Regeling vervallen per 31-12-2016

Preventie en handhavingsplan 2014-2016

Geldend van 30-10-2014 t/m 30-12-2016

Intitulé

Preventie en handhavingsplan 2014-2016

Preventie en handhavingsplan 2014-2016

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

  • Op 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) gewijzigd. Nadien is ook nog artikel 43a toegevoegd , waarmee de gemeenteraad verplicht wordt om in 2014 een preventie- en handhavingsplan (hierna: plan) op te stellen. Met het vaststellen van dit plan wordt aan deze verplichting voldaan.

    Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, vooral onder jongeren, en de handhaving van de wet. Daarnaast dient in het plan te worden aangegeven wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol, welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, vooral onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s, de wijze waarop het

    handhavingsbeleid wordt uitgevoerd, welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen en welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

    Voor een groot deel is in het door de raad in februari 2014 vastgestelde Drank- en horecabeleid en de DHW- verordening Enschede al bepaald wat de kaders en doelstellingen van het beleid zijn en op welke wijze invulling wordt gegeven aan het preventie- en handhavingsbeleid. Daarmee is voor een groot deel al voldaan aan de eisen die aan het plan worden gesteld.

1.2 leeswijzer

  • In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de aanleiding van dit plan. In hoofdstuk 2 wordt weergegeven welk beleid al gevoerd en wat de beleidskaders zijn. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op (de doelstellingen van) het preventieplan. Hoofdstuk 4 gaat in op toezicht en handhaving en bevat een risicoanalyse van alcoholverstrekkers, en de doelstellingen en inzet van toezichts- en handhavingsinstrumenten. In hoofdstuk 5 wordt ten slotte kort ingegaan op de wijze waarop het beleid wordt geëvalueerd.

Hoofdstuk 2 Analyse huidige situatie

2.1 vernieuwde Drank- en horecawet

  • Op 1 januari 2013 is de ‘nieuwe’ Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden.

    Aanleiding voor de wijziging van deze wet is dat we steeds meer weten over de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder met name jongeren. Daarnaast zorgt alcoholgebruik vaak voor overlast in de openbare ruimte en bij het overgrote deel van de geweldsdelicten en vernielingen in het uitgaansleven is alcohol in het spel. Met de wijzigingen wil de wetgever het alcoholgebruik onder jongeren terugdringen en alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde aanpakken.

    Het onderwerp raakt diverse beleidsterreinen en vraagt om een integrale aanpak. Dit betekent dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten worden ingezet bij de aanpak van dealcoholproblematiek. Het is van belang dat er op verschillende gebieden interventies worden gepleegd, zowel in de handhaving als de preventie. Op deze manier moeten de negatieve effecten van alcoholgebruik zoveel mogelijk worden teruggedrongen.

    De wijziging van de Drank- en Horecawet heeft gevolgen voor de gemeente.

    Een belangrijk element van de wetswijziging is de uitbreiding van de bevoegdheden van de gemeente. De raad stelt de Drank- en horecaverordening (DHV) vast en de burgemeester krijgt de bevoegdheid om toezicht te houden op de naleving van de wet en sancties op te leggen indien de wet niet wordt nageleefd.

    Ook nieuw is een landelijk verbod voor jongeren tot 18 jaar om alcohol aanwezig of voor consumptie gereed te hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Daarnaast is iedere gemeente verplicht om een verordening Paracommercie vast te stellen waarin beperkingen aan de schenktijden en de alcoholverstrekking tijdens privé bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden wordt geregeld. De grondslag van dit verbod is het voorkomen van oneerlijke mededinging.

    De doelen van het kabinet om met de mogelijkheden die de nieuwe Drank- en Horecawet de gemeente biedt het alcoholgebruik onder jongeren en de alcohol gerelateerde overlast in de openbare ruimte aan te pakken, zijn niet nieuw. Onder het oude regime van de wet werd al ingezet op deze doelen. Het Drank- en horecabeleid 2014 voor de gemeente Enschede is zoals hiervoor al vermeld reeds vastgesteld door de raad, daarom worden hieronder alleen de belangrijkste beleidskeuzes besproken.

    Naast de landelijke regelgeving zijn in de Algemene plaatselijke verordening (APV) een aantal zaken geregeld die zien op het tegengaan van overmatig alcoholgebruik en daaraan gerelateerde overlast.

    Zo zijn op grond van de APV gebieden aangewezen waar het verboden is alcohol te gebruiken en zijn daarin de sluitingstijden voor horecabedrijven geregeld.

2.2 Drank- en horecabeleid Enschede 2014

  • In februari 2014 heeft de gemeenteraad het Drank- en horecabeleid Enschede 2014 vastgesteld. In dit beleid zijn voor een groot deel al de kaders aangegeven waarmee invulling aan zowel het alcoholpreventiebeleid als het toezicht- en handhavingsbeleid wordt gegeven. Voor een groot deel kan dus worden volstaan met het verwijzen naar dit beleid. Het voorliggende preventie- en alcoholplan kan dan ook worden gezien als aanvulling op de reeds vastgelegde beleidskaders en geeft daar verdere invulling aan.

