Verordening Wmo-raad

1. Het college stelt een adviesraad in, genaamd Wmo-raad, die met inachtneming van het in lid 3 bepaalde adviseert aan het college.

2. Het doel van de Wmo-raad is het behartigen van de belangen van de doelgroepen van het Wmo-beleid.

3. De Wmo-raad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over de gemeentelijke beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot de Wmo.

4. De Wmo-raad functioneert onafhankelijk van de gemeente. De leden worden op persoonlijke titel benoemd en functioneren zonder last of ruggespraak.

5. De leden hebben aantoonbare professionele deskundigheid of ervaringsdeskundigheid op één of meer onderdelen van het Wmo-beleid of ten aanzien van één of meer van de doelgroepen van het Wmo-beleid. Bij de instelling van de Wmo-raad wordt gestreefd naar een brede samenstelling, waarbij de verschillende beleidsterreinen en doelgroepen zo goed mogelijk zijn vertegenwoordigd.

1. De Wmo-raad krijgt tijdig van het college alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken zoals in deze verordening omschreven nodig heeft.

2. Indien de Wmo-raad dit nodig acht, dient hij zelf een verzoek tot informatie in bij het college.

1. De Wmo-raad wordt vroegtijdig betrokken bij de voorbereiding en de totstandkoming van beleidsvoorstellen en uitvoeringsmaatregelen.

2. Het college stelt de Wmo-raad in de gelegenheid op een zodanig tijdstip advies uit te brengen dat dit advies nog van invloed kan zijn op het door het college te nemen besluit.

3. Indien het college de Wmo-raad advies vraagt, wordt het advies schriftelijk binnen 4 weken uitgebracht. De Wmo-raad kan het uitbrengen van een advies eenmaal voor maximaal twee weken verdagen. Daarvan doet hij schriftelijk mededeling aan het college.

4. Indien het besluit van het college afwijkt van het gevraagde of ongevraagde advies van de Wmo-raad, laat zij de Wmo-raad binnen vier weken, bij voorkeur schriftelijk, gemotiveerd weten waarom zij afwijkt van het advies.

5. Alle adviezen van de Wmo-raad worden ter kennisname aan de gemeenteraad verstrekt.

6. De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben.

1. De Wmo-raad heeft ten minste 9 en ten hoogste 13 leden, waaronder een voorzitter.

2. Een lid van de Wmo-raad is niet tevens:

• -

  ambtenaar in dienst van de gemeente.

• -

  lid van de gemeenteraad van Enschede.

• -

  werknemer van een in de gemeente werkzame aanbieder van zorg en welzijn.

3. De leden en voorzitter van de Wmo-raad zijn woonachtig in de gemeente Enschede.

1. Het college benoemt de eerste voorzitter en de eerste gewone leden van de Wmo-raad op schriftelijke voordracht van de programmadirecteur Wijkontwikkeling, zorg en welzijn (WZW).

2. Het college benoemt de volgende voorzitters en leden van de Wmo-raad op schriftelijke voordracht van de Wmo-raad.

3. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen eenmaal worden herbenoemd.

4. Het lidmaatschap van de Wmo-raad kan tussentijds worden beëindigd:

• -

  op eigen verzoek.

• -

  door overlijden.

• -

  zodra een lid niet langer woonachtig is in de gemeente Enschede.

• -

  indien een van de situaties genoemd in artikel 5 lid 2 zich voordoet.

6. Het lidmaatschap van de Wmo-raad kan voorts tussentijds worden beëindigd indien een meerderheid van de Wmo-raad van mening is dat een lid onvoldoende functioneert. In dat geval zal de Wmo-raad het college schriftelijk verzoeken het desbetreffende lid te ontslaan. Een dergelijk besluit wordt op een speciale daartoe bijeengeroepen niet-openbare vergadering genomen, waar alle leden van de Wmo-raad aanwezig zijn, met uitzondering van het ter discussie staande lid.

7. De Wmo-raad kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.

8. De Wmo-raad stelt een rooster van aftreden op.

1. De Wmo-raad vergadert ten minste 6 maal per jaar.

2. De Wmo-raad bepaalt zijn eigen agenda.

3. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar en worden in de lokale media aangekondigd.

4. De deuren worden gesloten wanneer ten minste twee leden daarom verzoeken of de voorzitter dit nodig oordeelt. De Wmo-raad bepaalt vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

5. De voorzitter bepaalt in overleg met de ambtelijk secretaris de data, tijd en plaats van de vergaderingen.

6. De Wmo-raad kan derden uitnodigen de vergaderingen bij te wonen voor het geven van toelichting, informatie en/of advies.

7. De voorzitter en de ambtelijk secretaris stellen in overleg de agenda op. Alle leden hebben het recht een onderwerp op de agenda te plaatsen.

8. De agenda en onderliggende stukken worden ten minste 1 week voor de vergadering digitaal aan de leden toegezonden.

9. Op verzoek van een meerderheid van het aantal leden van de Wmo-raad wordt een extra vergadering belegd. Dit verzoek wordt ingediend bij de voorzitter.

10. De ambtelijk secretaris maakt een verslag van de vergadering.

11. Een vertegenwoordiger van de gemeente woont als regel de vergaderingen van de Wmo-raad bij en kan informatie en toelichting geven.

12. De Wmo-raad kan indien hij dit wenst een huishoudelijk reglement opstellen, waarin afspraken worden vastgelegd over zaken die niet in deze verordening zijn geregeld.

1. De Wmo-raad kan besluiten nemen indien ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is. Alle besluiten worden met gewone meerderheid genomen.

2. Schriftelijke besluiten worden door de voorzitter of bij diens afwezigheid door de plaatsvervangend voorzitter ondertekend.

1. Het college draagt er zorg voor dat de Wmo-raad door een ambtelijk secretaris wordt ondersteund.

2. Het college stelt vergaderaccommodatie en daarbij behorende voorzieningen beschikbaar.

1. Voor het bijwonen van de vergaderingen en de daarmee verband houdende werkzaamheden wordt door het college aan de voorzitter en aan de leden een vergoeding toegekend.

2. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld.

3. De Wmo-raad stelt jaarlijks vóór 1 oktober een activiteitenplan en een begroting op voor het komende kalenderjaar.

4. Op basis van het activiteitenplan en de begroting stelt het college jaarlijks een activiteitenbudget ter beschikking aan de Wmo-raad, waarmee de Wmo-raad in staat wordt gesteld te voldoen aan de in deze verordening vastgelegde taken en verantwoordelijkheden.

5. De hoogte van het activiteitenbudget wordt door het college vastgesteld.

6. Indien het activiteitenplan en de begroting niet tijdig zijn ingediend, stelt het college het budget vast op basis van het budget van het voorgaande kalenderjaar.

1. Het college draagt er zorg voor dat leden en voormalige leden van de Wmo-raad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun aanspraken op diensten van de gemeente Enschede.

2. De leden gaan vertrouwelijk om met informatie die als zodanig is aangemerkt.

1. De Wmo-raad evalueert jaarlijks bij het vaststellen van het jaarverslag zijn functioneren, de resultaten en de samenstelling.

2. Indien er op basis van deze evaluatie reden is de verordening aan te passen, dan wordt hiertoe een gemotiveerd voorstel ingediend bij het college.