling nader onderzoek verricht, c.q. vindt onderzoek via huisbezoek plaats door een medewerker van het bureau individuele voorzieningen.

2.8 Beschikking

Alle aanvragers worden per beschikking geïnformeerd omtrent de beslissing op hun aanvraag.

2.9 Bezwaar en beroep

Op deze regeling is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

2.10 Terugvordering

Terugvordering vindt plaats op grond van het burgerlijk recht, indien de aanvrager onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt.

2.11 Toetsing rechtmatigheid

Voor een verantwoorde uitvoering van deze regeling vindt toezicht op de rechtmatigheid plaats: in alle gevallen vóóraf door het verifiëren van de persoonsgegevens van de gemeentelijke basisadministratie en toepassing van de zogenaamde middelentoets

2.12 Voorliggende voorziening

De eenmalige uitkering geldt niet als voorliggende voorziening t.o.v. de WWB.

2.13 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regels niet voorzien, beslissen Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van individueel bepaalde bijzondere omstandigheden afwijken van deze regels indien onverkorte toepassing ervan naar hun oordeel leidt tot onbedoelde of ongewenste effecten.

2.14 Geldigheid

Deze beleidsregels gelden van de dag na bekendmaking tot en met 31 december 2014.

Vastgesteld op januari 2012.

Burgemeester en wethouders,

namens dezen,

de directeur van het programma Economie en Werk,

G.J.I. Kokhuis