    Voor de totstandkoming van het drank- en horecabeleid zijn diverse betrokkenen benaderd, o.a. de horeca- en supermarktbranche, Koninklijke Horeca Nederland, de Vereniging Horeca Stad Enschede, de Federatie van Enschedese Voetbalverenigingen, de Sportadviesraad, en studentenverenigingen en Koninklijke Grolsch. Het accent heeft gelegen op de mate waarin de betrokken partners in staat en bereid zijn middels zelfregulering de doelstellingen van de wet en het gemeentelijk beleid te realiseren, en het daarop afstemmen van het toezichts- en handhavingsbeleid. De basis voor dit beleid is dus High Trust, High Penalty.

    Het college blijft met deze partners in overleg om enerzijds te bewaken of de beleidsdoelstellingen voldoende worden nagestreefd en anderzijds om daar waar naar nodig het beleid bij te stellen.

    Financiën

    Het Rijk heeft voor de nieuwe taken en bevoegdheden geen middelen beschikbaar gesteld.

    Gezien de gemeente brede financiële situatie en de daarmee gepaard gaande krimp in formatie heeft de gemeenteraad bepaald dat de geraamde kosten te worden opgevangen door herprioritering van de bestaande toezichts- en handhavingstaken. Dit betekent dat de taken binnen de bestaande formatie worden ingepast. Ook voor het preventiebeleid zijn geen (extra) middelen vrijgemaakt. Het uitgangspunt van het drank- en horecabeleid is dan ook geweest zoveel mogelijk aan te sluiten bij het voorheen al geldende beleid en dat beleid te continueren. Onder andere door het voor omschreven principe van High Trust, High Penalty toe te passen wordt dat gerealiseerd.

2.3 Drank- en horecaverordening Enschede 2014

  • De DHW verplicht de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen om oneerlijke concurrentie van para commerciële instellingen met de reguliere horeca tegen te gaan. Daarnaast heeft de DHW een aantal extra bevoegdheden in de DHW opgenomen die de gemeenteraad kan hanteren bij de uitvoering van de DHW.

    In februari 2014 heeft de gemeenteraad de Drank- en horecaverordening vastgesteld:

    Paracommercie

    Het voorheen al geldende schenktijdenbeleid voor paracommerciële instellingen wordt onder het nieuwe beleid voortgezet.

    Daarnaast is in de verordening een verbod opgenomen tot het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Deze beperkingen werden voorheen al als voorschrift aan de vergunning opgelegd en hebben tot doel om oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca tegen te gaan.

    Happy Hours

    In het horecaconvenant “Veilig Uitgaan” is tussen gemeente, politie, justitie en horecaondernemers (VHSE onder andere opgenomen dat de horeca geen happy hours of “piekuren” organiseert en verplicht men zich tot een correcte naleving van de DHW. Deze afspraken worden door vrijwel alle betrokkenen goed nageleefd, waardoor het neerleggen van een verbod op het houden van happy hours in de Drank- en horecaverordening niet in de verordening is opgenomen.

    Toelatingsleeftijd

    Er zijn geen branches en/ of gebieden aanwijzen waarvoor een toelatingsleeftijd geldt.

    Supermarkten/ slijterijen

    Geen verbod prijsacties supermarkten. Het effect van een dergelijk verbod wordt gering geacht.

2.4 Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2013-2016

  • De gemeenteraad heeft in 2013 de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2013-2016 ‘Vitale coalities’ vastgesteld. De wet Publieke Gezondheid verplicht de raad dat om de vier jaar te doen. In deze nota heeft de raad de lokale doestellingen van het gezondheidsbeleid, de acties en de te wensen resultaten vastgelegd. Ook hier geldt dat de financiële kaders beperkt zijn en er geen ruimte is voor nieuw beleid.

    In artikel 43a van de DHW is bepaald dat het preventie- en handhavingsplan, na de eerste vaststelling, vervolgens elke vier jaar gelijktijdig met lokale nota Gezondheidsbeleid dient te worden vastgelegd. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd. Dit betekent dat het plan uiterlijk in 2016 en samen met de nota Lokaal Gezondheidsbeleid moet zijn vastgesteld.

    In de geactualiseerde Nota lokaal gezondheidsbeleid is gekozen voor een meer integrale benadering van gezondheid door de verbinding te maken met andere beleidsterreinen zoals zorg, jeugd en sport. De decentralisatieopgaven zijn daarin echter leidend. De inmiddels opgestarte samenwerking en afstemming met huisartsen, die noodzakelijk is voor de transitie jeugdzorg, biedt meer mogelijkheden voor gerichte selectieve preventie bij kinderen in gezinnen waar alcoholproblematiek speelt. In het traject “Transitie jeugdzorg” wordt het beleid t.a.v. preventie GGZ, alcohol- en middelengebruik en jeugdveiligheid meegenomen, waarbij de prioriteit bij selectieve preventie en het voorkomen van de inzet van zware zorg ligt. . Ook zal het nieuwe JGZ-contactmoment voor 14+, dat per schooljaar 2013/2014 verplicht wordt, worden ingezet voor vroegsignalering en alcoholpreventiedoelstellingen.

