Regeling vervallen per 24-03-2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 23-03-2017

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;

  • -

    gelet op de artikelen 6.1, 6.2, 9.5, 10.4, 11.1 en 11.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015, waarin aan ons de bevoegdheid is overgedragen om nadere regels te stellen;

  • -

    gelet op het advies van de Wmo-raad van 25 november 2014

besluit vast te stellen het:

Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      collectief vervoer: aanvullend openbaar vervoer waarbij men gezamenlijk met anderen wordt vervoerd van deur tot deur;

    • b.

      ritbijdrage: het Regiotaxitarief met korting, dat de geïndiceerde gebruiker in rekening wordt gebracht bij gebruik van het collectief vervoersysteem;

    • c.

      uitvoeringsbesluit: het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

    • d.

      verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015;

    • e.

      wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruik

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget

Artikel 2.1 Hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij het huishouden

1. Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij het huishouden, die beroepsmatig wordt geboden, bedraagt:

  • -

    € 157,50 per 4 weken voor een basispakket;

  • -

    € 229,50 per 4 weken voor een basispakket en pluspakket.

2. Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij het huishouden, geboden door een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt en/of een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt, bedraagt:

  • -

    € 148,75 per 4 weken voor een basispakket;

  • -

    € 216,75 per 4 weken voor een basispakket en pluspakket.

3. Het tarief zoals vermeld in het eerste en tweede lid, is een all-in tarief. Dat wil zeggen dat alle kosten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten zijn opgenomen in dit tarief.

Artikel 2.2 Hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning zelfstandig leven

1. Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij zelfstandig leven, die beroepsmatig wordt geboden, bedraagt per week:

Bandbreedte uren per week >

A

0 tot 2

B

2 tot 4

C

4 tot 7

D

7+

Zelfstandig Leven 1

(stimuleren en toezicht)

€ 67

€ 115

€ 212

€ 327

Zelfstandig Leven 2

(helpen bij)

€ 74

€ 127

€ 233

€ 360

Zelfstandig Leven 3

(overnemen en regie)

€ 113

€ 195

€ 357

€ 551

2. Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij zelfstandig leven, geboden door een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt en/of een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt, bedraagt per week:

Bandbreedte uren per week >

A

0 tot 2

B

2 tot 4

C

4 tot 7

D

7+

Zelfstandig Leven 1

(stimuleren en toezicht)

€ 35

€ 60

€ 110

€ 170

Zelfstandig Leven 2

(helpen bij)

€ 35

€ 60

€ 110

€ 170

Zelfstandig Leven 3

(overnemen en regie)

€ 35

€ 60

€ 110

€ 170

3. Het tarief zoals vermeld in het eerste en tweede lid, is een all-in tarief. Dat wil zeggen dat alle kosten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten zijn opgenomen in dit tarief.

Artikel 2.3 Hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning maatschappelijke deelname

1.Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij maatschappelijke deelname, die beroepsmatig wordt geboden, bedraagt per week:

Bandbreedte dagdelen per week >

A

1 en 2

B

3 en 4

C

5 en 6

D

7 en 8

E

9 en10

Maatschappelijke Deelname 1

(stimuleren en toezicht)

€ 65

€ 139

€ 213

€ 287

€ 352

Maatschappelijke Deelname 2

(helpen bij)

€ 72

€ 154

€ 236

€ 318

€ 390

Maatschappelijke Deelname 3

(overnemen en regie)

€ 93

€ 199

€ 305

€ 412

€ 505

2.Het persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij maatschappelijke deelname, geboden door een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt en/of een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt, bedraagt per week:

Bandbreedte dagdelen per week >

A

1 en 2

B

3 en 4

C

5 en 6

D

7 en 8

E

9 en 10

Maatschappelijke Deelname 1

(stimuleren en toezicht)

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

Maatschappelijke Deelname 2

(helpen bij)

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

Maatschappelijke Deelname 3

(overnemen en regie)

€ 35

€ 75

€ 115

€ 155

€ 190

3.Het tarief zoals vermeld in het eerste en tweede lid, is een all-in tarief. Dat wil zeggen dat alle kosten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten zijn opgenomen in dit tarief.

Artikel 2.4 Hoogte van persoonsgebonden budget voor vervoer, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname

Het persoonsgebonden budget voor vervoer, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname bedraagt:

-€ 6,08 per retour.

Artikel 2.5 Hoogte van persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijfzorg, die beroepsmatig wordt geboden, bedraagt: - € 54,17 per etmaal.

 

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijfzorg, geboden door een persoon uit het sociale netwerk van de cliënt en/of een persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt, bedraagt: - € 30,00 per etmaal.

