Regeling vervallen per 14-02-2017

Verordening rechtspositie medewerkers Raadsgriffie 2013

Geldend van 15-04-2013 t/m 13-02-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening rechtspositie medewerkers raadsgriffie 2013

De Raad van de gemeente Enschede,

gelezen het voorstel van het Presidium

op grond van art. 125 Ambtenarenwet , art 107 gemeentewet, art 102 en 160 gemeentewet , art 1:3A CAR

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

“verordening rechtspositie medewerkers raadsgriffie 2013”

EAR:

De Enschedese Arbeidsvoorwaardenregeling (EAR) is van toepassing, behoudens een aantal hierna genoemde uitzonderingen die specifiek de werkzaamheden van de Raadsgriffie raken.

Sociaal statuut 2010,hoofdstuk 20a:

1.het sociaal statuut 2010 is niet van toepassing verklaard totdat de raad het voornemen heeft tot reorganisatie van de raadsgriffie. Op dat moment wordt door de werkgeverscommissie beoordeeld of en zo ja in welke vorm het sociaal statuut van toepassing is.

2.het sociaal statuut 2010 kan op verzoek van een griffiemedewerker van toepassing worden verklaard na instemming van de werkgeverscommissie.

Aanstelling in algemene dienst:

Termijnen :

Artikel 2:1A:0:2

  • 1.

    Nieuw in dienst tredende en zittende griffiemedewerkers waarvan de functiegebonden aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege wordt omgezet in een aanstelling in algemene dienst, worden voor een periode van ongeveer 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor de omzetting vervulden.

  • 2.

    Uiterlijk een half jaar voorafgaand aan het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 1, neemt de werkgeverscommissie c.q. de gemeenteraad een besluit over verlenging van de plaatsing dan wel plaatsing in een andere passende functie.

  • 3.

    De termijn bedoeld in het eerste lid kan na afloop worden verlengd. Leidinggevende en griffiemedewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging.

  • 4.

    De termijn wordt telkens automatisch met één jaar verlengd, indien de griffiemedewerker voor of met het aflopen van de termijn niet in een andere functie is geplaatst of ingeval er geen nieuwe afspraken zijn gemaakt over de termijn van voortzetting/verlenging van de plaatsing in de huidige functie.

.Jaarplancyclus :

Artikel 2:1A:0:2

  • 1.

    Gesprekken over de inzetbaarheid van de griffiemedewerker binnen de gemeentelijke organisatie worden gevoerd binnen het kader van de Jaarplancyclus.

  • 2.

    Leidinggevende en griffiemedewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende functie (loopbaanplan). De leidinggevende houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.)

  • 3.

    De leidinggevende faciliteert de griffiemedewerker in het realiseren van de afspraken over opleiding en ontwikkeling met inachtneming van het gestelde in Hoofdstuk 17 CAR.

  • 4.

    De griffiemedewerker kan in het kader van mobiliteit (doorstroom ten bate van blijvende inzetbaarheid en effectiviteit) niet worden verplicht een hem/haar aangeboden passende functie te accepteren. De griffiemedewerker behoort een weigering echter wel te beargumenteren.

Hardheidsclausule :

Artikel 2:1A:0:6

In die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de griffiemedewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan de werkgeverscommissie cq de gemeenteraad van deze regeling afwijken.

Artikel 2:1B

  • 1.

    De griffiemedewerker is – nadat hij is gehoord – verplicht om in het belang van de dienst een andere passende functie te aanvaarden. Een passende functie is een functie die de griffiemedewerker redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen.

  • 2.