2.5 Integraal Veiligheidsplan 2013-2016

  • In 2013 is het Integraal Veiligheidsplan opnieuw vastgesteld. Binnen het veiligheidsveld Bedrijvigheid en veiligheid is invoering en handhaving van de DHW als speerpunt benoemd, evenals de aanpak van (alcohol gerelateerde)jeugdoverlast.

2.6 Handhavingsstrategie Drank- en horecawet

  • In de in februari 2014 vastgestelde Handhavingsstrategie DHW heeft de Burgemeester vastgelegd op welke wijze hij optreedt tegen. Per overtreding is aangegeven welke sanctie toegepast, waarbij een categorie-indeling van 1 tot 3 is gemaakt, oplopend van lichte naar zware overtredingen. De hoogte van op te leggen boetes wordt bepaald door het landelijke geldende Besluit Bestuurlijke Boete Drank – en horecawet.

2.7 Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP)

  • In het HUP wordt vanaf 2014 jaarlijks opgenomen op welke wijze het college en de burgemeester invulling wordt gegeven aan het toezicht op en de handhaving van het drank- en horecabeleid. Het Drank- en horecabeleid Enschede 2014 en dit Preventie- en handhavingsplan vormen daarvoor de kaders.

Hoofdstuk 3 Preventieplan Alcohol

3.1 Inleiding

  • Ten aanzien van alcoholpreventie is artikel 43a van de DHW is bepaald dat in het plan in ieder geval wordt aangegeven:

    • a.

      wat de doelstellingen zijn van het preventiebeleid;

    • b.

      Welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren,te voorkomen, al dan niet in samenhang met anderepreventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet publieke gezondheid.

3.2 doelstellingen

  • Het belangrijkste doel van het nieuwe Drank- en Horecabeleid is het uitstellen van alcoholgebruik tot 18 jaar en het aanpakken van alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde. In het Preventie- en Handhavingsplan worden de doelstellingen vertaald naar prioriteiten t.b.v. uitvoering van preventie en handhaving.

3.3 preventie van alcoholgebruik onder jongeren

  • Inleiding

    Uit E-MOVO 2011 (onderzoek van de GGD uitgevoerd op het voortgezet onderwijs) blijkt dat in de Enschede 18% van de leerlingen in klas 2 en 63% van de leerlingen in klas 4 in de afgelopen vier weken alcohol heeft gedronken. Dit is een daling ten opzichte van 2007 en 2003. Het percentage binge-drinkers is 20%. Dit is een daling ten opzichte van 2003. De situatie in de gemeente Enschede komt overeen met de daling die landelijk wordt gezien. Meer kinderen gaan dus op latere leeftijd drinken.

    Doelstelling

    Als doel wordt gesteld dat de daling die zich vanaf 2003 heeft ingezet wordt voortgezet in de periode die dit plan behelst. Hierbij is het van belang jongeren en hun ouders bewust te maken van de gevolgen van het alcoholgebruik. Dit doel kan kent een aantal extra aandachtsvelden:

    -de leeftijd waarop jongeren alcohol drinken:

    Het percentage scholieren in klas 2 en klas 4 dat in de afgelopen 4 weken alcohol neemt verder af.

    -de hoeveelheid alcohol die wordt gebruikt door jongeren in klas 2 en klas 4:

    Het percentage binge-drinkers in klas 2 en klas 4 stabiliseert. Het percentage jongeren dat 2 keer of vaker binge-drinkt is in 2011 namelijk licht gestegen ten opzichte van 2007.

    -de door jongeren beleefde goedkeuring of onverschilligheid van hun ouders ten aanzien van alcoholgebruik:

    Het percentage kinderen in klas 4 dat aangeeft dat hun ouders het goed vinden dat ze alcohol drinken is gedaald ten opzichte van 2011 (32%).

    Voor de monitoring op deze doelstellingen wordt gebruik gemaakt van de 4-jaarlijkse Emovo-onderzoeken van de GGD.

    Uitvoering

    Om deze doelen te bereiken zullen de volgende instrumenten worden ingezet:

    Continueren alcoholpreventievoorlichting in het voortgezet onderwijs .

    In klas 2 wordt alcoholvoorlichting aangeboden. Dit wordt gecontinueerd.

    Continueren voorlichting over alcoholpreventie aan ouders via informatie en advies (Loes)

    In voorlichting en advies aan ouders van pubers heeft alcoholpreventie een prominente plek. Dit wordt gecontinueerd. Het gaat zowel om digitaal als telefonisch advies als om cursussen voor ouders.

    Versterken vroegsignalering en tijdig interveni ë ren

    Met de introductie per school 2014/2015 van het nieuwe, wettelijk verplichte, contactmoment adolescenten voor de leeftijdsgroep 15/16 jarigen komt meer nadruk op vroegsignalering. Er is in het contactmoment met name aandacht voor Leefstijl (waaronder alcoholgebruik) en sociaal emotionele ontwikkeling.

    Daarnaast zet de gemeente in het kader van de transitie jeugdzorg met de wijkteams in op het versterken eigen kracht, vroegsignalering en het bieden van integrale vraaggerichte ondersteuning

    Zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig onder meer door versterken van de samenwerking tussen wijkteams en onderwijs.