 

  • 3.

    Het tarief zoals vermeld in het eerste en tweede lid, is een all-in tarief. Dat wil zeggen dat alle kosten zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekering(en) en reiskosten zijn opgenomen in dit tarief.

Artikel 2.6 Algemene bepaling - gewijzigde omstandigheden tijdens gebruiksduur

  • 1.

    Als gebruiksduur van een voorziening waarvoor een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, geldt:

    - 10 jaar, ingeval het een bruikleenauto, gesloten buitenwagen, trap- of plafondlift betreft;

    - 7 jaar, ingeval het overige voorzieningen betreft die in eigendom of bruikleen worden verstrekt.

  • 2.

    Indien de gebruiksduur, als bedoeld in lid 1, nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - persoonsgebonden budget worden verstrekt in de volgende situaties:

    • a.

      er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de voorziening noodzakelijk maken;

    • b.

      er is sprake van een calamiteit die de cliënt niet is te verwijten.

  • 3.

    Indien de cliënt verhuist naar een andere gemeente of overlijdt, dient hij respectievelijk zijn nabestaande(n) binnen een redelijke termijn de restwaarde van de voorziening aan de gemeente terug te betalen. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en verzekering wordt verrekend met de nog niet verstreken termijn.

  • 4.

    De restwaarde van de voorziening, als bedoeld in het vorige lid, wordt bepaald door op het bedrag van het toegekende persoonsgebonden budget een lineaire afschrijving toe te passen op basis van de gebruiksduur.

  • 5.

    Indien de cliënt de met een persoonsgebonden budget aangeschafte voorziening binnen de gebruiksduur niet meer gebruikt, omdat deze niet meer passend is, wordt de restwaarde van deze voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget. De restwaarde van de voorziening wordt berekend volgens de afschrijvingsmethodiek zoals vermeld in lid 3. Het persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en verzekering wordt verrekend met de nog niet verstreken termijn.

Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten

Artikel 3.1 Algemene voorziening

(gereserveerd)

Artikel 3.2 Opvang en beschermd wonen

De cliënt die maatschappelijke ondersteuning ontvangt in de vorm van beschermd wonen of verblijf in een opvang, houdt na betaling van zijn bijdrage aan de kosten van deze voorziening in ieder geval het bedrag over als genoemd in artikel 3.20, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit.

Artikel 3.3 Maatwerkvoorziening - algemene bepaling

  • 1.

    De bedragen per bijdrageperiode, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.8, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit.

  • 2.

    De eigen bijdrage bedraagt niet meer dan de kostprijs van de voorziening.

  • 3.

    Als de cliënt in een bijdrageperiode voor meerdere voorzieningen een eigen bijdrage verschuldigd is, dan komt de betaalde eigen bijdrage allereerst ten goede aan de voorziening die eenmalig is verstrekt.

Artikel 3.4 Maatwerkvoorziening - kostprijzen

  • 1.

    De kostprijs voor ondersteuning bij het huishouden in natura bedraagt:

  • a.

    € 175,00 per 4 weken voor een basispakket;

  • b.

    € 255,00 per 4 weken voor een basispakket en pluspakket

  • 2.

    De kostprijs voor ondersteuning bij zelfstandig leven in natura bedraagt per week:

Bandbreedte uren per week >

A

0 tot 2

B

2 tot 4

C

4 tot 7

D

7+

Zelfstandig Leven 1 (stimuleren en toezicht)

 € 75

 € 128

 € 235

 € 363

Zelfstandig Leven

(helpen bij)

 € 82

 € 141

 € 259

 € 400

Zelfstandig Leven 3

(overnemen en regie)

 € 126

 € 216

 € 396

 € 612

  • 3.

    De kostprijs voor ondersteuning bij maatschappelijke deelname in natura bedraagt per week:

Bandbreedte dagdelen per week >

A

1 en 2

B

3 en 4

C

5 en 6

D

7 en 8

E

9 en 10

Maatschappelijke Deelname 1

(stimuleren en toezicht)

 € 72

 € 154

 € 237

 € 319

 € 391

Maatschappelijke Deelname 2

(helpen bij)

 € 80

 € 171

 € 262

 € 354

 € 434

Maatschappelijke Deelname 3

(overnemen en regie)

 € 103

 € 221

 € 339

 € 457

 € 561

  • 4.

    De kostprijs voor het vervoer in natura, samenhangend met ondersteuning maatschappelijke deelname, bedraagt:

    - € 16,49 per retourrit voor rolstoelvervoer;

    - € 6,83 per retourrit voor overig vervoer.

  • 5.

