Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda

1. Voor een project in het kader van de actielijn 3a Stimulering thema’s kan subsidie worden aangevraagd:

• a.

  voor de uitvoering van een combinatie van activiteiten die onderdeel zijn van het project;

• b.

  voor coördinatie en voor materialen die onderdeel zijn van het project waarbij de verhouding van deze onderdelen ten opzichte van de activiteiten in alle redelijkheid moet zijn. Het totaal van de coördinatie en de materialen bedraagt maximaal 15% van de totale aanvraag.

1. Een subsidieaanvraag in het kader van de actielijn 3a Stimulering thema’s wordt getoetst aan de volgende criteria:

• a.

  de aanvraag is ingediend namens een samenwerkingsverband, bestaande uit een samenwerking van organisaties waarbij in ieder geval het onderwijs vertegenwoordigd is;

• b.

  Samenwerking in het project met het bedrijfsleven is een pre;

• c.

  De soepele overgang van de leerlingen/jongeren tussen de organisaties is een pre;

• d.

  Grensoverschrijdende samenwerking is een pre;

• e.

  Per IKC kan maximaal één aanvraag ingediend worden;

• f.

  Het project richt zich op jongeren van 0 tot en met 18 jaar;

• g.

  Het project heeft betrekking op de thema’s beroepenoriëntatie, techniek, ICT/nieuwe media, gezonde leefstijl of vaardigheden van de 21ste eeuw en regionale focus. Integrale benadering van verscheidene thema’s is een pre;

• h.

  De thema’s en de activiteiten binnen het project vormen een samenhangend geheel;

• i.

  Het project draagt aantoonbaar bij aan de doelstelling van de actielijnen LEA zoals verwoord in artikel 3, lid 4;

• j.

  Het project sluit aan bij ontwikkelingen in het stadsdeel en de wijk waarin het project plaatsvindt;

• k.

  De effectiviteit van het project wordt gedurende de projectperiode gemeten. De wijze waarop dit gebeurt is opgenomen in het projectplan;

• l.

  De borging van het project na afloop van de subsidieperiode is in de aanvraag opgenomen;

• m.

  Het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd duurt minimaal 2 jaar en maximaal 4 jaar.

1. In het kader van de actielijn 3b Onderwijsbegeleiding kan subsidie worden aangevraagd:

• a.

  voor deskundigheidsbevordering van docenten binnen het primair onderwijs, op het gebied van taal, lezen en rekenen in het kader van opbrengstgericht werken;

• b.

  voor deskundigheidsbevordering van docenten binnen het primair onderwijs, op het gebied van de instroom van nieuwe groepen leerlingen in het kader van het passend onderwijs.

1. Een subsidieaanvraag voor de actielijn 3b Onderwijsbegeleiding wordt getoetst aan de volgende criteria:

• a.

  Het betreft de kosten voor deskundigheidsbevordering van docenten in het primair onderwijs;

• b.

  De primair onderwijs schoolbesturen in Enschede dienen gezamenlijk een aanvraag in en wijzen uit hun midden een penvoerder aan;

• c.

  De aanvraag betreft een jaarprogramma, waarin de activiteiten in het kader van de actielijn 3b voor één kalenderjaar zijn opgenomen.

1. In het kader van de actielijn 4 Begeleidingsstructuur kan subsidie worden aangevraagd:

• a.

  voor activiteiten die gericht zijn op het verbeteren van het functioneren van de doorlopende ondersteuningsstructuur voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar;

• b.

  voor activiteiten gericht op preventie van achterstanden;

• c.

  voor activiteiten gericht op anti-pest-, op weerbaarheids-, en op sociaal-veiligheidsbeleid.

1. Een subsidieaanvraag in het kader van de actielijn 4 Begeleidingsstructuur wordt getoetst aan de volgende criteria:

• a.

  De aanvraag is ingediend namens de organisaties die samen een Integraal Kindcentrum (IKC) vormen, een onderwijsorganisatie voor Voortgezet (Speciaal) Onderwijs of het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO of VO;

• b.