    Daarnaast continueren we het aanbieden van een selectieve preventie-interventie gericht op kinderen van alcoholverslaafde ouders. Deze kinderen hebben een sterk verhoogd risico om later ook aan alcohol verslaafd te raken.

    Tot slot zijn in de afgelopen jaren jongerenwerkers getraind in signalering van alcoholproblemen bij jongeren.

    Alcohalt

    Politie en BOA’s kunnen jongeren tot 18, die dronken zijn aanhouden en doorverwijzen naar Alco-halt. Dit traject wordt verzorgd door Halt en Tactus. Ouders worden altijd betrokken. Politie en Boa’s gaan dit instrument voortaan meer inzetten. In tegenstelling tot andere Twentse gemeenten werd Alcohalt in Enschede, de afgelopen paar jaar nog nauwelijks door politie en BOA’s ingezet.

    Happy fris

    In de afgelopen 4 jaar is samengewerkt binnen de regio rondom alcoholpreventie onder de titel Happy fris. Hiervoor was extra financiering vanuit de provincie beschikbaar. In juni 2014 is opnieuw een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie voor continuering van een deel van de Happy fris activiteiten. Er is nog geen duidelijkheid of deze aanvraag gehonoreerd gaat worden.

Hoofdstuk 4 Toezicht en Handhaving

4.1 Inleiding

  • Toezicht is een nieuwe taak voor de gemeente als het om de Drank- en horecawet gaat. De burgemeester is in de DHW verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze wet. Voorheen lag deze taak bij de NVWA. De NVWA hield toezicht op de verkoop en verstrekking van alcohol aan jongeren, maar dit was zeer beperkt. Lokaal betekende dit dat de NVWA 1 x per twee jaar de gemeentelijke dossiers controleerde inzake vergunningverstrekking alcohol. Landelijk gezien vond er eens per twee á drie jaar controle plaats bij 1 van de 61.000 plaatsen waar alcohol verstrekt werd.

    Toezicht en handhaving zijn een integraal onderdeel van de aanpak om het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen en alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde tegen te gaan.

    Het toezicht op de DHW vereist specifieke competenties bij de toezichthouders (BOA’s). In Enschede zijn 3 toezichthouders opgeleid tot toezichthouder DHW. Zij zijn gecertificeerd en hebben specifieke bevoegdheden om op te kunnen treden tegen overtredingen van de DHW. Daarnaast is de politie bevoegd boetes uit te schrijven aan jongeren die alcohol bij zich houden in de publieke ruimte.

4.2 Uitgangspunten

  • In het Drank- en horecabeleid Enschede 2014 zijn de uitgangspunten en acties voor het toezicht- en handhavingsbeleid al door de raad vastgelegd.

    De gemeente zal drankverstrekkers stimuleren en de ruimte geven om zelf maatregelen te treffen om het DHW- beleid na te leven. Toezicht is geen doel op zich, maar gericht op verhoging van het naleefgedrag. De eindverantwoordelijkheid voor naleving ligt bij de drankverstrekker zelf.

    Deze kan zelf ook hulpmiddelen inzetten, om vooral de leeftijden van klanten zelf te kunnen controleren, zoals:

    • -

      Polsbandjes (bijvoorbeeld bij evenementen bij de entree om leeftijd vragen en bezoekers voorzien van polsbandjes op basis van leeftijd)

    • -

      kassasignaal met datumcheck

    • -

      kaarten/stickers met het 'kritieke' geboortejaar

    • -

      ID-swiper

    • -

      controle op afstand (Ageviewer).

    In eerste instantie ligt de nadruk op het gesprek met ondernemers en niet op sancties. Zo zijn met de meeste supermarktketens al afspraken gemaakt over de maatregelen die ze zelf nemen om te voorkomen dat aan jongeren onder 18 alcohol wordt verkocht. Met de binnenstadshoreca-exploitanten, justitie en politie is het Convenant Veilig Uitgaan afgesloten, waarin bijvoorbeeld is bepaald dat men geen happy hours houdt.

    Vertrouwen in de ondernemer is het uitgangspunt, maar daar waar nodig zal worden gesanctioneerd.

    Ook al omdat de middelen/ capaciteit voor toezicht (zeer) beperkt zijn, heeft het weinig zin ongerichte, algemene controles uit te voeren. De focus zal moeten gaan liggen op de zogeheten hotspots, de plekken waarbij de kans dat jongeren alcohol kunnen verkrijgen en gebruiken groot is, en de plekken waar alcohol gerelateerde overlast plaatsvindt. Deze hotspots worden bepaald aan de hand van de risicoanalyse die hierna besproken wordt.

    De ervaring van de nVWA is dat wanneer het toezicht en de handhaving worden gericht op één concreet aandachtsveld, dit eerder leidt tot het gewenste effect (naleving) dan wanneer controles in algemene zin worden uitgevoerd. Daarom zal in de komende planperiode het toezicht en de handhaving niet gericht zijn op alle thema’s, maar op die waar het meeste risico wordt gelopen (bij het schenken van alcohol aan jongeren).