    De kostprijs voor kortdurend verblijfzorg in natura bedraagt:

    - € 60,19 per etmaal.

  • 6.

    De kostprijs van een maatwerkvoorziening in natura die in bruikleen, in eigendom of als voucher wordt verstrekt, wordt afgeleid van:

    - een goedgekeurde kostenbegroting, of:

    - de met de gecontracteerde leverancier overeengekomen prijs van de voorziening, inclusief onderhoud en verzekering,

    - het vastgestelde normbedrag.

  • 7.

    Bij het bepalen van de kostprijs, als bedoeld in het vorige lid, worden de kosten van aanpassing van de voorziening en accessoires meegerekend.

  • 8.

    Bij verstrekking van een tweedehandse voorziening uit het depot, wordt de kostprijs bepaald door op de nieuwprijs van de voorziening - inclusief eventuele kosten van aanpassing en accessoires- een lineaire afschrijving toe te passen, uitgaand van de volgende gebruiksduur:

    - 10 jaar, ingeval het een bruikleenauto, gesloten buitenwagen, trap- of plafondlift betreft;

    - 7 jaar, ingeval het overige voorzieningen betreft die in bruikleen worden verstrekt.

Hoofdstuk 4 Ondersteuning gericht op het wonen

Artikel 4.1 Hoogte van het persoonsgebonden budget voor woonvoorziening, rolstoel of ander verplaatsingsmiddel

  • 1.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening, rolstoel of ander verplaatsingsmiddel is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst passende voorziening.

  • 2.

    De goedkoopst passende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

  • 3.

    Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een woonvoorziening, rolstoel of ander verplaatsingsmiddel wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en verzekering worden toegekend.

Artikel 4.2 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor woningaanpassing

  • 1.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing bedraagt de werkelijk gemaakte en voor vergoeding in aanmerking komende kosten op basis van een door het college goedgekeurde kostenbegroting.

  • 2.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor het verwijderen van een voorziening bedraagt de werkelijke en voor vergoeding in aanmerking komende kosten op basis van een door het college goedgekeurde kostenbegroting.

Artikel 4.3 Aantal vierkante meters bouwen / grond en verharden van paden en terrassen

  • 1.

    Het aantal vierkante meters, waarvoor ten hoogste een voucher of persoonsgebonden budget  kan worden verleend, bedraagt -aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:

Maximum aantal m2 in geval van aanbouw aan een vertrek

Maximum aantal m2 in geval van uitbreiding van een vertrek

soort vertrek

woonkamer

30

6

keuken

10

4

eenpersoons. slaapkamer

12

4

tweepersoons. slaapkamer

18

4

toiletruimte

2

1

badkamer

- wastafelruimte

2

1

- doucheruimte

3

2

entree/gang/hal 

5

2

berging 

6

4

  • 2.

    Het aantal vierkante meters verharding, waarvoor ten hoogste een voucher of persoonsgebonden budget kan worden verleend, bedraagt:

  • a.

    20, ingeval van het nieuw aanleggen van paden of aanpassen van bestaande paden tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort;

  • b.

    6, ingeval van de aanleg van een nieuw terras dan wel aanpassing van een bestaand terras direct bij een woonruimte.

Artikel 4.4 Aan voucher of persoonsgebonden budget voor woningaanpassing verbonden voorwaarden

Het college verleent slechts een voucher of een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing indien:

  • a.

    de door het college aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing zal worden verricht;

  • b.

    aan de onder a genoemde personen inzicht wordt geboden in de vereiste bescheiden en tekeningen welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

  • c.

    de onder a genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing.

Artikel 4.5 Gereedmelding woningaanpassing, vaststelling en uitbetaling

  • 1.

    Na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een woningaanpassing, maar uiterlijk binnen 1 jaar na het toekennen van een voucher of persoonsgebonden budget, verklaart de cliënt aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

  • 2.

    De gereedmelding als bedoeld onder lid 1 gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de voucher of het persoonsgebonden budget is verleend.

  • 3.

    De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de hoogte van de voucher of het persoonsgebonden budget en een verzoek om uitbetaling.

Artikel 4.6 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting en huurderving

  • 1.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting bedraagt maximaal € 600,-- per maand.

  • 2.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor huurderving is gelijk aan de kale huurprijs en wordt maximaal verstrekt over de tweede tot en met zesde huurtermijn.

Artikel 4.7 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor onderhoud, keuring en reparatie

Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de hieronder genoemde producten of onderdelen komen in aanmerking voor een voucher of persoonsgebonden budget:

  • - stoelliften;

  • - rolstoel- of plateauliften;

  • - woonhuisliften;

  • - hefplateauliften;

  • - balansliften;

  • - de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, blad of wastafel;

  • - elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

  • - toiletten met onderspoel-föhninrichting.