    Indien de werkgeverscommissie cq gemeenteraad dit in het belang van de dienst nodig acht, is de griffiemedewerker verplicht om:

    • a.

      tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, dan wel tijdelijk een andere functie waar te nemen;

    • b.

      tijdelijk werkzaamheden te verrichten buiten de voor hem vastgestelde werktijden;

    • c.

      beschikbaar te zijn buiten de voor zijn functie vastgestelde werktijden. Voor het, gedurende onbepaalde tijd periodiek verrichten van deze beschikbaarheids-diensten wordt de griffiemedewerker schriftelijk aangewezen, indien deze diensten ten minste op gemiddeld zestig kalenderdagen in een periode van twaalf maanden zullen moeten worden verricht, hetgeen uit de schriftelijke aanwijzing moet blijken.

  • 3.

    Wanneer de griffiemedewerker meent, dat in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden de in het tweede lid bedoelde werkzaamheden redelijkerwijs niet van hem kunnen worden gevergd, geeft hij – onverminderd zijn verplichting om die werkzaamheden terstond aan te vangen – daarvan terstond kennis aan de werkgeverscommissie cq gemeenteraad, dat zo spoedig mogelijk een beslissing ter zake neemt.

Diversen

Arbeidsduur :

artikel 4:1 lid 4

1.de bepaling in de EAR waarin wordt bepaald dat de werkdag van een ambtenaar maximaal negen uur per dag bedraagt, is niet van toepassing op de Raadsgriffie.

artikel 3:2:1 lid 5

de in dit artikel van de EAR genoemde overwerkpercentages (compensatie) zijn van kracht op de medewerkers van de Raadsgriffie. Van maandag tot en met vrijdag geldt tussen 18:00 en 20:00 uur een extra compensatie van 25%, vanaf 20:00 uur 50%, op zaterdagen 75% (van 0 tot 24:00 uur) en op zondagen/feestdagen 100% (van 0 tot 24:00 uur).

artikel 4:2 lid 2 onder b

de bepaling in de EAR dat werktijden tenminste een maand vooraf kenbaar worden gemaakt is niet van toepassing op de medewerkers Raadsgriffie.

Thuiswerken :

Medewerkers van de Raadsgriffie mogen maximaal 4 uur per kalenderweek thuiswerken, na goedkeuring door de Raadsgriffier per individueel geval.

Avondvergaderingen :

Indien een griffiemedewerker op het werk overblijft ten behoeve van het functioneel bijwonen van een avondvergadering, mag hij een bedrag van maximaal € 15,- per maaltijd declareren (hiervoor dient de griffiemedewerker een factuur te overleggen), tenzij voorzien is in een maaltijd op de werkplek of ter vergadering.

Ondernemingsraad en Georganiseerd overleg:

De bepalingen van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) zijn van toepassing op de Raadsgriffier zodat deze zelfstandig als WOR- bestuurder op kan treden in die gevallen dat de belangen van de medewerkers van de Raadsgriffie in het geding zijn.

Gelet op de grootte van de Raadsgriffie volstaat het om als gemeenteraad de hoorbepaling met betrekking tot het Georganiseerd Overleg (GO) op grond van de WOR van toepassing te verklaren. Dit houdt in dat voorstellen van de Werkgeverscommissie cq gemeenteraad als bevoegd gezag van de Raadsgriffie die anders aan het GO zouden worden voorgelegd, rechtstreeks aan de vakorganisaties te zenden met het verzoek hun opvatting te geven voordat deze worden vastgesteld.

Medezeggenschapsraad Raadsgriffie:

Om te voldoen aan de bepalingen van de WOR beschikt de Raadsgriffie over een eigen Medezeggenschapsraad (MR) die gevraagd en ongevraagd advies geeft aan de Werkgeverscommissie cq Raadsgriffier inzake (wijzigingen mbt) algemene personele zaken. De MR bestaat uit minimaal drie medewerkers van de Raadsgriffie en benoemt uit haar midden een voorzitter.

Citeertitel en inwerkingtreding:

Inwerkingtreding :

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2013

Citeertitel:

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie medewerkers Raadsgriffie 2013

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 15 april 2013,
de Raadsgriffier,
de voorzitter