    De risicoanalyse is niet statisch. Jaarlijks zal in het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP)een risicoanalyse worden opgenomen, en zal zo nodig, afhankelijk van de uitkomsten van het jaar daarvoor, bijstelling van de acties plaatsvinden. De eerste risicoanalyse is in dit plan opgenomen (zie hierna).

    Ten slotte kan hier nog worden opgemerkt dat geen gebruik zal worden gemaakt van zogeheten mystery-shoppers (het inzetten van jongeren bij het toezicht op de naleving). De reden daarvoor is dat met deze methode niet tot handhaving kan worden overgegaan, omdat dit juridische complicaties geeft.

4.3 Analyse naleefgedrag

  • Voor Enschede is nog geen analyse van het naleefgedrag voorhanden. Daarom zal gebruik worden gemaakt van het onderzoek van de Universiteit Enschede uit 2011 dat een landelijk beeld geeft.

    Dit onderzoek is tevens gebruikt om tot een eerste lokale risicoanalyse te komen voor Enschede (zie 4.4. risicoanalyse Enschede). Daarnaast is gebruik gemaakt van de Factsheet Monitor Alcoholverstrekking jongeren 2011, een tweejaarlijks onderzoek van Bureau Intraval in opdracht van de nVWA.

    Onderzoek Universiteit Twente

    Bij dit onderzoek zijn in totaal 1338 aankooppogingen voor zwakalcoholhoudende dranken uitgevoerd door jongeren onder de 16 jaar. De aankooppogingen zijn bij vijf typen verkooppunten uitgevoerd, te weten supermarkten, slijterijen, horeca, sportkantines en thuisbezorgkanalen. Daarnaast zijn 200 aankooppogingen van sterke drank in slijterijen uitgevoerd.

    Uit het onderzoeksrapport komt het volgende naar voren:

    “Dit onderzoek maakt duidelijk dat verkopers van alcoholhoudende drank in supermarkten, slijterijen, horeca, cafetaria’s, sportkantines en in het thuisbezorgkanaal artikel 20 van de Drank- en Horecawet onvolledig naleven:

    -Van potentiële klanten die alcohol willen kopen - zelfs als zij duidelijk te jong zijn - wordtslechts in beperkte mate een aanzet gemaakt (vragen naar en bekijken van een identiteitsbewijs) om de leeftijd vast te stellen.

    -Alcoholhoudende drank is, artikel 20 van de Drank- en Horecawet ten spijt, ruim beschikbaar.

    Minderjarigen hebben een slagingskans tussen 60% en 100% om zwakalcoholhoudende drank verkocht te krijgen en een kans van 38% om ook sterke drank verkocht te krijgen (in slijterijen).

    -Het vragen naar en het bekijken van een ID bewijs is geen garantie dat vervolgens geenalcohol wordt verkocht. (Er is 580 keer naar een ID gevraagd (44%), maar dit leidt maar 360 keer tot correcte naleving.)

    Ondanks het verbod op de verkoop van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens van 16 jaar, zoals is vastgelegd in de Drank- en Horecawet, blijkt alcohol in ruime mate beschikbaar voor te jonge mensen.”

    Geconcludeerd kan worden dat, als we thuisbezorgkanalen buiten beschouwing laten, de sportkantines het slechtst de leeftijdsgrenzen naleven, gevolgd door horeca, cafetaria’ s, supermarkten en slijterijen.

    Factsheet Monitor Alcoholverstrekking jongeren 2011

    In mei 2012 verscheen de Factsheet Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Deze monitor wordt 2-jaarlijks vanaf 1999 opgesteld door Bureau Intraval, in opdracht van de Nederlandse

    Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

    Uit deze laatste monitor van 2011 blijkt dat het aantal keer dat jongeren onder de 16 jaar zwak alcoholhoudende drank proberen te bestellen, blijft dalen. Wel proberen jongeren van 16 en 17

    jaar steeds vaker sterke drank te kopen in de horeca (23% in 2011, 9% in 2001).

    Volgens deze monitor is de slaagkans dat een jongere alcohol kan kopen onverminderd hoog.

    Bij horeca en levensmiddelenzaken ligt dit rond de 95%, bij slijterijen rond de 90%. Doordat de bestelpogingen afnemen, neemt het daadwerkelijk kopen, ondanks de hoge slaagkans, wel af.

    Voor evenementen zijn geen naleefgegevens bekend met betrekking tot verstrekking van alcohol. Drankverstrekkers hebben dus een belangrijke rol om de beschikbaarheid van alcoholhoudende drank voor personen onder de 18 jaar te verkleinen. Natuurlijk is het mogelijk dat personen ouder dan 18 jaar de drank kopen, en vervolgens doorgeven aan personen jonger dan 18 jaar. Om dit tegen te gaan is het personen jonger dan 18 jaar verboden om

    alcoholhoudende drank bij zich te hebben op een voor publiek toegankelijke plaats. Zij kunnen hiervoor worden geverbaliseerd.