Artikel 4.8 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget bij cara-sanering

  • 1.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor woningsanering betreft uitsluitend de kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in verband met cara of allergische aandoeningen. De voucher of het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op de in lid 2 en lid 3 van dit artikel genoemde bedragen en afschrijvingspercentages.

  • 2.

    Voor vloerbedekking en raambedekking gelden de volgende normbedragen per m2 inclusief bijkomende kosten als egaliseren, leggen, ophangen etc.

    a. Vinyl (PVC) vloerbedekking (rolstoelgeschikt) per

    strekkende meter van 4 meter breed: € 70,--

    b. Gordijnen/lamellen per m2 raamoppervlak: € 25,--

  • 3.

    Afschrijvingspercentages: Bij het bepalen van de hoogte van de voucher of het persoonsgebonden budget wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen stoffering, door toepassing van de volgende afschrijvingspercentages op de in lid 2 genoemde normbedragen

    Gebruiksduur

    Tot 2 jaar

    Tot 4 jaar

    Tot 6 jaar

    Tot 8 jaar

    Ouder 8 jaar

     

    Vergoeding

    100%

    75%

    50%

    25%

    Nihil

Artikel 4.9 Hoogte van voucher voor verhuis- en inrichtingskosten

  • 1.

    De voucher voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.100,-

  • 2.

    De voucher voor verhuis- en herinrichtingskosten bij het vrijmaken van een aangepaste woning bedraagt € 3.000,--. Deze maatwerkvoorziening kan worden verstrekt indien de vrij te maken woning voor meer dan € 10.000,-- is aangepast op kosten van de gemeente Enschede.

Artikel 4.10 Afschrijftermijnen

Bij toepassing van artikel 9.5 lid 4 onder f van de verordening, gelden de afschrijftermijnen zoals vermeld in de nota ‘Beleid huurverhoging na woningverbetering’ van de Huurcommissie. Deze afschrijftermijnen zijn opgenomen in bijlage 1.

Artikel 4.11 Terugbetaling meerwaarde na aanbouw aan de woning

  • 1.

    De eigenaar van een woning, die krachtens de wet een voucher heeft ontvangen voor een aanbouw aan de woning, dient bij verkoop van de woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de aanbouw, deze verkoop te melden. Deze verplichting geldt ook voor de eigenaar die de woning door vererving heeft verkregen.

  • 2.

    Het college kan na de melding aan de eigenaar opleggen om de ontvangen voucher, als bedoeld in het vorige lid, terug te betalen tot het bedrag van de meerwaarde van de woning die door de aanbouw is ontstaan.

  • 3.

    De meerwaarde is een percentage van de verkoopprijs van de woning, dat wordt afgeleid van twee taxaties door een onafhankelijk taxateur. Deze taxaties drukken de waarde van de woning uit zoals deze is direct voor en direct na het realiseren van de aanbouw. Het percentage wordt bepaald door het verschil tussen beide taxaties.

  • 4.

    Op het terug te betalen bedrag wordt de reeds betaalde eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 11.1 van de verordening in mindering gebracht.

  • 5.

    Indien de eigenaar dan wel diens erfgenamen de verplichting, als genoemd in het eerste lid, niet nakomen, kan de waarde van de voucher in zijn geheel worden teruggevorderd.

Hoofdstuk 5 Ondersteuning gericht op verplaatsen binnen de leefomgeving en sport

Artikel 5.1 Hoogte persoonsgebonden budget voor vervoersvoorziening

  • 1.

    1.De hoogte van het persoonsgebonden budget voor aanschaf van een vervoersvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst passende voorziening.

  • 2.

    De goedkoopst passende voorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting of uit een door de gemeente met de gecontracteerde leverancier(s) afgesloten overeenkomst.

  • 3.

    Indien een persoonsgebonden budget voor aanschaf van een voorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een persoonsgebonden budget voor onderhoud, reparatie en WA-verzekering worden toegekend.

Artikel 5.2 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor (rolstoel)taxi

  • 1.

    De voucher of het persoonsgebonden budget voor individueel gebruik van een taxi of rolstoeltaxi wordt uitsluitend op declaratiebasis uitbetaald en is gebaseerd op:

    * Een verplaatsing van maximaal 1.500 km op jaarbasis

    * De kosten van de (rolstoel)taxi bestaande uit:

    - het starttarief

    - de prijs per gereden kilometer

    - de prijs voor de duur van de rit

    voor zover deze kosten de landelijk vastgestelde maximumtarieven niet overschrijden.