  De aanvraag betreft een project dat binnen de gemeente Enschede wordt uitgevoerd;

• c.

  De maximale looptijd van het project is 4 jaar.

1. Het subsidieplafond voor aanvragen voor de actielijn 4 Begeleidingsstructuur bedraagt jaarlijks € 100.000.

2. Aanvragen worden afgehandeld in volgorde van binnenkomst onder de voorwaarde dat ze volledig zijn.

1.

• a.

  Een subsidieaanvraag voor activiteiten in het kader van de actielijn

3a Stimulering thema’s wordt uiterlijk 1 mei 2015 ingediend voor de totale schoolperiode 2015-2016, 2016-2017 of voor de totale schoolperiode 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018 of voor de totale schoolperiode 2015-2016, 2016-2017, 2017-2018 en 2018-2019;

• b.

  Een subsidieaanvraag voor activiteiten in het kader van de actielijn 3b Onderwijsbegeleidingsmiddelen wordt uiterlijk 1 oktober voor aanvang van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend, voor het subsidiejaar 2015 geldt de indieningsdatum van uiterlijk 1 mei 2015;

• c.

  Een subsidieaanvraag voor de actielijn 4 Begeleidingsstructuur wordt uiterlijk 8 weken voor de start van de activiteit ingediend;

2. De ondertekende aanvraag bevat de naam, het adres en het bankrekeningnummer van de aanvrager;

3.

• a.

  Bij de subsidieaanvraag in het kader van de actielijn 3a Stimulering thema’s worden het projectplan en de begroting gevoegd. In de begroting is de cofinanciering die bestaat uit minimaal 30% van de subsidiabele projectkosten opgenomen in de vorm van financiële middelen of in de vorm van de inzet van personeel, materiaal of huisvesting;

• b.

  Bij de subsidieaanvraag in het kader van de actielijn 3b Onderwijsbegeleidingsmiddelen wordt de begroting toegevoegd. In de begroting is opgenomen wat de kosten per activiteit zijn en tevens wordt in de begroting inzicht gegeven in de verdeling van de middelen over de verschillende schoolbesturen;

• c.

  Bij de subsidieaanvraag in het kader van de actielijn 4 Begeleidingsstructuur wordt de begroting toegevoegd;

4. In de subsidieaanvraag dient de aanvrager te verwoorden op welke wijze de bepalingen genoemd in hoofdstuk 2, artikel 4 gerealiseerd wordt.

1. Een subsidieaanvraag voor activiteiten in het kader van de actielijn 3a Stimulering thema’s wordt als volgt beoordeeld:

• a.

  De subsidieaanvraag wordt getoetst aan de criteria zoals genoemd in hoofdstuk 3 artikel 6 van deze verordening;

• b.

  Op basis van deze toetsing wordt een score gegeven aan de subsidieaanvraag;

• c.

  Alle criteria wegen even zwaar;

• d.

  Op basis van de score worden de aanvragen op een lijst geplaatst;

• e.

  Hoe hoger de score, hoe hoger de plaats op de lijst;

• f.

  Op basis van de plaats op de lijst wordt de subsidie verleend. De aanvraag die als eerste op de lijst geplaatst is, komt als eerste in aanmerking voor de subsidieverlening. De aanvraag die als tweede op de lijst staat, komt als tweede in aanmerking, en zo verder.

1. De subsidieontvanger dient uiterlijk 13 weken na afloop van het project of de activiteiteen aanvraag tot subsidievaststelling in;

2. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:

• a.

  een inhoudelijk verslag van de activiteiten van het project;

• b.

  een gespecificeerd overzicht van de werkelijke inkomsten en uitgaven.

1. Binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling genoemd in het voorgaande artikel stelt het college de subsidie vast;

2. De subsidiebeschikking vermeldt de wijze van betalen van het subsidiebedrag en een verrekening van voorschotten.

1. Deze verordening is van toepassing op aanvragen om subsidie die zijn ingediend op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

2. Op subsidies die zijn verstrekt voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, is de Subsidieverordening brede scholen van toepassing.