4.4 Risicoanalyse Enschede

  • Enschede kent 620 verkooppunten voor alcohol, deze zijn als volgt te onderscheiden:

    Reguliere horeca: detailhandel/ fastfood: paracommercie:

    • -

      Cafés - supermarkten - (sport)kantines

    • -

      restaurants - slijterijen - (sociaal-)culturele instellingen

    • -

      discotheken - cafetaria’s - religieuze instellingen

    Daarnaast zijn evenementen opgenomen in de risicoanalyse.

    Risicomatrix

    Het is van belang om locaties te bepalen waar veel jongeren komen en alcohol proberen te kopen, de zogenaamde hotspots. Voorbeelden van hotspotlocaties zijn: discotheken, cafés, evenementen, sportkantines, supermarkten en slijterijen.

    Voor het bepalen van de hotspots is een risicomatrix ingevuld. De risicomatrix is een hulpmiddel bij het vaststellen van de definitieve prioriteiten binnen de handhavingstaken. Per setting waarin jongeren aan alcohol kunnen kopen en nuttigen zijn de risicokenmerken geanalyseerd. Daarnaast is er ook gekeken hoe groot de kans is dat een jongere aan alcohol kan komen.

    zeer klein

    1

    Klein

    2

    gemiddeld

    3

    hoog

    4

    zeer hoog

    5

    Vervolgens worden de verwachtte negatieve effecten van het schenken van alcohol aan jongeren onderscheiden. Deze negatieve effecten, allen met een score van 1, worden bij elkaar opgeteld per setting waarin alcohol wordt geschonken.

    Aantasting leefbaarheid/hinder

    1

    Verstoring openbare orde

    1

    Gezondheidsrisico’s door toename alcoholgebruik

    1

    Door de kans dat jongeren alcohol kunnen kopen te vermenigvuldigen met de totaalscore van de negatieve effecten, ontstaat er een risicoscore. De uitkomst van de risicomatrix blijft subjectief, ook al werkt het met cijfers. In bijlage 2 is een eerste risicoanalyse met toelichting opgenomen. Aan de hand van de uitkomsten van MIA- acties en thema-controles kan de risicoanalyse jaarlijks worden bijgesteld.

    Zoals onder punt 4.2 is aangegeven is het , ook gezien de beperkte capaciteit, niet efficiënt en effectief de aandacht gelijktijdig op al deze thema’s te richten. Een belangrijke factor die meespeelt is hoe sterk de signalen en klachten zijn van overtredingen door deze ondernemers, in hoeverre de betreffende ondernemers/ instellingen zelf toezien op de naleving van de DHW en zich zelf corrigeren , als ook of de overtreding gepaard gaat met aantasting van de openbare orde en veiligheid.

4.5 Doelen toezicht en handhaving

  • He toezichts- en handhavingsbeleid heeft tot doel het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. Naast sanctionering dient er met name ook een preventieve en corrigerende werking van uit te gaan.

    Tevens is het een belangrijk instrument om het beleid zo nodig bij te sturen.

    De uitkomsten van de MIA-acties en thema-controles (zie hierna onder 4.6) zijn (mede) bepalend voor de vraag of het beleid moet worden bijgesteld. Ook kan op basis daarvan worden bepaald of verminderd of juist versterkt toezicht gewenst is, en ze geven input aan de hiervoor beschreven risicoanalyse.

4.6 Instrumenten toezicht en handhaving

  • In het vastgestelde Drank- en horecabeleid 2014 is eveneens het toezicht- en handhavingsbeleid vastgelegd. De burgemeester heeft de Handhavingsstrategie Drank en horecawet vastgesteld, waarin is bepaald op welke wijze er gehandhaafd cq. gesanctioneerd wordt.

    MIA-controles (multidisciplinaire integrale acties) .

    Het structurele toezicht op de naleving vindt plaats door middel van (onaangekondigde) MIA controles. Dit instrument leent zich prima om te beoordelen of de feitelijke situatie in een horecalokaliteit nog overeenstemt met de vergunde situatie (bijv: zijn erleidinggevenden aanwezig in het horecabedrijf, voldoet de inrichting nog aan de daarvoor gelden eisen. Ook kan ter plekke worden gecontroleerd of alcohol aan jongeren onder 18 jaar wordt geschonken. Op jaarbasis kunnen op deze manier circa 60 horecabedrijven (inclusief paracommercie) worden gecontroleerd. Dit is circa 10% van het totale horecabestand.

    Themagerichte controles

    Door middel van themacontroles, op te nemen in het Handhavingsuitvoeringsprogramma, kan elk jaar een ander aspect van het drank- en horecabeleid onder de loep worden genomen. Een thema kan bijvoorbeeld zijn: jeugd en horeca, sportkantines, supermarkten/ slijterijen of evenementen en wordt bepaald aan de hand van de risicoanalyse. De themacontroles zijn dus altijd gerelateerd aan de in het preventie- en alcoholplan neergelegde doelstellingen en worden bepaald aan de hand van de volgende factoren:

    • -

      mate van zelfregulerend vermogen;

    • -

      signalen van niet-naleving (bijvoorbeeld vanuit politie, Tactus, onderwijs, maar ook intern);

    • -

      resultaten eerdere MIA-controles.