  • 2.

    De cliënt die een scootmobiel of een daarmee vergelijkbaar te stellen voorziening in gebruik heeft, kan maximaal 50% van de in lid 1 genoemde voorziening ontvangen. het in lid 1 genoemde voorziening ontvangen.

  • 3.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde voorziening en hun vervoersbehoefte valt geheel samen, dan kan maximaal 50% van de hoogte van de in lid 1 genoemde voorziening worden toegekend.

  • 4.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde voorziening en hun vervoersbehoefte valt gedeeltelijk samen, dan kan maximaal 75% van de hoogte van de in lid 1 genoemde voorziening worden toegekend.

Artikel 5.3 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor aanpassing aan auto, gesloten buitenwagen of ander verplaatsingsmiddel

De hoogte van de voucher of het persoonsgebonden budget voor aanpassing van een auto, gesloten buitenwagen of ander verplaatsingsmiddel is gelijk aan het bedrag van een door het college goedgekeurde kostenbegroting.

Artikel 5.4 Hoogte van voucher voor gebruikskosten eigen auto of vervoer door derden

  • 1.

    De waarde van de voucher voor het gebruik van de eigen auto of vervoer door derden is maximaal € 495,-- op jaarbasis en is gebaseerd op:

  • a.

    een verplaatsing van maximaal 1.500 km op jaarbasis

  • b.

    een kostendekkende kilometervergoeding van € 0,33.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde voucher wordt maandelijks vooraf uitbetaald.

  • 3.

    De cliënt die een scootmobiel of een daarmee vergelijkbaar te stellen voorziening in gebruik heeft, kan maximaal 50% van de waarde van de in lid 1 genoemde voucher ontvangen.

  • 4.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde voucher en hun vervoersbehoefte valt geheel samen, dan kan maximaal 50% van de waarde van de in lid 1 genoemde voucher worden toegekend.

  • 5.

    Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde voucher en hun vervoersbehoefte valt gedeeltelijk samen, dan kan maximaal 75% van de waarde van de in lid 1 genoemde voucher worden toegekend.

Artikel 5.5 Gebruik van Regiotaxipas

Bij het collectief vervoer gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    het vervoer betreft lokale ritten, d.w.z. binnen een gebied van maximaal 5 zones vanaf het woonadres van de Wmo-pashouder;

  • b.

    de ritbijdrage voor de zones, als bedoeld onder a, is gelijk aan het tarief dat in het openbaar busvervoer verschuldigd is, omgerekend naar zones;

  • c.

    medisch begeleider: op grond van een medische indicatie, kan één begeleider gratis meereizen;

  • d.

    sociale begeleider: een Wmo-pashouder kan zich maximaal door één persoon laten vergezellen, mits die persoon zonder hulp van de chauffeur van het vervoer gebruik kan maken. Voor de sociale begeleider geldt eveneens het onder a vermelde tarief;

  • e.

    kinderen: kinderen van Wmo-pashouders, mits jonger dan 14 jaar, kunnen als extra sociale begeleider(s) meereizen. Per kind geldt het onder a vermelde tarief;

  • f.

    vervanging Regiotaxipas: Voor het opnieuw verstrekken van een taxipas door verlies, diefstal of beschadiging wordt het in de Regio Twente geldende tarief van € 10,-- in rekening gebracht.

Artikel 5.6 Hoogte van persoonsgebonden budget in plaats van Regiotaxipas

Het persoonsgebonden budget dat wordt verstrekt in plaats van de Regiotaxipas, bedraagt € 150,-- per jaar.

Artikel 5.7 Hoogte van voucher of persoonsgebonden budget voor sportvoorziening

De voucher of het persoonsgebonden budget voor aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening bedraagt maximaal:

  • -

    € 2.700,-- per 3 jaar

  • -

    € 6.000,-- per 3 jaar als het een elektrische sportvoorziening betreft.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 en wordt aangehaald als:

Besluit maatschappelijke ondersteuning Enschede 2015.

Artikel 6.2 Intrekking oude regeling en overgangsregeling

Met de inwerkingtreding van dit besluit wordt het Financieel besluit individuele voorzieningen Wmo ingetrokken.

Ondertekening

Enschede, 2 december 2014
Het college voornoemd,
Secretaris Burgemeester

Toelichting op besluit Maatschappelijke Ondersteuning Enschede 2015

Toelichting op besluit Maatschappelijke Ondersteuning Enschede 2015

Bijlage bij de toelichting op het besluit Maatschappelijke Ondersteuning Enschede 2015

bijlage bij de toelichting op het besluit MO