    Een themacontrole dient gepaard te gaan met consultatie/ voorlichting aan de betrokkenen vooraf, en confrontatie achteraf. Thema-controles worden projectmatig uitgevoerd. Door vooraf te communiceren met betrokkenen zal daar een preventieve werking van uitgaan. De controles zelf zullen onaangekondigd worden uitgevoerd.

    Terugdringen alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde

    De gemeente Enschede werkt samen met politie en justitie om alcohol gerelateerd overlast tegen te gaan. In de Algemene Plaatselijke verordening (APV) zijn daarvoor een aantal specifieke maatregelen opgenomen. Denk daarbij aan het verbod op openlijk drankgebruik (op aangewezen plekken), het verbod op samenscholing en het zonder redelijk doel aanwezig zijn in publieke ruimten, en maatregelen tegen baldadigheid. Naast deze juridische maatregelen streeft de gemeente er naar om samen met de betrokken partners de overlast te voorkomen en terug te dringen. Het Convent Veilig Uitgaan zich richt op het tegengaan van (alcohol gerelateerde) verstoring van de openbare orde en uitgaansgeweld in de binnenstad. Daarnaast moet het Keurmerk Veilig ondernemen (KVO), een samenwerkingsverband tussen ondernemers, politie, gemeente en andere partijen, op een gestructureerde manier criminaliteit en overlast in winkelgebieden aanpakken.

    Alcohalt

    Het instrument Alcohalt werd tot en met 2011 in Enschede zeer beperkt ingezet. Afstemming met de politie inclusief kennisoverdracht en bewustwording t.a.v. het instrument Alcohalt heeft er toe geleid dat de politie de signaleringsrol wat meer is gaan oppakken. Dit is ook zichtbaar in een beperkte toename in de inzet van het instrument Alcohalt. Met de politie, die hierin een belangrijke rol speelt en aangeeft er positieve ervaringen mee te hebben, is afgesproken dat de inzet daarop wordt gecontinueerd en zo mogelijk wordt vergroot.

4.7 Handhavingsstrategie

  • De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet

    bestuursrecht, vooral in de artikelen 5:21 en 5:32.

    In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Dit is het geval voor de Drank- en Horecawet en APV. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden e.d.

    De Burgemeester heeft in februari 2014 de Handhavingsstrategie Drank- en horecawet vastgesteld. Hierin is bepaald op welke wijze overtredingen van de DHW gesanctioneerd worden .

Hoofdstuk 5 Evaluatie

5.1 inleiding

  • De komende jaren doen we meer ervaring op rond dit onderwerp. Als het nodig is gebruiken we deze nieuwe inzichten voor bijstelling van dit plan. Uiteindelijk wordt de evaluatie van dit plan gelijktijdig met de nota lokaal gezondheidsbeleid uitgevoerd.

    In het jaarlijks door het college vast te stellen Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) zal worden aangegeven waar de prioriteiten liggen bij handhaving DHW. Die prioriteiten worden (mede) bepaald aan de hand van de resultaten van het daar voorafgaande jaar.

5.2 stand van zaken 2014

  • De eerste MIA-acties hebben inmiddels plaatsgevonden. Gebleken is dat in een relatief groot aantal horecagelegenheden geen leidinggevenden aanwezig waren, hetgeen verplicht is. Dit verhoogt de kans dat alcohol wordt geschonken aan jongeren door (onbevoegde) medewerkers. De betreffende horecaondernemers hebben hierop conform het handhavingsbeleid een waarschuwing ontvangen.

    Daarnaast is In 2014 bij het toezicht inmiddels aandacht gegeven aan ongeoorloofde drankverkoop vanuit cafetaria’s, en is gestart met een uitgebreide analyse van ongeoorloofde horeca-activiteiten bij een aantal grote instellingen.

Bijlage 1 EMOVO-onderzoek GGD Twente 2012

Enschede

Indicator jeugd, alcohol en drugs

Bron

2003

2007

2011

Twente

Percentage leerlingen ooit alcohol gebruikt

60%

62%

53%

54%

Percentage leerlingen laatste 4 weken alcohol gebruikt

57%

45%

41%

44%

Percentage leerlingen wat door de week alcohol drinkt

28%

13%

12%

11%

Percentage leerlingen wat in het weekend alcohol drinkt

53%

49%

39%

45%

Percentage leerlingen bingedrinken in laatste 4 weken (1x of vaker)

48%

30%

30%

32%

Bijlage 2 Risicoanalyse drankverstrekking

Setting

Risico kenmerken

Kans op alcohol

Negatieve effecten

Risico

Reguliere horeca

 

Discotheken

-Slechte naleving leeftijdsgrens

- doorschenken bij dronkenschap

5

3

15

Café’s

-Slechte naleving leeftijdsgrens

- doorschenken bij dronkenschap

4

3

12

Restaurants

- slechte naleving leeftijdsgrens

- doorschenken bij dronkenschap

2

2

4

Detailhandel/ fastfood

Supermarkten

-Slechte naleving leeftijdsgrens

3

2

6

Slijterijen

- slechte naleving leeftijdsgrens

3

2

6

Cafetaria’s/ afhaal etc.

-Slechte naleving leeftijdgrens

- weinig toezicht

4

3

12

Para commerciële vergunning

(Sport)kantines

-Slechte naleving leeftijdgrens/ schenktijden

- Doorschenken bij dronkenschap

- Weinig toezicht

- privé-feesten

4

3

12

Culturele instellingen

- privé-feesten/ zakelijke bijeenkomsten

5

1

5

Studenten(sport)verenigingen

-Slechte naleving leeftijdgrens

- Doorschenken bij dronkenschap

- Weinig toezicht

3

3

9

Religieuze instellingen

- weinig toezicht

2

1

2

Ontheffing artikel 35 DHW

Evenementen

-Slechte naleving leeftijdsgrens

- Doorschenken bij dronkenschap

- Weinig toezicht

5

3

5

Toelichting

Reguliere horeca:

Discotheken

Deze uitgaansgelegenheden hebben een hoog risico omdat hier jongeren komen die jonger zijn dan 18 jaar. De kans is relatief groot dat de leeftijdsgrens niet goed nageleefd wordt / kan worden en is de kans aanwezig dat minderjarigen alcohol verkrijgen via jongmeerderjarigen. De kans dat er sprake is van doorschenken bij dronkenschap is aanwezig. Dit brengt tevens gevaar voor verstoring van de openbare orde in de nachtelijke uren met zich mee.

Café’s

Deze kroegen hebben een lager risico dan een discotheek omdat 18minners niet tot de doelgroep behoren (en bij deurbeleid al bij de deur wordt geweigerd). Echter, bij een slechte naleving van het deurbeleid is het voor de aanwezigen in de kroeg makkelijk om aan alcohol te komen. Kans op doorschenken bij dronkenschapen met gevolg openbare ordeverstoring.

Restaurants

Er is een kleine kans dat 18minners alcohol kunnen kopen. Alleen is dit geen typische plek waar jongeren naartoe gaan om alcohol te drinken. Goed toezicht, ook omdat er relatief weinig 18minners zonder begeleiders (ouders) komen. Er zal niet worden door geschonken bij dronkenschap.

Detailhandel/ fastfood:

Supermarkten

De kans op niet naleving van de leeftijdsgrens is aanwezig (zie resultaten onderzoek UT). Deze kans lijkt inmiddels wel verkleind doordat de meeste supermarktketens n.a.v. de invoering van de nieuwe DHW en de leeftijdgrens van 18 jaar veel hebben geïnvesteerd in training personeel en kassa-controlesystemen.

Slijterijen

Als bij supermarkten.

Cafetaria’s, afhaal etc.

Het betreft hier kleine middenstand, er zal minder geïnvesteerd worden in training personeel en kassacontrole-systemen. Ook zijn snackbars laagdrempelig voor jongeren (onder 18 jaar). Hierdoor is het risico hoger dan bij supermarkten en slijterijen.

Paracommercie:

(Sport)kantines

De kantines hebben een hoog risico omdat er jongeren komen die jonger zijn dan 18 jaar. Ook is er een risico bij het toezicht omdat er met vrijwilligers wordt gewerkt. Er is ook een kans op doorschenken bij dronkenschap. Daarnaast is de kans aanwezig dat privé-feesten in de sportkantines worden georganiseerd en ook alcohol wordt geschonken buiten de toegestane schenktijden om.

Culturele instellingen

Voor deze instellingen geldt dat ze zich niet specifiek richten op een (heel ) jong uitgaanspubliek, waardoor de kan kleiner is dat aan 18minners (in bijzijn van ouders/ volwassenen) alcohol wordt geschonken. Er is wel een kans dat culturele instellingen alcohol schenken tijdens niet toegestane feesten en partijen of bijeenkomsten die niet gerelateerd zijn aan de doelstelling van de instelling.

Studenten(sport)verenigingen

Het grootste risico bij studentenverenigingen is het niet naleven van de leeftijdgrens en doorschenken bij dronkenschap (weinig toezicht, alleen leden). De kans is relatief klein dat er 18minners lid zijn van een studentenvereniging.

Evenementen

Evenementen hebben een hoog risico omdat er jongeren kunnen komen die jonger zijn dan 18 jaar.

In Enschede zijn de evenementen zonder toegangscontrole bijvoorbeeld: Koningsnacht, Grolsch summersounds, alle absolutley fresh evenementen, huldigingsfeesten FCT, enzovoorts.

Daarnaast kunnen jongeren zelf alcohol meenemen, is er een kans dat de leeftijdgrens niet wordt nageleefd en kan er worden door geschonken bij dronkenschap. Er is beperkt toezicht (mogelijk).

Op basis van de risicoanalyse kan worden geconcludeerd dat de hoogste risico’s op dit moment worden gelopen bij discotheken, café, cafetaria’s, sportkantines en evenementen. Deze zijn aan te merken als hotspots.

Daarnaast zijn er signalen en klachten van de reguliere horeca dat paracommerciële instellingen, en dan met name de culturele instellingen, oneerlijke concurrentie bedrijven door privé-feesten en zakelijke bijeenkomsten te organiseren.